Télécharger Imprimer la page

Merit Medical Aspira Mode D'emploi page 39

Cathéter de drainage

Publicité

Aspira® Drainagekatheter
G E B R U I K S I N S T R U C T I E S
PRODUCTBESCHRIJVING
De Aspira® Drainagekatheter is een getunnelde katheter voor de lange termijn
die wordt gebruikt om verzameld vocht uit de pleurale of peritoneale holte af
te voeren om zo symptomen te verlichten die verband houden met pleurale
effusie of kwaadaardige ascites. De katheter wordt geïmplanteerd in de pleurale
of peritoneale holte van de patiënt, voor intermitterende drainage bij de patiënt
thuis. Drainage wordt uitgevoerd met behulp van het Aspira Drainagesysteem.
De primaire componenten van het systeem zijn de Aspira Drainagekatheter en
de Aspira Drainagekit. Het proximale uiteinde van de katheter heeft een klep die
voorkomt dat vloeistof of lucht in of uit de pleurale ruimte of peritoneale holte
stroomt voordat de klep wordt geactiveerd. De klep kan worden geactiveerd
met de goedgekeurde Aspira Drainagezak of door de katheter aan te sluiten op
de wandafzuigeenheid, het afvoersysteem met waterslot, de glazen vacuümfles,
de spuit of een andere geschikte methode met behulp van de luer-adapter of de
universele slangadapter.
De drainagekatheter biedt patiënten een handige en minimaal belastende methode
om pleurale effusie of kwaadaardige ascitessymptomen thuis te verlichten.
INDICATIES VOOR GEBRUIK
Het Aspira Drainagesysteem is geïndiceerd voor intermitterende drainage van
recidiverende en symptomatische pleurale effusies of kwaadaardige ascites. De
katheter is bedoeld voor langdurige toegang tot de pleurale of peritoneale holte
om symptomen zoals dyspneu en pijn op de borst als gevolg van kwaadaardige
pleurale effusies en andere terugkerende effusies te verlichten.
CONTRA-INDICATIES
Dit apparaat is gecontra-indiceerd onder de volgende omstandigheden:
Bekende of vermoede infectie of sepsis van de pleurale of peritoneale holte.
Bekende of vermoede coagulopathie of andere hemorragische predispositie.
Pleuraal of peritoneaal caviteitsvocht is multi-geloculeerd op een wijze
waarbij drainage vanuit één locatie naar verwachting niet tot verlichting van
gerelateerde symptomen zal leiden.
De medische toestand van de patiënt, inclusief de anatomie, is niet toereikend
om een verblijfskatheter voor drainage te kunnen inbrengen.
Dyspneu ontstaan als gevolg van andere medische aandoeningen is niet relevant
voor de pleurale effusie.
Het is bekend of er is verdenking dat de patiënt allergisch is voor materialen in
het systeem.
De patiënt heeft een medische voorgeschiedenis van falen van palliatieve
symptoombestrijding door drainage.
WAARSCHUWINGEN
Uitsluitend voor gebruik bij één patiënt. Niet hergebruiken, recycleren of opnieuw
steriliseren. Hergebruik, recycleren of opnieuw steriliseren kan de structurele
integriteit van het instrument in gevaar brengen en/of tot ontregeling van
het instrument leiden, wat weer kan resulteren in letsel, ziekte of dood van
de patiënt. Hergebruik, recycleren of opnieuw steriliseren kan ook het risico
inhouden dat het instrument verontreinigd raakt en/of dat patiëntbesmetting
of kruisbesmetting ontstaat, inclusief maar niet beperkt tot de overdracht van
besmettelijke ziekte(s) van de ene patiënt naar de andere. Verontreiniging van
het instrument kan leiden tot letsel, ziekte of de dood van de patiënt.
Oefen geen overmatige kracht uit op de klep of katheter. Overmatige kracht of
onjuist gebruik kan het apparaat beschadigen of leiden tot onbedoeld losraken
van de katheter.
Zorg ervoor dat u de katheterklep niet benadert met andere dan door het Aspira
Drainagesysteem goedgekeurde apparaten
Toegang tot de katheterklep met iets anders dan voor het Aspira
Drainagesysteem goedgekeurde apparaten kan de klep beschadigen.
Voer gebruikte instrumenten af conform de aanvaarde medische praktijk en
conform de toepasselijke wet- en regelgeving. Gebruikt product kan een
potentieel biologisch gevaar opleveren.
Als u de luer-adapter of de universele slangadapter gebruikt om toegang
