V
OORBEELDEN VAN TYPISCHE TOEPASSINGEN
De onderstaande voorbeelden van toepassingen zijn alleen bedoeld
ter illustratie.
Toepassing 1
Toepassing met alleen verwarmen met de op de binnenunit aan-
gesloten kamerthermostaat.
T
1
2
3
4
5
7
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
Pompwerking en verwarmen van ruimten
Wanneer de kamerthermostaat (T) op de binnenunit is aangesloten,
werkt de pomp (4) wanneer de kamerthermostaat een vraag om
verwarming stuurt. De buitenunit begint dan te werken om de in de
gebruikersinterface ingestelde doeltemperatuur van het uitgaand
water te bereiken.
Wanneer de kamertemperatuur boven het instelpunt van de thermo-
staat ligt, worden de buitenunit en de pomp stilgelegd.
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluit-
klemmen (zie "Aansluiting van de thermostaatkabel" op
pagina 19) en configureer de DIP-schakelaars juist (zie
"Configuratie van de installatie van de kamerthermostaat"
op pagina 23).
Montagehandleiding
4
6
FHL1
FHL2
FHL3
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
T
Kamerthermostaat
(optie)
Toepassing 2
Toepassing met alleen verwarmen zonder een op de binnenunit
aangesloten kamerthermostaat. De temperatuur in elke kamer wordt
geregeld door een klep op elk watercircuit. Warm water voor huis-
houdelijk gebruik wordt voorzien door de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik die op de binnenunit is aangesloten.
1
2
3
4
5
8
M
7
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
8
Gemotoriseerde 3-
wegsklep (lokale
levering)
9
Omloopklep
(lokale levering)
Pompwerking
Zonder op de binnenunit (2) aangesloten thermostaat kan de pomp
(4) worden geconfigureerd om te werken zolang de binnenunit is
ingeschakeld, of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
LET OP
Meer informatie over de configuratie van de pomp
vindt u in "Configuratie van de pompwerking" op
pagina 23.
Verwarmen van ruimten
De buitenunit (1) zal werken om de op de gebruikersinterface
ingestelde doeltemperatuur van het uitgaand water te bereiken.
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
LET OP
(FHL1..3) door op afstand gestuurde kleppen (M1..3)
wordt geregeld, moet een omloopklep (9) worden
voorzien om te voorkomen dat de beveiliging met
stromingsschakelaar wordt geactiveerd.
De omloopklep moet worden gekozen zodanig dat de
minimum waterstroom vermeld in "Waterleidingen" op
pagina 14 altijd verzekerd is.
Kies een omloopklep met drukverschilregeling.
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
6
T1
T2
T3
M1
M2
M3
11
12
FHL1
FHL2
FHL3
10
10
Tank voor warm water
voor huishoudelijk
gebruik (optie)
11
Boosterverwarming
12
Warmtewisselaarspiraal
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
T1..3
Individuele
kamerthermostaat (optie)
M1..3
Individuele
gemotoriseerde klep voor
het regelen van de FHL1-
lus (lokale levering)
RKHBH/X008BA
4PW54224-1A
9