Télécharger Imprimer la page

fischertechnik COMPUTING ROBO MOBILE SET 8 Mode D'emploi page 110

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 59
R
O B O
NL
Ti p s :
• Breng eerst de poten aan de linker- en rechterzijde in hun uitgangspositie. Schakel daarvoor beide
• De procedure mag pas verdergaan als contactschakelaar I1 en I2 allebei niet zijn ingedrukt (dit moet
• Laat de motoren lopen totdat de desbetreffende contactschakelaar (I1 voor M1, I2 voor M2) weer is
• Nu kan de cyclus weer vooraan beginnen en voert de robot zijn tweede stap uit. Het model blijft nu
• Je vindt het kant-en-klare programma onder Lopende robot1.rpp.
Op dezelfde manier als bij het rijdende basismodel kun je het model nu naar links, rechts of achteruit
laten lopen door de motordraairichtingen te veranderen. Voor het tellen van de stappen kun je I1 of I2
gebruiken.
Ti p s :
• Kopieer gewoon het programma Laufroboter1.rpp naar een subprogramma.
• Kopieer dit subprogramma zo vaak als nodig is voor de verschillende looprichtingen. Verander de
• Gebruik het element Getallenlus om het aantal stappen voor elke draairichting te tellen. Het model
Op deze manier kun je je lopende robot een willekeurige
reeks stappen bijbrengen (Lopende robot 2.rpp).
Bij de rijdende robots hebben we het thema
"hindernisherkenning" al uitvoerig behandeld. We
1 1
0 0
8 8
1 1
0 0
8 8
M
S
O B I L E
E T
motoren in (draairichting linksom).
worden afgevraagd zodra het model de tweede stap moet nemen).
ingedrukt. Daarbij is het belangrijk dat het model pas begint met de volgende stap als beide
contactschakelaars zijn ingedrukt. Dan staan de poten namelijk in de juiste stand ten opzichte van
elkaar. Een voorwaarde daarvoor is echter ook dat de krukken die de poten aandrijven correct zijn
afgesteld, zoals in de bouwinstructies is beschreven.
vooruit lopen totdat jij het programma stopt.
O p d r a c h t 2 ( N i v e a u 2 ) :
● Programmeer je model zo, dat het 10 stappen vooruit, 3 stappen naar links, 3
stappen naar rechts en weer 10 stappen achteruit loopt.
● Maak voor elke richting een afzonderlijk subprogramma aan.
● Maak voor het tellen van de stappen gebruik van het element Getallenlus.
draairichting van de motoren in elk subprogramma zodat het model zich in de gewenste richting
verplaatst.
voert een stap uit telkens als er een subprogramma wordt doorlopen. Als het programma de lus met
het subprogramma 10 maal doorloopt, dan voert het model 10 stappen uit.
gaan dat hier niet nog eens herhalen. Probeer
deze gedraging echter eens door de lopende
robot te laten uitvoeren. De sensoren
daarvoor vind je in de bouwdoos. Bij
het programmeren kun je de rijdende
robot als voorbeeld nemen. Veel succes!
B
E G E L E I D E N D
B O E K J E

Publicité

loading