Télécharger Imprimer la page

Atlas Copco XAS96 DdG Manuel D'instructions page 45

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 79
14 Alle deuren moeten tijdens bedrijf gesloten zijn, zodat de
koelluchtstroming binnen de carrosserie niet verstoord wordt en de
geluiddemping niet verminderd wordt. Een deur mag alleen maar
gedurende korte tijd worden geopend, bijv. voor inspectie of afstelling.
15 Voer regelmatig onderhoudswerkzaamheden uit en ga hierbij te werk
volgens het onderhoudsschema.
16 Alle roterende en bewegende delen, die gevaar kunnen opleveren voor
bedienings- en onderhoudspersoneel zijn afgeschermd door middel van
behuizingen. De machine mag niet in bedrijf worden genomen, wanneer
niet alle behuizingen veilig op hun plaats zitten.
17 Lawaai, zelfs op een aanvaardbaar niveau, kan irritaties en storingen
veroorzaken die, over een langere periode ernstige beschadigingen aan het
menselijk zenuwstelsel kunnen toebrengen.
Als het geluidsniveau op een plaats waar zich normaalgesproken
personeel bevindt:
onder 70 dB(A) ligt: er moet geen actie ondernomen worden,
boven 70 dB(A) ligt: gehoorbeschermers moeten voorzien worden voor
de personen die constant in de kamer blijven,
onder 85 dB(A) ligt: er moet geen actie ondernomen worden voor
toevallige bezoekers die maar een beperkte tijd
blijven,
boven 85 dB(A) ligt: de kamer moet geklasseerd worden als gevaarlijk
vanwege het lawaai en er moet permanent een
duidelijke waarschuwing aan iedere ingang
geplaatst worden om te verwittigen dat zelfs mensen
die voor een vrij korte periode in de kamer
verblijven gehoorbeschermers moeten dragen,
boven 95 dB(A) ligt: de waarschuwing(en) aan de ingang(en) moet(en)
worden aangevuld met de aanbevelingen dat ook
toevallige bezoekers gehoorbeschermers moeten
dragen.
boven 105 dB(A) ligt: speciale
verstrekt, die geschikt zijn voor deze geluidssterkte
en voor de spectrale samenstelling van het geluid en
er moet ook een speciale waarschuwing hiervoor aan
elke ingang worden geplaatst.
18 Isolaties of beveiligingen van onderdelen waarvan de temperatuur hoger
kan zijn dan 80 C en die per ongeluk aangeraakt kunnen worden door
personeel, mogen niet verwijderd worden voordat de onderdelen tot op
kamertemperatuur zijn afgekoeld.
19 Gebruik de machine niet op plaatsen, waar het gevaar bestaat, dat
brandbare of giftige gassen worden aangezogen.
20 Als tijdens bedrijf dampen, stof of trillingen ontstaan, dan moeten de
nodige maatregelen worden getroffen om persoonlijke letsels te
voorkomen.
21 Wanneer perslucht of inert gas wordt gebruikt om uitrustingen te reinigen,
dan moet dit voorzichtig gebeuren en met de geschikte bescherming,
tenminste een veiligheidsbril, zowel voor de bediener van de machine, als
voor een helper. Gebruik geen perslucht of inert gas op de huid en richt
geen lucht- of gasstroom op mensen. Gebruik het nooit om vuil van uw
kleren te blazen.
22 Bij het wassen van onderdelen in of met een reinigingsmiddel moet de
nodige ventilatie voorzien worden en moet de geschikte bescherming
worden gebruikt, zoals een ademhalingsfilter, een veiligheidsbril, een
rubberen schort en handschoenen, enz.
23 Veiligheidsschoenen zouden in elke werkplaats verplicht moeten zijn en
als er gevaar is, hoe klein ook, voor vallende voorwerpen, dan moet ook
nog een veiligheidshelm gedragen worden.
24 Als er gevaar bestaat, dat gevaarlijke gassen, dampen of stof worden
ingeademd, dan moeten de ademhalingsorganen beschermd worden en,
afhankelijk van de aard van het gevaar, ook de ogen en huid.
25 Denk eraan, dat als er zichtbaar stof is, er bijna zeker ook fijnere,
onzichtbare stofdeeltjes aanwezig zullen zijn; maar het feit dat er geen
stof zichtbaar is, is geen betrouwbare aanwijzing dat er ook geen
gevaarlijk, onzichtbaar stof in de lucht aanwezig is.
26 Laat de compressor nooit werken bij drukken of toerentallen onder of
boven de in de technische gegevens opgegeven grenswaarden.
27 Gebruik de generator nooit boven zijn limieten, zoals aangegeven in de
technische gegevens en vermijdt langdurig onbelast draaien.
28 Gebruik de generator nooit in een vochtige omgeving. Een hoge
vochtigheid is slecht voor de isolatie van de generator.
29 U mag nooit schakelkasten, bedieningskasten en andere elektrische delen
openen, wanneer de machine nog onder spanning staat. Wanneer dit niet
vermeden
kan
worden,
