•
Bij gelijktijdig gebruik van andere medische producten
moet de relevante handleiding in acht worden genomen. Bij twijfel
moet contact opgenomen worden met de betreffende fabrikant.
6.
Waarschuwingen
•
Niet gebruiken als de steriele verpakking beschadigd is.
•
De bij de tracheostomiecanule geleverde atraumatische
inbrenghulp mag alleen worden gebruikt voor de bijpassende
tracheostomiecanule van de juiste maat. De maat is zichtbaar op
de inbrenghulp.
•
Gebruik nooit gevensterde interne canules voor de be-
ademing.
•
Gebruik de sluitkap alleen met gevensterde canules (ex-
terne + interne canule) en gedeblokkeerde manchet.
•
Tijdens de slaap mag geen spreekventiel worden gebruikt.
•
Bij behandelingen met laser of elektrochirurgische appa-
raten dient voldoende afstand gehouden te worden tot de trache-
ostomiecanule. Er is gevaar voor brand, er kunnen zich giftige
gassen vormen en de canule kan beschadigd raken.
•
De canule moet zo geselecteerd worden dat de venste-
ring (indien voorhanden) voldoende ver van het stomakanaal is
geplaatst. Als dit niet in acht genomen wordt, is er bij bij be-
ademde patiënten gevaar voor emfyseem, vorming van granula-
tieweefsel of verhoogde ademweerstand bij gebruik van spreek-
ventielen of sluitkappen.
•
Bij het gebruik van een gevensterde canule kan er meer
granulatieweefsel gevormd worden.
•
De manchetdruk kan veranderen bij o.a. hoogteveranderin-
gen (bijv. in het vliegtuig), bij gebruik van lachgas in de anesthesie
en bij het verbinden of ontkoppelen van een handmanometer.
•
Bij een te hoge manchetdruk bestaat er gevaar voor een
permanente beschadiging van de luchtpijp.
•
Bij een te hoge manchetdruk kan een hernia van de man-
chet ontstaan.
•
Bij een te lage manchetdruk dreigt aspiratiegevaar.
•
Bij het gebruik van de Luer-connectoren (bijv. 2a + 9)
moeten verwisselingen voorkomen worden.
•
Bij het inbrengen en verwijderen van de canule kunnen
irritaties, prikkelhoest of bloedingen optreden.
7.
Ongewenste bijwerkingen
Drukletsels, necroses, huidirritaties, granulatieweefsel, prikkel-
hoest, slikstoornissen en bloedingen.
NL
137