Télécharger Imprimer la page

Specificaties - Masimo M-LNCS Série Mode D'emploi

Capteurs stériles adhésifs de spo2 pour patients adultes, enfants, nourrissons, nouveau-nés et prématurés
Masquer les pouces Voir aussi pour M-LNCS Série:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
voorzorgsmaatregel niet wordt genomen in een omgeving met sterk licht, kan een onjuiste meting het gevolg zijn.
Hoge COHb- of MetHb-waarden kunnen zich voordoen terwijl de SpO
bloedmonster worden uitgevoerd.
Een hoger carboxyhemoglobinegehalte (COHb) kan onjuiste SpO
Een verhoogd methemoglobinegehalte (MetHb) leidt tot onnauwkeurige SpO
Een verhoogd totaal bilirubinegehalte kan onnauwkeurige SpO
Intravasculaire kleurstoffen, zoals indocyaninegroen of methyleenblauw of extern aangebrachte kleurstoffen en textuur (zoals nagellak, glitter, enzovoort) kunnen onnauwkeurige SpO
Onnauwkeurige SpO
-metingen kunnen worden veroorzaakt door ernstige anemie, lage arteriële perfusie of bewegingsartefacten.
2
Week of dompel de sensor niet onder in vloeistoffen om schade te voorkomen.
De sensor in geen geval wijzigen of aanpassen. Wijzigingen of modificaties kunnen van invloed zijn op de prestaties en/of nauwkeurigheid.
Probeer sensors of patiëntenkabels van Masimo niet opnieuw te gebruiken bij verschillende patiënten, opnieuw te prepareren of te recyclen, aangezien dit de elektrische onderdelen kan beschadigen en bij de patiënt
letsel tot gevolg kan hebben.
Een hoge zuurstofconcentratie kan bij premature baby's aanleg tot retinopathie veroorzaken. Daarom moet de bovengrens van het alarm voor de zuurstofverzadiging zorgvuldig worden gekozen volgens de aanvaarde
klinische normen.
INSTRUCTIES: sensors en kabel
A) De meetplaats kiezen
Kies altijd een goed doorbloede plaats die het detectorvenster van de sensor volledig bedekt.
De plaats moet vrij van verontreiniging en droog zijn voordat u de sensor aanbrengt.
M-LNCS, LNCS NeoPt, NeoPt-L, NeoPt-3 en NeoPt-500 (sensors voor te vroeg geborenen)
• < 1 kg
Het verdient de voorkeur de sensor op de voet aan te brengen. U kunt ook de palm en de rug van de hand gebruiken.
M-LNCS, LNCS Neo, Neo-L en Neo-3 (sensors voor pasgeborenen/volwassenen)
• < 3 kg
Het verdient de voorkeur de sensor op de voet aan te brengen. U kunt ook de palm en de rug van de hand gebruiken.
• > 40 kg Het verdient de voorkeur de sensor op de middel- of ringvinger van de niet-dominante hand aan te brengen.
M-LNCS, LNCS Inf, Inf-L en Inf-3 (sensors voor baby's)
• 3-20 kg Het verdient de voorkeur de sensor op de grote teen aan te brengen. U kunt ook de teen naast de grote teen of de duim gebruiken.
M-LNCS, LNCS Pdtx en Pdtx-3 (sensors voor kinderen)
• 10-50 kg Het verdient de voorkeur om de sensor op de middel- of ringvinger van de niet-dominante hand aan tebrengen.
M-LNCS, LNCS Adtx en Adtx-3 (sensors voor volwassenen)
• > 30 kg Het verdient de voorkeur de sensor op de middel- of ringvinger van de niet-dominante hand aan te brengen.
B) De sensor op de patiënt aanbrengen
1. Open het zakje en neem de sensor eruit. Verwijder de strip van de sensor, indien aanwezig.
TE VROEG GEBORENEN (< 1 kg) en PASGEBORENEN (< 3 kg)
2. Zie figuur 1a. Bij gevoelige huidtypen kan de kleefkracht worden verminderd of opgeheven door de kleefvlakken vochtig te maken met een wattenstaafje of met gaas. Deze stap is niet van toepassing op de NeoPt-500.
3. Zie figuur 1b. Richt de sensorkabel zo dat deze van de patiënt vandaan of langs de zool van de voet loopt. Breng de detector om het gedeelte van de voetzool aan dat er aan de zijkant vlezig uitziet en lijn het geheel uit met
de vierde teen. De detector kan ook aan de bovenkant van de voet worden aangebracht (niet weergegeven). Nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
4. Zie figuur 1c. Wikkel de kleef-/schuimstrook om de voet en zorg ervoor dat het zendervenster (rode ster) pal boven de detector zit. Zorg ervoor dat de detector en zendervensters goed uitgelijnd blijven terwijl u de kleefstrook
vastmaakt om de sensor vast te zetten.
5. Zie figuur 1d. Controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel.
BABY'S (3-20 kg)
2. Zie figuur 2a. Richt de sensorkabel zo dat deze van de patiënt vandaan of langs de zool van de voet loopt. Breng de detector aan op het vlezige gedeelte van de grote teen. Nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als het detectorvenster
volledig is bedekt.
3. Zie figuur 2b. Wikkel de kleefstrook rond de teen en zorg ervoor dat het zendervenster (rode ster) bovenop de teen pal tegenover de detector komt te zitten.
4. Zie figuur 2c. Controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel.
