Servicescherm
Het Servicescherm is uitsluitend beschikbaar voor door Boston Scientific opgeleide, bevoegde servicemedewerkers
met een inlog-ID voor service� Het Servicescherm biedt onderhoudsgebruikers de mogelijkheid systeemdiagnostieken
uit te voeren, systeemfuncties te activeren of deactiveren, de minimale en maximale gasdruk te wijzigen,
gebeurtenislogboeken te bekijken en handmatige systeemconfiguraties uit te voeren�
PROCEDURE
Een cryoablatieprocedure uitvoeren
WAARSCHUWING:Raak het scherm niet aan als de touchscreenmonitor tijdens een procedure langer dan
vijf (5) seconden leeg blijft. Schakel het systeem onmiddellijk uit en beëindig de procedure om onbedoelde
activering van de naalden te voorkomen.
1� OPTIONEEL: Op het Procedurescherm selecteert u de knop Registration (Registratie) om optionele
patiëntbehandelingsinformatie in te voeren� Gebruik uw vinger om gegevens in te voeren met het virtuele
toetsenbord� De beschikbare gegevensinvoervelden zijn ID van de Patient (Patiënt), Hospital Name (Naam ziekenhuis),
Hospital Address (Adres ziekenhuis), Physician Name (Naam arts) en Organ Type (Orgaantype)� Als u andere
registratie-informatie moet invoeren, kunnen twee aangepaste velden worden gelabeld in het scherm Configure
Settings (Instellingen configureren) (raadpleeg het gedeelte Configure Settings (Instellingen configureren))�
OPMERKING: Het Visual-ICE-cryoablatiesysteem laadt automatisch de juiste orgaankaart op basis van het orgaantype
dat is geselecteerd op de knop Registration (Registratie)�
LET OP: Selecteer een unieke patiënt-ID die de identiteit van de patiënt niet onthult aan andere systeemgebruikers�
2� OPTIONEEL: Selecteer de knop Notes (Aantekeningen) op het Procedurescherm om aanvullende procedurenotities
in te voeren� U kunt op elk moment tijdens de cryoablatieprocedure aantekeningen invoeren�
3� Plaats de cryoablatienaalden en thermische sensoren in het doelweefsel�
LET OP: Voorkom dat de naald tijdens gebruik door andere chirurgische instrumenten wordt beschadigd�
OPTIONEEL: Raadpleeg het gedeelte Orgaankaart voor instructies over het plaatsen van naalden en thermische
sensoren op de orgaankaart�
WAARSCHUWING: Gebruik beeldbegeleiding om te controleren of de cryoablatienaalden op de gewenste locatie zijn
geplaatst voordat u een naald activeert�
4� Selecteer de gewenste Freeze Intensity (Bevriezingsintensiteit) met behulp van het vervolgkeuzemenu�
OPMERKING: Houd gedurende de gehele procedure de resterende gastijd in de cilinders in de gaten met behulp van
de Gasindicator op de navigatiehulpmiddelbalk (scherm 30)� Als de gascilinders tijdens een ingreep moeten worden
vervangen, volgt u de instructies in het gedeelte Gascilinders vervangen tijdens een procedure�
529
Black (K) ∆E ≤5.0