7.
Bijwerkingen
Kenmerkende bijwerkingen bij gebruik van tracheostomiecanules zijn
onder andere: drukpunten, stenose, irritatie van de huid, moeten hoes-
ten en slikproblemen.
Tijdens het inbrengen en verwijderen van de canule kan er irritatie of
een bloeding of hoestneiging ontstaan.
Neem bij ongewenste effecten onmiddellijk contact op met een arts.
8.
Functionele beschrijving
8.1
De canule voorbereiden
NB: Als de canule een inspectiestap niet doorstaat, herhaal dan de
procedure met een nieuwe TRACOE silcosoft tracheostomiecanule.
Houd de canule met het lotnummer bij de hand bij contactopname
met de TRACOE Klantenservice.
De volgende functies moet onmiddellijk vóór gebruik worden gecon-
troleerd:
•
Inspecteer de steriele verpakking om na te gaan dat deze dicht
en onbeschadigd is en dat alle onderdelen aanwezig zijn.
•
Open de verpakking en inspecteer het hulpmiddel voor gebruik
op beschadigingen.
•
Ga na dat de obturator gemakkelijk in en uit de canule kan wor-
den geschoven.
•
Ga na dat de beoogde suctiekatheter de juiste maat heeft en
gemakkelijk in de canule kan worden ingevoerd.
NL
•
Indien de obturator of suctiekatheter niet makkelijk verwijderd
kan worden, breng dan wat in water oplosbare glijgel aan op de tip
van de obturator of katheter.
Als het hulpmiddel niet door de voorinspectie komt, gooi het dan weg
en herhaal de procedure met een nieuw hulpmiddel.
Aanvullende inspectievereisten voor canules met H
de pilootballon vóór gebruik en voer een vultest uit met de H
na te gaan dat de cuff lekvrij is en uniform wordt gevuld.
Vultest H
O Cuff: Gebruik een steriele injectiespuit (0 – 10 ml) met
2
milliliteraanduiding. Vul de injectiespuit met steriel water en sluit deze
aan op de vrouwelijke luerconnector (5c) van de vulslang (controle-
klep). Druk de zuiger van de injectiespuit in en vul de H
(maximaal) 2 ml vloeistof. Controleer de ballon om na te gaan dat de
cuff lekvrij is en uniform wordt gevuld. Als de inspectie is uitgevoerd,
verwijdert u het steriele water uit de cuff door de zuiger van de injec-
tiespuit terug te trekken. Zodra al het water is verwijderd, is de canule
(met lege cuff) klaar voor inbrenging. Zie rubriek 8.4
Waarschuwing
•
Als de H
•
Als de H
miecanule kleeft, drukt u de cuff voorzichtig tussen duim en wijsvinger
142
O Cuff lekt, mag u de canule niet gebruiken.
2
O Cuff niet kan worden gevuld, of aan de tracheosto-
2
O Cuff: Inspecteer
2
O Cuff om
2
O Cuff met
2