•
Zorg ervoor dat de canule niet verstopt raakt bij het aanbrengen
van gel op de tip van de obturator, om te voorkomen dat de luchtweer-
stand toeneemt.
•
Controleer de positie en werking van de canule na het inbren-
gen. Een onjuiste plaatsing kan leiden tot permanente schade aan het
slijmvlies van de trachea of verhoogde luchtweerstand.
•
Verplaats of verschuif de canule niet nadat deze is ingebracht,
omdat dit kan leiden tot beschadiging van de stoma/trachea of onvol-
doende beademing.
•
Er is een zeer geringe stijging in luchtweerstand mogelijk als
het slijm niet regelmatig uit de canule wordt verwijderd.
•
Gebruik uitsluitend suctiekatheters om slijm uit de luchtwegen
van de patiënt en de tracheostomiecanule te verwijderen. Instrumen-
ten met een conische tip kunnen beklemd raken in de canule en de
beademing belemmeren.
•
Controleer alle verbindingen regelmatig om te voorkomen dat
de canule onbedoeld losraakt van externe apparatuur en om een effi-
ciënte beademing te garanderen.
•
Vul de H
2
niet met lucht, aangezien dat de afsluitende werking van de cuff zou
verhinderen, met als gevolg het risico op aspiratie of longontsteking
tijdens beademing (ventilator associated pneumonia; VAP).
•
De H
O Cuff is een HPLV-cuff (hoge druk, laag volume) en daar-
2
om houdt de gemeten cuffdruk geen verband met de feitelijke cuffdruk
uitgeoefend op de wand van de trachea.
•
Vóór de H
ter) dient te worden nagegaan dat de bovenste luchtwegen van de
patiënt vrij zijn van belemmeringen. Indien van toepassing dienen de
bovenste luchtwegen te worden vrijgemaakt door uitzuigen en indien
mogelijk de patiënt te laten hoesten.
•
Vul de H
permanente schade aan de trachea oplevert.
•
Onvoldoende vulling van de H
hoogd risico op aspiratie of VAP (ventilator associated pneumonia).
•
Als de cuff lekt tijdens gebruik, dient u de canule te vervangen
en contact op te nemen met de TRACOE klantenservice.
•
Ga na dat de H
of verwijderen van de canule, om schade aan de stoma of trachea
te voorkomen (zie hoofdstuk 8). Als het niet mogelijk is om de cuff te
legen, kunt u de vullijn met een schaar doorknippen en de vloeistof
laten weglopen. In dat geval is het product daarna defect en moet het
worden vervangen.
•
Aanvullende proximale verlengstukken, bijv. TRACOE kids ver-
lengstuk REF 356, mogen niet worden gebruikt in combinatie met een
proximaal verlengde TRACOE silcosoft canule (REF 361, REF 363,
REF 371, REF 373).
O Cuff uitsluitend met steriel water. Vul de H
O Cuff wordt geleegd (verwijdering van steriel wa-
2
O Cuff niet overmatig, aangezien dat een risico op
2
O Cuff helemaal leeg is vóór het inbrengen
2
O Cuff kan leiden tot een ver-
2
O Cuff
2
NL
141