Procedure
• Voordat u een cryoablatieprocedure start, stelt u het Visual-ICE-cryoablatiesysteem in (raadpleeg het gedeelte
Systeeminstelling ), waarna u de integriteits- en functionaliteitstests van de naald uitvoert� Tests moeten met
succes worden voltooid om met de procedure te kunnen beginnen�
• Gebruik de naald niet als er zich tijdens de bevriezingsfase geen ijsvorming voordoet� Pak een nieuwe naald en
herhaal de test�
• Gebruik de naald niet als u tijdens de integriteits- en functionaliteitstest van de naald luchtbellen uit de naald kunt
zien ontsnappen�
• Zorg ervoor dat adequate maatregelen worden genomen om organen en structuren naast het te behandelen
weefsel te beschermen�
• Controleer of de MTS'en goed werken voordat ze bij de patiënt worden ingebracht door te controleren of ze een
redelijke kamertemperatuur kunnen registreren�
• Het steriele veld en de steriliteit van cryoablatienaalden moeten altijd in stand worden gehouden� Vervuil het
distale uiteinde van de steriele cryoablatienaald niet�
• Vermijd contact met het distale gedeelte van de cryoablatienaald om de steriliteit tijdens het testen te behouden�
• Bewaak het inbrengen van de naald, het plaatsen van de naald, de vorming van de ijsbal en het verwijderen
voortdurend met behulp van beeldbegeleiding (zoals directe visualisatie, echografie of computertomografie
(CT)) om te zorgen dat het weefsel voldoende wordt afgedekt en om beschadiging van aangrenzende
structuren te voorkomen�
• Draagbare RF-communicatieapparatuur (met inbegrip van randapparatuur zoals antennekabels en externe
antennes) mag niet dichter dan 30 cm (12 inch) bij enig deel van het Visual-ICE-cryoablatiesysteem worden
gebruikt, met inbegrip van kabels die voor gebruik met het systeem zijn gespecificeerd� Gebeurt dit niet, dan kan
dit leiden tot vermindering van de prestaties van deze apparatuur�
• Controleer of de hogedrukgastoevoerslang(en) goed is/zijn aangesloten voordat u de gascilinder(s) opent�
• Zet de veiligheidskabel aan het uiteinde van de gastoevoerlijn vast aan het systeem voordat u de
argongastoevoerlijn aansluit op de argongasingang� De veiligheidskabel biedt extra bescherming voor het
geval de gastoevoerslang onbedoeld losraakt van het systeem� Gebruik een gastoevoerslang niet wanneer
de veiligheidskabel ontbreekt� Hierdoor kunnen de personen in de kamer gevaar lopen� Neem voor nadere
instructies contact op met het Boston Scientific Technical Assistance Center�
• Elke naald moet in een naaldkanaal worden vergrendeld voordat een cryoablatieprocedure wordt gestart om
het risico van krachtig uitwerpen van de naalden onder gasdruk te voorkomen�
• Als de naalden nog steeds zijn aangesloten, mag u de kanalen niet ontgrendelen of de naalden van het
naaldaansluitpaneel loskoppelen totdat alle operaties in het kanaal zijn voltooid�
• Gebruik Bevriezen en Ontdooien alleen als de naald in het doelweefsel is geplaatst�
• De naaldgrepen en de gasleiding kunnen bevriezen� Voorkom langdurig contact met bevroren delen van het
handvat van de naald om onbedoelde thermische weefselbeschadiging bij de patiënt of arts te voorkomen�
• De naaldslang kan extreem koud worden bij het uitvoeren van bevriezingscycli tijdens een
cryoablatieprocedure� Het is belangrijk dat de huid van een patiënt wordt beschermd tegen direct contact met
de naaldslang, om te voorkomen dat de patiënt thermisch letsel oploopt� Zorg dat er zo nodig een geschikte
isolatielaag (zoals handdoeken) wordt aangebracht of een andere methode wordt toegepast om te voorkomen
dat de naaldslang in contact komt met de huid van de patiënt�
• Het naaldhandvat kan warm worden tijdens het actief ontdooien� Let op de positie van het handvat van
de naald� Langdurig contact met warme delen van het handvat van de naald kan onbedoelde thermische
weefselbeschadiging/verbranding bij de patiënt of arts tot gevolg hebben�
• Actief ontdooien produceert warmte langs de distale naaldschacht� Wees voorzichtig en voorkom thermisch
letsel/brandwonden aan niet-doelweefsels�
489
Black (K) ∆E ≤5.0