Télécharger Imprimer la page

Beurer IH 21 Mode D'emploi page 67

Masquer les pouces Voir aussi pour IH 21:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 19
10. Zodra u het gevoel hebt dat uw neus weer open is, kunt u de
behandeling beëindigen. De behandeling moet uiterlijk wor-
den beëindigd, nadat de maximale inhoud van het reservoir
is opgebruikt.
6.10 Reiniging uitvoeren
Zie "Reiniging en desinfectie".
7. FILTER VERVANGEN
Bij normale gebruiksomstandigheden moet het luchtfilter na
ongeveer 500 gebruiksuren c.q. een jaar worden vervangen.
Controleer het luchtfilter regelmatig (na 10 tot 12 vernevelingen).
Vervang het gebruikte filter als het verstopt of erg vuil is. Vervang
het filter ook door een nieuw filter als het vochtig is geworden.
LET OP
• Probeer het gebruikte filter niet schoon te maken en opnieuw
te gebruiken!
• Gebruik uitsluitend het originele filter van de fabrikant, anders
kan uw inhalator beschadigd raken of is de behandeling mo-
gelijk niet e ectief genoeg.
• Repareer of onderhoud het luchtfilter niet wanneer het ap-
paraat door een persoon wordt gebruikt.
• Gebruik het apparaat nooit zonder filter.
Ga als volgt te werk om het filter te vervangen:
LET OP
• Schakel het apparaat eerst uit en koppel het vervolgens los
van het stroomnet.
• Laat het apparaat afkoelen.
1. Haal het filterdeksel [5] naar boven toe los.
Als het filter na het verwijderen van het filterdeksel in het
apparaat blijft zitten, verwijdert u het filter met bijvoorbeeld
een pincet uit het apparaat.
2. Plaats het filterdeksel [5] met het nieuwe filter weer terug in
het apparaat.
3. Controleer of het deksel goed vastzit.
8. REINIGING EN DESINFECTIE
Vernevelaar en toebehoren
WAARSCHUWING
Neem onderstaande voorschriften op het gebied van hygiëne in
acht om gevaren voor de gezondheid te voorkomen.
• De vernevelaar [9] en de toebehoren kunnen meermaals wor-
den gebruikt. Houd er rekening mee dat voor de verschillende
toepassingsgebieden verschillende eisen aan de reiniging en
hygiënische zuivering voor verder gebruik worden gesteld.
• Reinig de vernevelaar en de toebehoren niet mecha-
nisch met borstels en dergelijke. Daarbij kan namelijk
onherstelbare schade ontstaan, waardoor een doelge-
richte, e ectieve behandeling niet langer kan worden
gegarandeerd
• Raadpleeg uw arts over de extra eisen met betrekking
tot de noodzakelijke hygiënische voorbereiding (hand-
verzorging, gebruik van medicijnen of inhalatie-oplos-
singen) bij hoogrisicogroepen (bijvoorbeeld personen
met taaislijmziekte).
Voorbereiding
• Ontdoe alle onderdelen van de vernevelaar [9] en de gebruikte
toebehoren meteen na elke behandeling van medicijnresten
en vuil.
• Haal de vernevelaar [9] hiervoor volledig uit elkaar.
• Trek het mondstuk [13], het masker [14, 15] of het neusstuk
[16] van de vernevelaar.
• Haal het neusstuk uit elkaar als u het in combinatie met het
comfortabele opzetstuk hebt gebruikt.
• Haal de vernevelaar uit elkaar door het bovenstuk linksom ten
opzichte van het medicijnreservoir [12] te draaien.
• Verwijder het sproeieropzetstuk [10] uit het medicijnreservoir
[12].
• Verwijder het ventiel [11] door het uit de vernevelaar [9] te
trekken.
• Zet de vernevelaar later op dezelfde wijze, maar dan in omge-
keerde volgorde, weer in elkaar.
Reiniging
Voordat u het apparaat reinigt, moet het apparaat uitgeschakeld,
van het lichtnet losgekoppeld en afgekoeld zijn.
De vernevelaar en de gebruikte toebehoren, zoals het mond-
stuk, het masker, het sproeieropzetstuk, de neusdouche enz.,
moeten na elk gebruik met heet, niet kokend water worden ge-
reinigd. Droog de onderdelen zorgvuldig af met een zachte doek.
D
Zet de onderdelen weer in elkaar zodra deze helemaal droog zijn
en leg ze in een droge, afgedekte bak of desinfecteer ze.
Zorg er bij de reiniging voor dat alle resten worden verwijderd.
Gebruik daarvoor in geen geval substanties die bij contact met
de huid of de slijmvliezen of bij inslikken of inhaleren mogelijk
giftig kunnen zijn.
Gebruik voor de reiniging van het apparaat een zachte, droge
doek en een niet schurend reinigingsmiddel.
Gebruik geen bijtende reinigingsmiddelen en houd het apparaat
nooit onder water.
• Zorg ervoor dat er geen water in het apparaat terechtkomt!
• Reinig het apparaat en de toebehoren niet in een vaatwas-
machine!
• Het apparaat mag niet met natte handen worden aangeraakt
als het is aangesloten. Er mag geen water op het apparaat
terechtkomen. Gebruik het apparaat alleen als het volledig
droog is.
• Sproei geen vloeisto en in de ventilatiesleuven! Binnenge-
drongen vloeisto en kunnen de elektronica en andere onder-
delen van de inhalator beschadigen en daardoor storingen
veroorzaken.
Condenswater, slangonderhoud
Afhankelijk van de omgevingsomstandigheden kan zich con-
denswater in de slang afzetten. Om het ontstaan van ziekte-
kiemen te voorkomen en een probleemloze therapie te kunnen
garanderen, moet dit vocht absoluut worden verwijderd. Ga hier-
voor als volgt te werk:
• Trek de slang [8] los van de vernevelaar [9].
• Laat de slang aan de inhalatorzijde [6] aangesloten.
67
• Zorg ervoor dat u het apparaat goed laat drogen nadat
u het gereinigd/gedesinfecteerd hebt. Resterend vocht
of resterende nattigheid vergroot de kans op het ont-
staan van ziektekiemen.
LET OP
LET OP
C

Publicité

loading