Télécharger Imprimer la page

EINHELL FREELEXO CAM Instructions D'origine page 256

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 68
6. Bediening
6.1 Hoofdschakelaar
De maairobot is uitgerust met een hoofdscha-
kelaar (7). Schakel de maairobot met de hoof-
dschakelaar (7) in (ON) en uit (OFF) (afbeelding
8). Na het inschakelen van de maairobot wordt
deze met de PIN vergrendeld.
6.2 Bedieningsveld
Via het bedieningsveld (2) kunt u instellingen aan
uw maairobot uitvoeren. De geïntegreerde LED-
indicatie geeft u informatie over de status van uw
maairobot. Maak u vertrouwd met de besturing en
de beschikbare opties.
Verklaring van de LEDs van het bedienings-
veld (afbeelding 9a)
50. Tijd-LEDs: indicatie van de dagelijkse maaitijd
51. Vergrendelings-LED: indicatie van de toetsb-
lokkering
52. Status-LED: indicatie van de status van de
maairobot en van het maaivlak
53. Regensensor-LED: indicatie of de regensen-
sor heeft gereageerd
54. GNSS-LED: indicatie van de status van het
GNSS-signaal
55. Accu-LED: indicatie van de toestand van de
accu
56. Leitabel-LED: indicatie van de grenskwaliteit
en of er sprake is van een fout van de leikabel
57. Alarm-LED: indicatie van fouten
Een overzicht van belangrijke statusindicaties
vindt u aan het einde van deze handleiding en in
het hoofdstuk 'Indicatie van de maairobot en ver-
helpen van fouten'.
Verklaring van de toetsopties van het bedie-
ningsveld (afbeelding 9b)
60. Toetsen voor de instelling van de maaitijd en
PIN-invoer
61. Toets 'HOME'
62. Vergrendelingstoets
63. Toets 'OK'
64. Toets 'START A/B'
6.3 Maaihoogteverstelling
Opgelet! Het verstellen van de maaihoogte mag
alleen worden uitgevoerd bij uitgeschakelde maai-
robot. Druk daarvoor op de 'STOP'-toets (3). De
maairobot maakt via de maaihoogteverstelling (4)
een traploze aanpassing van de maaihoogte tus-
sen 20 en 60 mm mogelijk, die op de schaal kan
NL
worden afgelezen.
Als het gras hoger is dan 60 mm, dan moet het tot
minstens 60 mm worden gekort om de maairobot
niet overmatig te belasten en de effi ciëntie niet
te verlagen. Gebruik daarvoor een conventionele
grasmaaier of een trimmer.
Na afsluiting van de installatie kan de maaihoogte
via de verstelling (4) worden aangepast. Begin
altijd met een hogere maaihoogte en verlaag deze
in kleine stappen tot aan de gewenste hoogte.
6.4 Blokkeerinrichting / PIN
De blokkeerinrichting verhindert een niet toeges-
tane inzet van de maairobot zonder een geldige
code. Daarvoor moet u een persoonlijke veilig-
heidscode invoeren die bestaat uit vier tekens.
Ontgrendeling
-
Voordat u de maairobot in bedrijf neemt
moet u de correcte PIN invoeren (standaard
PIN: '1-2-3-4'). Open hiervoor de afdekking
van het bedieningsveld (13) en druk op de
vergrendelingstoets (62). Voer vervolgens de
PIN langzaam in en bevestig de invoer met de
toets 'OK' (63). De bedieningsfuncties worden
ontgrendeld en de vergrendelings-LED (51)
brandt groen.
-
Wanneer u een verkeerde PIN invoert, dan
knippert de vergrendelings-LED (51) rood.
Druk op de vergrendelingstoets (62) en voer
de PIN opnieuw in.
Vergrendeling
Wanneer u het bedieningsveld (2) wilt vergrende-
len, druk dan op de vergrendelingstoets (62). De
vergrendelings-LED (51) knippert nu ononderbro-
ken rood.
Standaard PIN:
1 2 3 4
PIN wijzigen
Om de PIN te wijzigen gaat u als volgt te werk:
1. Ontgrendel het bedieningsveld (2).
2. Druk 3 seconden gelijktijdig op de toets 'OK'
(63) en de toets '4H' (60). Er weerklinkt een
akoestisch signaal.
3. Voer een nieuwe PIN (vier tekens) in. Druk op
de toets 'OK' (63).
4. Herhaal stap 3 om de nieuwe PIN te bevesti-
gen.
5. Opgelet! Noteer de nieuwe PIN!
- 256 -
Nieuwe PIN:
_ _ _ _

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

34.139.90