Knop
Beschrijving
De knop Thaw (Ontdooien) – Hiermee wordt een ontdooifase gestart�
> Advanced Thaw Controls (Geavanceerde ontdooibediening): Ingedrukt houden van de knop
Thaw (Ontdooien) biedt een optie voor het inschakelen van FastThaw en een optie voor het
activeren van trajectablatie via de functieknop Cautery (Cauterisatie)� De FastThaw-functie en
cauterisatiefunctie zijn alleen beschikbaar op cryoablatienaalden van het CX-type�
FastThaw -functieknop – begint een FastThaw-fase�
> Advanced Thaw Controls (Geavanceerde ontdooibediening): Ingedrukt houden van de knop
FastThaw-functieknop biedt een optie om te veranderen van FastThaw-functie naar i-Thaw-
functie� De FastThaw-functie is alleen beschikbaar op cryoablatienaalden van het CX-type�
Knop Stop – Stopt elke activiteit�
Channel Status (Kanaalstatus)
Channel Status (Kanaalstatus) toont de status van elke vries-, dooi- en rustfase met numerieke en kleurgecodeerde
displays op de voortgangsindicator� Variaties in blauwe arcering geven visueel de geselecteerde bevriezingsintensiteit
weer� De knop Timer aan de rechterkant van de voortgangsindicator geeft de verstreken tijd van de huidige fase weer�
Scherm 19. Gedeelte Kanaalbediening en Channel Status (Kanaalstatus)
Variaties in oranje schaduwen onderscheiden visueel de actieve fasen voor ontdooien (helium- of i-Thaw-functie), de
FastThaw-functie en de cauterisatiefunctie (scherm 20)�
Scherm 20. Gedeelte actieve ontdooi Channel Status (Kanaalstatus)
Voor de i-Thaw-functie en CX-naalden toont de Channel Status (Kanaalstatus) ook de interne gastemperatuur bij
de naaldtip tijdens de bevriezingsfase en het geschatte temperatuurbereik voor de naaldschacht tijdens de actieve
ontdooifase� De temperatuur wordt elke 2 seconden bijgewerkt�
OPMERKING: Tijdens de naaldopwarmingsfase voor naalden van het CX-type geeft de kanaalstatus een ronddraaiende
opwarmingsindicator weer�
519
Black (K) ∆E ≤5.0