Boston Scientific ImageReady MRI Mode D'emploi page 151

MRI-scancondities verschillen op basis van het isocentrum van de scan, het type zendspoel dat voor de scan wordt
gebruikt (hoofdtransmissie of lichaamstransmissie), het type geïmplanteerd systeem (volledig systeem of uitsluitend
met leads) en de stimulator (Vercise Genus of Vercise Gevia).
Tabel 1. Referentietabel MRI-veiligheidsinformatie
Onderdelen van
Systeemtype
het systeem
Volledig
geïmplanteerd
Alle leads of uitsluitend
geëxternaliseerde
leads
Vercise
Genus-systeem
(Modelnummers
Volledig systeem
stimulator:
DB-1408, DB-1416,
DB-1432, DB-1216
en DB-1232)
Volledig systeem
met
DB-2201 of
DB-2202 lead(s)
Vercise
Gevia-systeem
Volledig systeem
met
(Modelnummer
DB-2201 lead(s)
stimulator:
DB-1200)
Volledig systeem
met
DB-2202 lead(s)
Opmerking:
Een opsomming van alle DBS-systemen en hun voorwaarden voor MRI-radiologie staan in bijlage C.
Opmerking:
RF-kwadratuurspoelen produceren een RF-veld met cirkelvormige polarisatie, loodrecht ten opzichte
van het statische magneetveld.
Type zendspoel
Isocentrum
(uitsluitend
RF-kwadratuur
Hoofd of
Elke (Full Body)
lichaamsspoel
Hoofd Hoofdspoel
Bij of boven C2
C3 tot en met T10
Lichaamsspoel
T11 via femur
Onderste ledematen
(knie en daaronder)
Onderste ledematen Spoel onderste
(knie en daaronder) ledematen
Hoofd Hoofdspoel
Boven T5
Bij of onder T5
lichaamsspoel
Boven T12
Bij of onder T12
ImageReady™ MRI-richtlijnen voor Boston Scientific DBS-systemen
Referentiehoofdstuk
implantaatcondities
)
• Zie Tabel 2 op pagina 148
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 3 op pagina 149
voor systeemconfiguratie.
• Zie Tabel 4 op pagina 150
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 6 op pagina 152
voor systeemconfiguratie.
• Zie Tabel 4 op pagina 150
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 6 op pagina 152
voor systeemconfiguratie.
• Zie Tabel 4 op pagina 150
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 6 op pagina 152
voor systeemconfiguratie.
• Zie Tabel 5 op pagina 151
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 6 op pagina 152
voor systeemconfiguratie.
• Zie Tabel 5 op pagina 151
voor geschikte onderdelen
voor scannen.
• Zie Tabel 6 op pagina 152
voor systeemconfiguratie.
Inleiding
Referentiehoofdstuk
scancondities
• Zie
Tabel 7 op pagina 154
voor condities voor
scannen.
• Zie
Tabel 8 op pagina 156
voor condities voor
scannen.
• Zie
Tabel 9 op pagina 158
voor condities voor
scannen.
• Zie
Tabel 11 op pagina 161
voor condities voor
scannen.
• Zie
Tabel 8 op pagina 156
voor condities voor
scannen.
• Zie
Tabel 10 op pagina 159
voor condities voor
scannen.
92328636-03 147 van 957