KINDEREN (10-50 kg) en VOLWASSENEN (> 30 kg)
2. Zie figuur 3a. Richt de sensorkabel zo dat de detector als eerste kan worden aangebracht. Plaats de vingertop zo op de stippellijn dat het vlezige deel van de vinger het detectorvenster afdekt. Zie figuur 3b. Druk de vleugels
een voor een op de vinger. Nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
3. Zie figuur 3c. Vouw de sensor zo over de vinger dat het zendervenster (rode ster) op de nagel zit. Vouw de vleugels een voor een om de vinger. Zie figuur 3d. Als ze correct zijn aangebracht, zitten de zender en de detector
verticaal op één lijn.
4. Controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel (de zwarte strepen moeten op één lijn zitten).
C) De sensor aan de patiëntenkabel bevestigen
M-LNCS
Zie figuur 4. Steek het verbindingsstuk van de sensor helemaal in het verbindingsstuk van de patiëntkabel en klik ze vast.
LNCS
Raadpleeg afbeelding 5. Plaats de sensorconnector in de juiste richting en breng de sensorconnector volledig aan in de connector van de patiëntenkabel (1). Sluit het beschermdeksel volledig (2).
Opnieuw bevestigen
VOLWASSENEN EN KINDEREN
• De sensor kan opnieuw bij dezelfde patiënt worden aangebracht als de zender- en detectorvensters schoon zijn en het kleefmiddel nog aan de huid plakt.
BABY'S EN PASGEBORENEN
• Zie figuur 6a. De kleefstroken die bij de sensors M-LNCS, LNCS Inf, Inf-L, Inf-3, Neo, Neo-L en Neo-3 worden geleverd zijn dubbelzijdige stroken die worden gebruikt als de kleefzijde van de optische componenten niet meer
voldoende hecht.
• Zie figuur 6b. Plaats een kleefstrook zo over elk venster van de sensor dat het witte gebied op de aangegeven manier buiten het kleefgebied valt. Verwijder het beschermende papier van de stroken en breng de sensor opnieuw
op dezelfde patiënt aan.
• Zie figuur 6c. Als het kleefmiddel op de eerste set stroken niet meer hecht, kan er een tweede set worden aangebracht. Er mogen maximaal drie sets kleefstroken over elkaar op elk venster worden aangebracht.
• Als het kleefmiddel niet meer aan de huid plakt, moet u een nieuwe sensor gebruiken.
NB: Ontkoppel de sensor van de sensorkabel voordat u deze opnieuw aanbrengt of verplaatst.
De sensor van de patiëntenkabel loskoppelen
M-LNCS
Zie figuur 7. Trek flink aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen.
LNCS
Zie afbeelding 8. Licht het deksel op om bij de sensorconnnector te komen (1). Trek flink aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenkabel te verwijderen (2).
LET OP
Week of dompel de sensor niet in vloeistofoplossingen, dit om schade te voorkomen. Niet proberen te steriliseren met bestraling, stoom, autoclaveren of enige andere methode dan etheenoxide zoals aangegeven.
STERILISATIE
De sensors M-LNCS, LNCS Adtx, Adtx-3, Pdtx, Pdtx-3, Neo, Neo-L, Neo-3, NeoPt, NeoPt-L, NeoPt-3, NeoPt-500, Inf, Inf-L en Inf-3 mogen worden gesteriliseerd met ethyleenoxide (EO). De sensors blijven tijdens de sterilisatie in
hun zakje of zijn omwikkeld met een sterilisatiewikkel. Bij toepassing van sterilisatiezakken uitsluitend door de FDA goedgekeurde sterilisatiezakken gebruiken. Hierna volgt de gevalideerde sterilisatiecyclus:
Preconditionerings parameters
Temperatuur
Relatieve vochtigheidsgraad
Instelpunt (vacuüm)
Preconditionings tijd
Sterilisatie parameters
Temperatuur
Relatieve vochtigheidsgraad
EO-concentratie
Blootstellingsduur aan gas (volledige cyclus)
M-LNCS, LNCS Adtx, Adtx-3, Pdtx of Pdtx-3 omwikkeld of in zakje
M-LNCS, LNCS Inf, Inf-L, Inf-3, Neo, Neo-L, Neo-3, NeoPt, NeoPt-L, NeoPt-3 of NeoPt-500 in zakje
M-LNCS, LNCS Inf, Inf-L, Inf-3, Neo, Neo-L, Neo-3, NeoPt, NeoPt-L, NeoPt-3 of NeoPt-500 omwikkeld
Verluchtingsduur
Verluchtingstemperatuur

SPECIFICATIES

Wanneer gebruikt met monitors met Masimo SET-technologie of met goedgekeurde modules met Masimo SET-technologie en met patiëntkabels uit de series, en zonder beweging, is de nauwkeurigheid van de kleefsensors
in het bereik van 70% tot 100% SpO
± 2 cijfers (1 std. afw.) voor volwassenen/kinderen/baby's en ± 3 cijfers (1 std. afw.) voor neonaten. De polsslagnauwkeurigheid van 25 tot 300 bpm is ± 3 bpm (± 1 std. afw.) ±
2
-waarde normaal lijkt. Als er verhoogde COHb- of MetHb-waarden worden vermoed, moet er een laboratoriumanalyse (CO-oximetrie) op een
2
-metingen veroorzaken.
2
-metingen.
2
-metingen tot gevolg hebben.
2
22
54°C
40%
1,3 psia
30 minuten
54°C
40%
600-750 mg/l
120 minuten
120 minuten
180 minuten
12 uur
51-59°C
-metingen veroorzaken.
2
37945/8955A-0715

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Lncs série