Tijdens de integriteits- en functionaliteitstest van de naald geven de gasindicatoren voor beide gassen een schatting
van de resterende tijd voordat de cilinders leeg zijn, ervan uitgaande dat alle aangesloten naalden tegelijkertijd
worden gebruikt (raadpleeg het gedeelte Navigatiewerkbalk)�
Na succesvolle afronding van de naaldintegriteits- en -functionaliteitstest, zal de knop Test een groen vinkje laten
zien en worden de overige bedieningsknoppen op het kanaal actief� De naalden zijn gereed voor gebruik�
12� Maak bij gebruik van MTS'en het gewenste aantal sensoren gereed voor het testen� Het Visual-ICE-
cryoablatiesysteem ondersteunt het gebruik van vier thermische sensoren� Sluit elke temperatuursensor aan
op een MTS-aansluitpoort door de connector in de poort te drukken� Zorg dat de rechthoekige verhoging op
de MTS-connector in lijn staat met de groef aan de bovenzijde van de aansluitpoort, zodat de MTS op de juiste
manier wordt ingestoken (afbeelding 10)�
Afbeelding 10. MTS-aansluiting
13� Controleer de functionaliteit van de MTS door te controleren of de aangesloten sensor een redelijke
temperatuurmeting op het scherm levert (bijv� dicht bij kamertemperatuur) in het gedeelte Temperature
Sensor (Temperatuursensor) van het softwarescherm�
WAARSCHUWING: Gebruik geen MTS die de integriteits- en functionaliteitstest van de MTS niet heeft gehaald; er
kunnen dan foutieve temperatuurmetingen worden weergegeven�
LET OP: Laat de MTS de cryoablatienaald niet aanraken tijdens gebruik; er kunnen dan onregelmatige
temperatuurmetingen worden weergegeven�
Navigeren in de gebruikersinterface
In de gebruikershandleiding geeft de opmaak verschillende delen van de gebruikersinterface, softwareknoppen,
posities en stappen aan�
• Gedeelte Softwarescherm
• Knop Control (Bediening)
• AAN-stand
• OPTIONEEL = optionele of alternatieve stap
Het Visual-ICE-cryoablatiesysteem maakt gebruik van een grafische gebruikersinterface waarmee een snelle
communicatie tussen de gebruiker en het systeem via een touchscreeninterface mogelijk is�
Scherm Login (Inloggen)
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, wordt het scherm Login (Inloggen) weergegeven nadat het opstartproces
is voltooid (raadpleeg het gedeelte Systeeminstelling)�
Black (K) ∆E ≤5.0
514