instelwerkzaamheden, dan mogen deze werkzaamheden alleen worden
uitgevoerd door een gekwalificeerd elektrisch monteur, met de geschikte
gereedschappen en u dient te controleren, dat de juiste beschermingen zijn
aangebracht, tegen gevaren door elektriciteit.
gehoorbeschermers
moeten
bijv.
voor
metingen,
tests
30 Raak de stroomaansluitingen niet aan, terwijl de machine in bedrijf is.
31 Schakel de stroomonderbrekers UIT en stop de motor, wanneer bijv.
trillingen, lawaai, stank, enz. optreden. Voor het opnieuw starten, dient u
eerst de oorzaak van het probleem te verhelpen.
32 Controleer regelmatig de elektrische aansluitkabels. Beschadigde kabels
of onvoldoende bevestiging van aansluitingen kunnen elektrische
schokken veroorzaken. Wanneer u beschadigde kabels of andere
gevaarlijke situaties constateert, dan schakelt u de stroomonderbrekers
UIT en stopt u de motor. Vervang de beschadigde kabels en hef de
gevaarlijke situatie op, voordat u de machine weer opnieuw start. Zorg
ervoor, dat alle aansluitingen goed zijn uitgevoerd.
33 Voorkom overbelasting van de generator. De generator is voorzien van
stroomonderbrekers met een beveiliging tegen overbelasting. Wanneer
een stroomonderbreker is uitgeschakeld, dan dient u de belasting te
verminderen, voordat u de machine opnieuw inschakelt.
34 Wanneer de generator wordt gebruikt als noodstroomgenerator voor een
publiek net, dan mag de generator niet worden gebruikt zonder
beveiliging, die de generator van het net afkoppelt, wanneer de
stroomvoorziening van het net weer is hersteld.
35 De afdekking van de uitgangsklemmen mag nooit worden verwijderd,
wanneer de machine in werking is. Voordat de bedrading wordt
losgemaakt of aangesloten, moeten de belasting en de stroomonderbrekers
worden uitgeschakeld, moet de machine worden stopgezet en dient men te
voorkomen dat de machine per ongeluk kan worden gestart en dat er
restspanning in de stroomkring aanwezig is.
36 Door de generator langdurig op lage belasting te laten draaien, wordt de
levensduur van de motor verkort.
worden
1.5
V
EILIGHEID TIJDENS ONDERHOUD EN
REPARATIES
Onderhoud en reparaties mogen enkel worden uitgevoerd door goed opgeleid
personeel, indien nodig onder toezicht van een daartoe bevoegd persoon.
1
Gebruik enkel het correcte gereedschap voor onderhoud en reparaties.
2
Onderdelen mogen alleen worden vervangen door originele Atlas Copco
onderdelen.
3
Alle werkzaamheden behalve oppervlakkige controles moeten worden
uitgevoerd met een uitgeschakelde machine. Zorg ervoor, dat de machine
niet per ongeluk gestart kan worden. Daarbij dient u een
waarschuwingsplaat aan de startvoorziening te bevestigen met de tekst:
ÓNiet starten; werk in uitvoeringÓ.
Bij machines, die worden aangedreven door een verbrandingsmotor, dient
u de batterij(en) af te schakelen en te verwijderen, of de aansluitingen te
voorzien van isolerende doppen.
Bij elektrisch aangedreven machines dient u de hoofdschakelaar in de
open stand (machine uit) te borgen en dient u de zekeringen te
verwijderen. Daarbij dient u een waarschuwingsplaat aan de
zekeringenkast of hoofdschakelaar te bevestigen met de tekst: ÓSpanning
niet inschakelen; werk in uitvoeringÓ.
4
Voor het demonteren van een onder druk staand onderdeel dient u de
compressor effectief af te sluiten van alle drukbronnen en de druk uit het
gehele systeem af te laten. Vertrouw nooit op terugslagkleppen
(afsluitkleppen) voor het afsluiten van druksystemen. Daarbij dient u een
waarschuwingsplaat aan elk van de luchtuitlaatkleppen te bevestigen met
de tekst: ÓNiet openen; werk in uitvoeringÓ.
5
Voordat u een motor of andere machine uit elkaar haalt, dient u ervoor te
zorgen, dat er geen beweegbare delen kunnen kantelen, bewegen of
vallen.
6
Zorg ervoor, dat er nooit gereedschappen, losse onderdelen of lappen op
de machine blijven liggen. Laat nooit lappen of losse kleding liggen in de
buurt van de luchtinlaat.
7
Gebruik
voorreinigingswerkzaamheden.
8
Neem beschermende maatregelen tegen giftige dampen afkomstig van
reinigingsmiddelen.
9
Gebruik nooit machinedelen om op de machine te klimmen.
10 Let zeer zorgvuldig op netheid tijdens onderhoud en reparaties. Houdt het
vuil weg door de onderdelen en openingen met een schone doek, papier of
kleefband af te dekken.
of
nooit
brandbare
reinigingsmiddelen
45

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Xas96 ddg it