XAS96 DdG, DdG IT
H
ET REGELSYSTEEM VAN DE COMPRESSOR
RV
FR
PG
OS
AR
AV
FN
DP
Fig. 2.3
AF
Luchtfilter
AR
Luchtketel
AV
Luchtuitlaatklep
BDV Spuiklep
C
Koppeling
CE
Compressor
CV
Terugslagklep
DP
Aftapplug
2.5
L
UCHTSTROMING
Het systeem omvat:
AF
Luchtfilter
AR/OS
Luchtketel/olieafscheider
CE
Compressor
UA/UV
Ontlader met ontladerklep
BDV
Spuiklep
FN
Uitstroompijp
De lucht die door het filter (AF) in de compressor wordt gezogen,
wordt samengeperst. Aan de uitlaat stromen perslucht en olie in de
luchtketel/olieafscheider (AR/OS).
De terugslagklep (CV) verhindert dat de perslucht wordt
teruggeblazen wanneer de compressor wordt stilgezet. In de
luchtketel/olieafscheider (AR/OS) wordt de olie voor het grootste
deel uit het lucht/oliemengsel verwijderd.
50
SVa
SV
SL
BDV
CV
OF
FP
SL
OLG
E
Motor
F
Ventilator
FN
Uitstroompijp
FP
Vulstop
FR
Stromingsrestrictie
OC
Oliekoeler
OF
Oliefilter
OLG Olieniveaumeter
(
F
. 2.3)
ZIE
IG
VI
C
UA
UV
VH
CE
TS
DP
OS
Olieafscheider
PG
Drukmeter
RV
Regelventiel
SL
Retourleiding
SR
Snelheidsregelaar
SV
Veiligheidsklep
SVa
Magneetklep
(voor werking van generator)
De rest van de olie wordt door de olieafscheider verwijderd.
De olie wordt in het reservoir en op de bodem van het
afscheiderelement opgevangen.
De lucht verlaat de luchtketel via een uitstroompijp (FN) die ervoor
zorgt dat de druk in de luchtketel boven de minimale bedrijfsdruk
blijft (zie punt 9.3), zelfs wanneer de luchtuitlaatkleppen openstaan.
Op die manier wordt er voldoende olie ge•njecteerd zonder te veel te
verbruiken.
Het systeem is voorzien van een temperatuurschakelaar (TS) en een
bedrijfsdrukmeter (PG).
Een spuiklep (BDV) is in de ontlader-eenheid gemonteerd waardoor
de overdruk in de luchtketel (AR) automatisch wordt weggenomen
wanneer de compressor wordt stopgezet.
AF
VV
E
OC
SR
F
TS
Temperatuurschakelaar
UA
Ontlader
UV
Ontladerklep
VH
Ontluchtingsgat
VI
VacuŸmindicator
VV
Stofklep