De terugstelfunctie kan worden geconfigureerd voor zowel besturing
op basis van kamertemperatuur als op basis van watertemperatuur.
T
A
21°C
[5-03] 18°C
[2-01]
A
Instelpunt normale kamertemperatuur
t
Tijd
T
Temperatuur
T
A
65°C
5°C [5-02]
B
60°C
[2-01]
A
Instelpunt normale temperatuur uittredend water
B
Terugsteltemperatuur uittredend water
t
Tijd
T
Temperatuur
Het wordt aanbevolen om de starttijd van automatische opslag
's nachts [1-01] in te stellen op het moment dat de terugstelfunctie
start [2-01].
Zie "[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren" op
pagina 25 voor temperatuurinstelpunten.
[3] Weersafhankelijk instelpunt
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd, wordt de
temperatuur uittredend water automatisch bepaald op basis van de
buitentemperatuur: koudere buitentemperaturen zorgen voor warmer
water en omgekeerd. De unit heeft een variabel instelpunt. Deze
werking heeft een lager stroomverbruik dan met een manueel
vastgelegd instelpunt temperatuur uittredend water.
In de weersafhankelijke werking kan de gebruiker de doel-
temperatuur van het water met maximaal 5°C verhogen of verlagen.
Deze "
" is het temperatuurverschil tussen het temperatuur-
instelpunt berekend door de controller en het werkelijke instelpunt.
Een positieve verschuivingswaarde bijvoorbeeld betekent dat het
reële temperatuurinstelpunt hoger ligt dan het berekende instelpunt.
Werk bij voorkeur met weersafhankelijk instelpunt omdat dit de
watertemperatuur aanpast aan de actuele vereisten voor het
verwarmen van ruimten. Het voorkomt dat de unit te veel tussen
thermo AAN- en thermo UIT-werking schakelt wanneer u de
kamerthermostaat van de afstandsbediening of een externe
kamerthermostaat gebruikt.
T
t
Lo_Ti
Hi_Ti
Lo_A
T
Doeltemperatuur water
t
T
Buitentemperatuur
A
= Verschuivingswaarde
RKHBRD011~016ABV1+Y1
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW61218-1A
t
[2-02]
t
[2-02]
+ 05
00
Shift value
– 05
Hi_A
T
A
■
[3-00]
Lage
omgevingstemperatuur
buitentemperatuur.
■
[3-01]
Hoge
omgevingstemperatuur
buitentemperatuur.
■
[3-02] Instelpunt bij lage omgevingstemperatuur (Lo_Ti): de
doeltemperatuur van het uitlaatwater wanneer de buiten-
temperatuur gelijk is aan of lager daalt dan de lage
omgevingstemperatuur (Lo_A).
Merk op dat de Lo_Ti-waarde hoger dient te zijn dan Hi_Ti, omdat
voor koudere buitentemperaturen (nl. Lo_A) warmer water is
vereist.
■
[3-03] Instelpunt bij hoge omgevingstemperatuur (Hi_Ti): de
doeltemperatuur van het uitlaatwater wanneer de buiten-
temperatuur gelijk is aan of hoger stijgt dan de hoge
omgevingstemperatuur (Hi_A).
Let op dat de Hi_Ti-waarde lager dient te zijn dan Lo_Ti, omdat
voor warmere buitentemperaturen (nl. Hi_A) minder warm water
volstaat.
LET OP
Als [3-03] per ongeluk op een hogere waarde dan die
van [3-02] wordt ingesteld, wordt altijd de waarde van
[3-03] gebruikt.
[4] Desinfecteringsfunctie
Deze stand desinfecteert de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik door het water voor huishoudelijk gebruik regelmatig tot op
een bepaalde temperatuur te verwarmen.
Als een tank voor warm water voor huishoudelijk
LET OP
gebruik geïnstalleerd is, is de desinfecteringsfunctie
standaard geactiveerd.
■
[4-00] Status: bepaalt of de desinfecteringsfunctie AAN (1) of
UIT (0) staat.
■
[4-01] Werkingsinterval: dag van de week waarop het water voor
huishoudelijk gebruik moet worden verwarmd.
■
[4-02] Starttijd: tijdstip waarop het desinfecteren wordt gestart
Zelfs wanneer alle timers gedeactiveerd zijn en er geen functie
warmhouden actief is, werkt de desinfecteringsfunctie als een tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik geïnstalleerd is en lokale
instelling [4-00] op AAN staat.
De lokale instellingen van de desinfecteringsfunctie
moeten worden geconfigureerd door de installateur in
overeenstemming
met
regelgevingen.
Zie "[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren" voor
temperatuurinstelpunten.
(Lo_A):
lage
(Hi_A):
hoge
de
nationale
en
lokale
Montagehandleiding
24