V
OORBEELDEN VAN TYPISCHE TOEPASSINGEN
Wanneer het Rotex-systeem in serie met een andere
warmtebron (bijv. een gasboiler) wordt gebruikt, mag de
retourwatertemperatuur naar de warmtewisselaar niet
meer dan 55°C bedragen. Rotex is niet aansprakelijk voor
eventuele schade die ontstaat wanneer dit voorschrift niet
wordt nageleefd.
De onderstaande voorbeelden van toepassingen zijn alleen bedoeld
ter illustratie.
Toepassing 1
Toepassing met alleen verwarmen met een op de binnenunit
aangesloten kamerthermostaat.
T
1
2
3
4
5
7
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
Pompwerking en ruimteverwarming
Wanneer een kamerthermostaat (T) op de binnenunit is aangesloten,
werkt de pomp (4) wanneer de kamerthermostaat een vraag om
verwarming stuurt. De buitenunit begint dan te werken om de in de
gebruikersinterface ingestelde doeltemperatuur van het uitgaand
water te bereiken.
Wanneer de kamertemperatuur boven het instelpunt van de
thermostaat ligt, worden de buitenunit en de pomp stilgelegd.
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluit-
klemmen (zie "Aansluiting van de thermostaatkabel" op
pagina 14) en configureer de DIP-schakelaars juist (zie
"Configuratie van de installatie van de kamerthermostaat"
op pagina 16).
Montagehandleiding
3
6
FHL1
FHL2
FHL3
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
(lokale levering)
T
Kamerthermostaat
(lokale levering)
Toepassing 2
Toepassing met alleen verwarmen zonder een op de binnenunit
aangesloten kamerthermostaat. De temperatuur in elke kamer wordt
geregeld door een klep op elk watercircuit. Warm water voor
huishoudelijk gebruik wordt geleverd door de op de binnenunit
aangesloten tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik.
1
2
3
4
5
8
M
7
1
Buitenunit
2
Binnenunit
3
Warmtewisselaar
4
Pomp
5
Afsluiter
6
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Afsluiter
8
Gemotoriseerde
3-wegsklep (lokale
levering)
9
Omloopklep
(lokale levering)
Pompwerking
Zonder op de binnenunit (2) aangesloten thermostaat kan de pomp
(4) worden geconfigureerd om te werken zolang de binnenunit is
ingeschakeld, of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
Meer informatie over de configuratie van de pomp
LET OP
vindt u in "Configuratie van de pompwerking" op
pagina 17.
Ruimteverwarming
De buitenunit (1) zal werken om de op de gebruikersinterface
ingestelde doeltemperatuur van het uitgaand water te bereiken.
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
(FHL1..3) door op afstand gestuurde kleppen (M1..3)
wordt geregeld, moet een omloopklep (9) worden voorzien
om te voorkomen dat de beveiliging met debietschakelaar
wordt geactiveerd.
De omloopklep moet worden gekozen zodanig dat de
minimum waterstroom vermeld in "Waterleidingen" op
pagina 10 altijd verzekerd is.
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
6
T1
T2
T3
M1
M2
M3
10
11
FHL1
FHL2
FHL3
12
10
Boosterverwarming
11
Warmtewisselaarspiraal
12
Tank voor warm water
voor huishoudelijk
gebruik
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
(lokale levering)
T1..3
Individuele
kamerthermostaat
(lokale levering)
M1..3
Individuele
gemotoriseerde klep voor
het regelen van de
FHL1-lus (lokale
levering)
RKHBH/X016AB
4PW50205-1A
9