Scherm 40. Geavanceerde bedieningselementen voor kanalen
Bedieningselementen voor kanalen koppelen
1� Houd de knop Channel (Kanaal) ingedrukt om de Advanced Channel Controls (geavanceerde
bedieningselementen voor kanalen) voor dat kanaal te openen�
2� Druk op de knop Link (Koppelen) om twee kanalen aan elkaar te koppelen voor gelijktijdige werking� Als er
twee kanalen zijn gekoppeld, geeft de knop Channel (Kanaal) beide kanalen weer (scherm 41)�
OPMERKING: De functie is niet beschikbaar op het kanaal ALL (ALLE)� U kunt alleen kanalen koppelen die zich
op het naaldaansluitpaneel naast elkaar bevinden (bijv� 1 en 2, 3 en 4, 5 en 6)�
Scherm 41. Gekoppelde kanalen
3� Druk op de knop Unlink (Ontkoppelen) (toegankelijk door het indrukken en ingedrukt houden van de knop
Channel (Kanaal)) om de verbinding tussen twee kanalen te verwijderen, zodat elk kanaal afzonderlijk werkt�
Bedieningselement en cyclusprogrammering
1� Houd de knop Channel (Kanaal) ingedrukt om toegang te krijgen tot de Advanced Channel Controls
(geavanceerde bedieningselementen voor kanalen) voor dat kanaal�
2� Druk op de knop Cycles (Cycli) Advanced Channel Controls (Geavanceerde bedieningselementen voor kanalen))
om het scherm Advanced Cycle Controls (Geavanceerde cyclusbediening) te openen en de cyclus(sen) voor
bevriezen en ontdooien te programmeren (scherm 42)�
Black (K) ∆E ≤5.0
540