te krijgen tot de katheter, bevestigt u de adapter aan de spuit of de
wandafzuigeenheid voordat u de katheter bevestigt.
De luer-adapter en de universele slangadapter zorgen voor een vrije route in of
Dutch
uit de katheter; als u de route wilt sluiten wanneer deze niet wordt gebruikt,
draait u de knijpklem vast.
Probeer geen geleidingsdraad, naald of ander systeem door de klep te leiden.
Spoel of deblokkeer een afgesloten katheter niet met een spuit die kleiner is dan 10 ml.
VOORZORGSMAATREGELEN
Let op - Onder de federale wetgeving van de Verenigde Staten mag dit
instrument alleen worden verkocht op voorschrift van een arts.
Het plaatsen of verwijderen van dit apparaat mag alleen worden uitgevoerd door
gekwalificeerde medische behandelaars.
Volg aseptische technieken bij het inbrengen van de katheter.
Als de geleidingsdraad moet worden verwijderd terwijl de naald is geplaatst,
verwijdert u zowel de naald als de geleidingsdraad als eenheid om te
voorkomen dat de naald de geleidingsdraad beschadigt of doet scheuren.
Hechtingen mogen niet om de katheter zelf worden afgebonden. De
meegeleverde hechtingsvleugel zorgt ervoor dat de katheter wordt vastgezet
zonder dat de doorlaatbaarheid van de katheter wordt aangetast.
Gebruik alleen de luer-adapter of de universele slangadapter om toegang
te krijgen tot de katheter met een spuit, een wandafzuigeenheid, een
waterafvoersysteem met waterslot of een glazen vacuümfles volgens
onderstaande instructies.
Zorg ervoor dat de lever, de darm of buikorganen niet worden doorboord of
doorsneden met de naald van de introducer.
VOORAFGAAND AAN DE PLAATSING
Inspecteer de kit om er zeker van te zijn dat alle onderdelen zijn inbegrepen.
Gebruik alleen de luer-adapter of de universele slangadapter om toegang te
krijgen tot de katheter met een injectiespuit of wandafzuigeenheid volgens
onderstaande instructies.
TIJDENS PLAATSING
Zorg dat het apparaat geen contact maakt met scherpe instrumenten. Er kan
mechanische schade optreden. Gebruik uitsluitend atraumatische klemmen
of klemtangen met gladde randen.
Zorg ervoor dat de long, de peritoneale wand en andere organen niet worden
doorboord en beschadigd.
Gebruik de katheter niet als deze beschadigd is.
Volg zorgvuldig de aansluittechniek van de katheterklep die in de instructies
wordt beschreven om een goede aansluiting te garanderen en beschadiging
van de katheter te voorkomen.
Als de geleidingsdraad moet worden verwijderd terwijl de naald is geplaatst,
verwijdert u zowel de naald als de geleidingsdraad als eenheid om te
voorkomen dat de naald de geleidingsdraad beschadigt of doet scheuren.
NA PLAATSING
Gebruik de katheter niet als deze beschadigd is.
Probeer de katheter niet te repareren als er schade is opgetreden binnen 5 cm
van de uitgangslocatie.
Benader de katheter niet met andere dan door het Aspira Drainagesysteem
goedgekeurde apparaten.
Let erop dat de katheter niet losraakt bij het monteren van de klep.
MOGELIJKE COMPLICATIES
Het inbrengen van de katheter en het draineren van vocht kan leiden tot één of
meer van de volgende complicaties:
Cellulitis van de buikwand
Onbedoeld losraken, breken of
verwijderen van de katheter
Schade aan ingewanden
Onjuiste positie van katheter
Erosie van katheter of manchet door
de huid heen
Verstoorde elektrolytenbalans
Empyeem
Blootstelling aan lichaamsvloeistoffen
Hematoom
Haemoperitoneum
Hemothorax
Hypotensie na drainage
PLAATSINGSINSTRUCTIES
Lees voordat u met deze procedure begint de secties "Contra-indicaties",
"Waarschuwingen", "Voorzorgsmaatregelen" en "Mogelijke complicaties" van deze
handleiding.
Mogelijke plaatsingstechnieken zijn: antegrade, retrograde en over-the-wire.
Hieronder volgen algemene stappen die van toepassing zijn op alle drie de
hierboven vermelde plaatsingstechnieken.
Infectie
Lekkage
Loculatie van buikholte
Occlusie
Pijn tijdens het verwijderen van vocht
Peritonitis
Pneumothorax
Eiwitdepletie
Longoedeem met heruitzetting
Sepsis
Huidirritatie of infectie
Laceratie van milt of lever
Tumorvorming

Publicité

loading