Merit Medical HERO GRAFT Mode D'emploi page 69

DE GRAFT IMPLANTEREN
1. Maak een incisie op de geselecteerde arteriële anastomose-locatie. Gebruik een standaard siliconenteugel om de ader bloot te leggen en te
verifiëren dat de ID groter is dan 3 mm. Verifieer doorgankelijkheid via Doppler of tastbaar gevoel.
Let op: Het gebruik van de HeRO Graft is klinisch bestudeerd met gebruik van de bovenarmslagader. Arteriële implantatie van het
instrument in andere arteriën is NIET bestudeerd en houdt een vergroot risico in van nadelige bijwerkingen die tijdens de
klinische studie niet naar voren zijn gekomen. Het identificeren van een alternatieve slagader met een binnendiameter van
3 mm of meer kan echter resulteren in een verbeterde bloeddoorstroom in vergelijking met een bovenarmslagader die een
binnendiameter heeft van minder dan 3 mm.
2. U dient bij grafts die met de adapter en ondersteuningsafdichting (indien van toepassing) worden gebruikt de gebruiksinstructies van de
fabrikant te raadplegen voor juiste tunneling en implantatie.
3. Laat ongeveer 8 cm van de graft uitsteken bij de DPG-incisielocatie om het verbinden van de graft en het onderdeel voor veneuze uitstroom
te vergemakkelijken.
4. Knip de graft los van de tunneler en gebruik een standaard vaatklem om de graft af te sluiten op de anastomoselocatie.
DE HeRO GRAFT AANSLUITEN
1. Plaats een steriel gaasje van 10x10 cm tussen het onderdeel voor veneuze uitstroom en de DPG-incisielocatie om te voorkomen dat
overblijfselen de incisie contamineren.
2. Bepaal de lengte voor het onderdeel voor veneuze uitstroom die nodig is om verbinding te maken met de graft op de DPG-locatie. Maak een
rechte knip met een schaar voor zwaar knipwerk.
Let op: Voer GEEN testpassing uit van het onderdeel voor veneuze uitstroom op het uiteinde van de adapter dat voor aansluiting van
het onderdeel voor veneuze uitstroom bestemd is, aangezien de instrumenten zo zijn ontworpen dat ze niet kunnen worden
gescheiden als ze eenmaal verbonden zijn.
3. Houd het onderdeel voor veneuze uitstroom 2cm van de knip vast en schuif het over beide weerhaken tot aan het schouderstuk van de adapter.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u het wikkelingsgedeelte van de ondersteuningsafdichting niet knikt of comprimeert tijdens het koppelen.
Let op: Het onderdeel voor veneuze uitstroom van de HeRO Graft is zo ontworpen dat beide weerhaken op de connector stevig vast
komen te zitten zodat de delen niet los kunnen raken. Als scheiding noodzakelijk is, moet een nieuwe rechte knip worden
gemaakt in het onderdeel voor veneuze uitstroom vlak bij de adapter. Wees voorzichtig bij het afknippen en verwijderen van
het overtollige deel van het onderdeel voor veneuze uitstroom van de adapter. Verwijder eventueel materiaal of residu van
de adapter Als de adapter beschadigd raakt tijdens de scheiding, moet een nieuw instrument worden gebruikt. Gebruik
fluorescopie om de positie van de radiopake tip te controleren nadat een aanpassing is gemaakt.
Let op: Zorg ervoor dat u de ondersteuningsafdichting niet vastgrijpt, afpelt of anderszins beschadigt, aangezien dit de integriteit
van de graft kan aantasten. Het is belangrijk dat u contact met de ondersteuningsafdichting vermijdt tijdens het aansluiten
van het instrument. Zorg ervoor dat de ondersteuningsafdichting niet geplet of beschadigd raakt.
Let op: Als tijdens de implantatie schade aan de ondersteuningsafdichting wordt geconstateerd, moeten nieuwe componenten
worden gebruikt.
Let op: Een beschadigde ondersteuningsafdichting kan leiden tot onderbreking van de doorstroom in de HeRO Graft en kan bijdragen
aan voortijdige occlusie en/of herhaaldelijke occlusie van het instrument.
4. Verifieer of het onderdeel voor veneuze uitstroom volledig op de adapter is geschoven en dat het op één vlak ligt met het schouderstuk van
de adapter.
5. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, dient u fluorescopie te gebruiken om de locatie van de radiopake tip in het midden tot bovenste deel
van de rechterboezem te verifiëren.
6. Plaats de adapter zorgvuldig in het zachte weefsel bij de DPG. Herpositioneer de graft vanaf het arteriële uiteinde om overtollig materiaal te
verwijderen.
7. Verwijder de klemmen bij het onderdeel voor veneuze uitstroom en arteriële anastomose-locaties om de volledige HeRO Graft terug te
laten bloeden.
8. Klem de graft opnieuw vast. Vermijd hierbij de ondersteuningsafdichting aan te raken.
9. Bevestig een injectiespuit met gehepariniseerde zoutoplossing aan de graft met behulp van een injectiespuitadapter. Verwijder de klem en spoel
de gehele HeRO Graft uit. Verifieer dat er geen lekkage is bij de verbindingslocaties en breng opnieuw een klem aan de graft.
Let op: Controleer of de verbindingen goed zijn als lekkage wordt waargenomen. Indien er een lek is op de adapterlocatie, dient u de
klemmen zo mogelijk verder dicht te zetten en dient u te controleren of het onderdeel voor veneuze uitstroom goed is aangesloten
(zie: HET KOPPELEN VAN DE HeRO-GRAFT en HET ASSEMBLEREN VAN DE ADAPTER). Als het lekken na het volgen van de voorgaande
stappen blijft aanhouden, dient u een van de volgende twee opties te overwegen voor het implanteren van de HeRO Graft.
OPTIE 1: Verwijder en vervang de adapter en de ondersteuningsafdichting (indien van toepassing)
1. Gebruik een schaar om een rechte knip te maken in degraft, in de buurt van het instroomuiteinde van de adapter (afb. 1 en 2) of de wikkeling van
de ondersteuningsafdichting (indien van toepassing, afb. 3 en 4).
Afb. 1
DUTCH / NEDERLANDS
Afb. 2 Afb. 3
69
Afb. 4