8
Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Sluit
ingeval van een waterlek de waterinlaat- en uitlaatkleppen en
neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
9
Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
10 Ontluchtingsklep
Controleer of de ontluchtingsklep van de warmtepomp open
staat (minstens 2 draaien).
Controleer of de ontluchtingsklep van de verwarmingskit open
staat (minstens 2 draaien). Zie de montagehandleiding van de
verwarmingskit.
11 Afsluiters
Zorg ervoor dat de afsluiters correct geïnstalleerd zijn en
helemaal open staan.
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen gebruikt,
wordt de pomp beschadigd!
Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd, waarna u de unit
kunt opstarten. Wanneer de stroomvoorziening naar de binnenunit
wordt ingeschakeld, verschijnt op de afstandsbediening "88" terwijl
deze wordt geïnitialiseerd, wat tot 30 seconden kan duren. Intussen
kunt u de afstandsbediening niet gebruiken.
Lokale instellingen
De configuratie van de binnenunit door de installateur dient te zijn
afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde
opties, enz.) en de noden van de gebruiker. Daartoe zijn er enkele
zogenaamde
lokale
instellingen
instellingen kunnen worden opgeroepen en geprogrammeerd via de
gebruikersinterface op de binnenunit.
Aan elke lokale instelling is een getal of code van 3 cijfers toegekend,
bijv. [5-03], die is weergegeven op het display van de gebruikers-
interface. Het eerste cijfer [5] geeft de 'eerste code' of groep lokale
instellingen weer. Het tweede en derde cijfer [03] samen geven de
'tweede code' aan.
Een lijst van alle lokale instellingen en standaardwaarden vindt u in
"Tabel lokale instellingen" op pagina 34. In deze lijst hebben we
2 kolommen voorzien voor de datum en de waarden van de gewij-
zigde lokale instellingen die verschillen van de standaardwaarden.
Een gedetailleerde beschrijving van elke lokale instelling vindt u
onder "Gedetailleerde beschrijving" op pagina 22.
Zie Bijlage op pagina 41 voor een gedetailleerd overzicht en de
stappen voor het opstarten van de unit.
Montagehandleiding
21
beschikbaar.
Deze
lokale
Werkwijze
Ga als volgt te werk om één of meer lokale instellingen te wijzigen.
3
2
Houd de z-knop minstens 5 seconden ingedrukt om naar de
1
LOKALE INSTELSTAND te gaan.
Het symbool $ (3) verschijnt op het display. De huidige
geselecteerde lokale instelcode wordt weergegeven ; (2),
met rechts ervan de ingestelde waarde - (1).
Druk op de ébi-knop om de eerste code van de gepaste
2
lokale instelling te selecteren.
Druk op de ébj-knop om de tweede code van de gepaste
3
lokale instelling te selecteren.
Druk op de pfi-knop en pfj-knop om de
4
ingestelde waarde van de geselecteerde lokale instelling te
wijzigen.
Sla de nieuwe waarde op door op de pr-knop te drukken.
5
6
Herhaal stap 2 tot en met 4 om andere lokale instellingen te
wijzigen wanneer nodig.
Wanneer u klaar bent, drukt u op de z-knop om de LOKALE
7
INSTELSTAND te verlaten.
■
Wijzigingen in een specifieke lokale instelling
LET OP
worden pas opgeslagen wanneer op de pr-knop
wordt gedrukt. Door te navigeren naar een
nieuwe lokale instelcode of door te drukken op de
z-knop
wordt
ongedaan gemaakt.
■
De lokale instellingen staan gegroepeerd op de
eerste code.
Bijvoorbeeld: lokale instellingen [0-00], [0-01],
[0-02] en [0-03] behoren tot groep "0".
Wanneer binnen eenzelfde groep verschillende
waarden worden veranderd, kunt u met een druk
op de pr-knop alle in deze groep veranderde
waarden opslaan.
Vergeet dit niet wanneer u lokale instellingen
binnen eenzelfde groep verandert en op de pr-
knop drukt.
■
LET OP
Vóórdat de unit de fabriek heeft verlaten, zijn de
instelwaarden ingesteld zoals aangegeven onder
"Tabel lokale instellingen" op pagina 34.
■
Bij het verlaten van de LOKALE INSTELSTAND is
het mogelijk dat "88" op het lcd-scherm van de
afstandsbediening verschijnt terwijl deze wordt
geïnitialiseerd.
Bij het doorlopen van de lokale instellingen zult u
misschien zien dat er meer lokale instellingen zijn dan
vermeld in de "Tabel lokale instellingen" op pagina 34.
Deze lokale instellingen zijn niet van toepassing en
mogen niet worden veranderd!
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
1
de
aangebrachte
wijziging
RKHBRD011~016ABV1+Y1
4PW61218-1A