[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren
Zie ook "[4] Desinfecteringsfunctie" op pagina 24 voor meer
informatie over de desinfecteringsfunctie.
■
[5-00]
Instelpunt:
te
desinfectering
■
[5-01] Interval: tijd gedurende welke de temperatuur van het
instelpunt voor desinfectering moet behouden blijven
T
A
B
D
E
F
G
A
Opslag (indien geactiveerd)
B
Warmhouden (indien geactiveerd)
C
Desinfecteren (indien geactiveerd)
Lokale instellingen
D
Temperatuur desinfecteren [5-00] (bijv. 70°C)
E
Temperatuur warmwateropslag [b-03] (bijv. 60°C)
F
Maximum watertemperatuur warmhouden [b-01] (bijv. 45°C)
G
Minimum watertemperatuur warmhouden [b-00] (bijv. 35°C)
t
Tijd
T
Temperatuur tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
Zie ook "[2] Automatische terugstelfunctie" op pagina 23 voor meer
informatie over de terugstelfunctie.
■
[5-02] Terugsteltemperatuur uittredend water
■
[5-03] Terugsteltemperatuur kamer
[6] Instelling optie
■
[6-00] Optie tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
Als de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik is
geïnstalleerd, moet de werking ervan worden geactiveerd door
middel van een lokale instelling. Standaard [6-00]=0; dit
betekent dat geen tank geïnstalleerd is. Stel [6-00] in op 1 als de
optionele tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
geïnstalleerd is.
LET OP
Wanneer u de optie tank voor warm water voor
huishoudelijk
aanbevolen standaardinstellingen actief:
■
[1-00]=1=automatische opslag 's nachts
■
[4-00]=1=desinfecteringsfunctie
■
[6-01] Optie externe kamerthermostaat
Als de optionele externe kamerthermostaat is geïnstalleerd,
moet de werking ervan worden geactiveerd door middel van een
lokale instelling. Standaard [6-01]=0; dit betekent dat geen
externe kamerthermostaat geïnstalleerd is. Stel [6-01] in op 1
als de optionele externe kamerthermostaat geïnstalleerd is.
De externe kamerthermostaat stuurt alleen een AAN/UIT-
signaal naar de warmtepomp op basis van de kamer-
temperatuur. Omdat hij niet doorlopend informatie doorstuurt
naar de warmtepomp vult hij de kamerthermostaatfunctie van
de afstandsbediening aan. Om het systeem goed te kunnen
besturen en frequent AAN/UIT te voorkomen, is het aanbevolen
om met automatische weersafhankelijke instelpunten te werken.
Montagehandleiding
25
bereiken
watertemperatuur
C
[5-01]
t
gebruik
activeert,
worden
■
[6-02] Verwarmingskit
Na installatie van de verwarmingskit, kunt u de kit activeren door
lokale instelling [6-02]=1 in te stellen.
Vanaf dat punt houdt het warmtepompsysteem rekening met de
voor
verwarmingskit voor het bepalen van de werking. Wanneer de
verwarming actief is, staat het verwarmingssymbool ( op de
afstandsbediening. Er is geen aanduiding van stap 1-2.
Voor meer informatie, zie de montagehandleiding van de
verwarmingskit, vooral voor wat betreft het testbedrijf voor de
verwarmingskit.
■
[6-03] Ondersteuning voor zonnekit
Zie de montagehandleiding van de EKHWP voor meer
informatie.
■
[6-04] Stand voeding met kWh-voordeeltarief
Als een voeding met kWh-voordeeltarief wordt gebruikt, moet
deze stand worden geselecteerd. Standaard [6-04]=0; dit
betekent dat geen voeding met kWh-voordeeltarief wordt
gebruikt.
Stel [6-04] in op 1 voor de stand voeding met kWh-
voordeeltarief 1 te gebruiken (normaal gesloten contact dat
opent wanneer de voeding wordt onderbroken), of stel [6-04] in
op 2 voor de stand kWh-voordeeltarief 2 (normaal open contact
dat sluit wanneer de voeding wordt onderbroken).
Zie "Aansluiting op een voeding met kWh-voordeeltarief" op
pagina 19 voor meer informatie.
[7] Instelling optie
■
[7-00] Optie bodemplaatverwarming
Een optionele bodemplaatverwarming kan in uw buitenunit
worden geïnstalleerd. In het geval een RRRQ*-buitenunit
(speciaal model met vorstbeveiliging) is geïnstalleerd, is de unit
al standaard uitgerust met een bodemplaatverwarming.
Als de bodemplaatverwarming is geïnstalleerd, moet de werking
ervan worden geactiveerd door middel van een lokale instelling.
Standaard [7-00]=1; dit betekent dat de bodemplaatverwarming
is geïnstalleerd. Stel [7-00] in op 0 als geen bodemplaat-
verwarming geïnstalleerd is.
■
[7-02] Zie hoofdstuk "Besturing met meerdere instelpunten" op
pagina 31
■
[7-03] Zie hoofdstuk "Besturing met meerdere instelpunten" op
pagina 31
■
[7-04] Zie hoofdstuk "Besturing met meerdere instelpunten" op
pagina 31
[8] Instelling optie
■
de
[8-00] Temperatuurregeling afstandsbediening
Met de bij de unit geleverde afstandsbediening zijn 2 soorten
temperatuurregeling mogelijk. Standaard [8-00]=1; dit betekent
dat de afstandsbediening als kamerthermostaat wordt gebruikt,
zodat de afstandsbediening in de woonkamer kan worden
geplaatst om de kamertemperatuur te regelen. Stel [8-00] in
op 0 om de unit met temperatuurregeling uittredend water te
gebruiken.
■
[8-01] Optionele instelling backupverwarming
Deze instelling geldt voor installaties met een backup-
verwarming (zie "[6-02] Verwarmingskit" op pagina 25).
■ [8-01]=0 (standaard)
De backupverwarming werkt niet in de stand voeding met
kWh-voordeeltarief. Bij lagere omgevingstemperaturen wordt
de werking van de warmtepomp niet automatisch stilgelegd.
■ [8-01]=1
Bij werking met voeding met kWh-voordeeltarief werkt de
backupverwarming
omgevingstemperaturen van minder dan –25°C wordt de
warmtepomp stilgelegd en wordt de unit automatisch in de
noodwerking geschakeld.
Zie de montagehandleiding van de backupverwarming voor
meer informatie over aansluitingen op de backupverwarming.
automatisch
in
de
noodstand. Bij
RKHBRD011~016ABV1+Y1
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW61218-1A