Bijlage C: Opsomming van radiologische scancondities
Opsomming van radiologische scancondities van Boston Scientific DBS-systemen
LET OP:
Lees deze handleiding in zijn geheel door voordat u een MRI-scan uitvoert op patiënten bij wie een of meerdere onderdelen
van het Boston Scientific DBS-systeem zijn geïmplanteerd. Controleer voorafgaand aan het uitvoeren van een scan dat de
geïmplanteerde systemen voldoen aan implantaatvoorwaarden die in dit handboek opgesomd worden.
MRI-veiligheidsinformatie
• Statisch magnetisch veld met een sterkte van 1,5 T.
• Maximale ruimtelijke helling van minder dan 4000 gauss/cm (40 T/m)
• Maximale hellingsnelheid per as van minder dan of gelijk aan 200 T/m/s.
• Cumulatieve actieve scantijd (met RF op AAN) moet per beeldsessie beperkt worden tot maximaal 30 minuten. Als een actieve scantijd
van 30 minuten bereikt wordt, last u een pauze in van 60 minuten niet-actieve tijd in voordat u verdergaat.
• Indien B1+rms niet beschikbaar is moet de gemiddeld over het hoofd of het gehele lichaam een maximale specifieke absorptie (SAR)
die voor het MR-systeem is gerapporteerd gebruikt worden.
RF-blootstellingslimieten
Onderdelen van
Systeemtype
het systeem
Volledig
geïmplanteerd
Alle leads
of uitsluitend
geëxternaliseerde
Vercise Genus-
systeem
(Modelnummers
Volledig systeem
stimulator:
DB-1408, DB-1416,
DB-1432, DB-1216
en DB-1232)
Volledig systeem
DB-2201 of DB-2202
lead(s)
Vercise Gevia-
systeem
Volledig systeem
(Modelnummer
stimulator:
DB-2201 lead(s)
DB-1200)
Volledig systeem
DB-2202 lead(s)
Aanvullende informatie
• De MRI-modus moet op het hulpmiddel worden ingeschakeld voorafgaand aan het uitvoeren van een scan.
• Oplaadbare stimulators moeten voorafgaand aan de MRI-scan volledig zijn opgeladen.
• De patiënt moet tijdens de scan op zijn/haar rug of buik liggen.
• de patiënt moet, indien dit mogelijk is, zich in een zodanige psychologische en mentale toestand bevinden, dat hij of zij in staat is om
onmiddellijk feedback te verschaffen met betrekking tot eventuele problemen die zich voordoen tijdens het onderzoek.
Isocentrum
Hoofd
leads
Hoofd
Bij of boven C2
C3 tot en met T10
T11 via femur
Onderste ledematen
(knie en daaronder)
Onderste ledematen
(knie en daaronder)
met
Hoofd
Boven T5
met
Bij of onder T5
Boven T12
met
Bij of onder T12
Bijlage C: Opsomming van radiologische scancondities
Type zendspoel
Hoofd- of
lichaamsspoel
Hoofdspoel
Lichaamsspoel
Normale modus
Spoel onderste
Normale modus
ledematen
Hoofdspoel
Lichaamsspoel
ImageReady™ MRI-richtlijnen voor Boston Scientific DBS-systemen
SAR (als B1+rms
B1+rms
niet beschikbaar
zijn)
≤ 2,0 μT
≤ 0,1 W/kg
≤ 2,0 μT
≤ 0,2 W/kg
≤ 1,6 μT
≤ 0,2 W/kg
≤ 2,0 μT
≤ 0,2 W/kg
≤ 3,2 μT
≤ 1,7 W/kg
Normale modus
Normale modus
≤ 2,0 μT
≤ 1,8 μT
≤ 0,1 W/kg
≤ 2,0 μT
≤ 1,2 μT
≤ 2,0 μT
92328636-03
187 van 957