u beide lumens met gehepariniseerde zoutoplossing.
3.
Bevestig injectiespuiten die zijn gevuld met een antistollingsmiddel
(volgens het vulvolume dat staat vermeld op de katheter) en breng de
oplossing aan in de lumens van de katheter. Klem elke verlengslang af.
Verwijder de spuiten.
4.
CONTROLEER ALTIJD OF BEIDE INJECTIEDOPPEN OP DE LUERS
VAN DE KATHETER ZIJN AANGEBRACHT NA DE PLAATSING.
LET OP:
Onderneem de volgende stappen om luchtembolie te voorkomen.
Controleer na elk gebruik of de luers gesloten zijn. Aspireer vervolgens vóór
elk gebruik de katheter met zoutoplossing. Ontlucht de katheter en alle
aansluitslangen bij elke vervanging van een slangaansluiting.
LET OP:
Klem de verlengslangen uitsluitend af met de in-lijn klemmen die
zijn meegeleverd met de Symetrex® katheter voor langdurige hemodialyse.
Gebruik geen tang en klem niet het distale gedeelte van de katheter af.
5.
Bevestig de definitieve positie van de katheter met fluoroscopie of een
röntgenopname. Opmerking: voor inbrenging in de vena jugularis dient
de distale tip binnen het rechteratrium worden geplaatst, bevestigd door
fluoroscopie, voor een optimale flow (Dialysis Outcomes Quality Initiative
(DOQI) Guideline 2, K/DOQI Update 2006 van de Amerikaanse National
Kidney Foundation).
LET OP:
Indien wordt nagelaten de plaatsing van de katheter te controleren
met fluoroscopie, kan dit ernstig trauma of fatale complicaties tot gevolg
hebben.
6.
Sluit de uitgangsplaats van de tunnel en de inbrengplaats in de
ader met hechtingen indien nodig. Hecht de katheter op de huid
met de hechtvleugels. Breng geen hechting aan door enig deel van de
katheterslang om verstopping of afsnijding van de katheter te vermijden.
7.
Breng een afsluitend verband aan op de uitgangsplaats van de katheter
en de tunnelopening met behulp van het standaardprotocol van
uw instelling.
OPMERKING:
Om losraken van de manchet te voorkomen, is het belangrijk
dat de katheter 7 dagen stevig op zijn plaats blijft zitten. De katheter moet
voor de hele duur van de implantatie vastgezet/gehecht zijn.
HEMODIALYSEBEHANDELING
Ter vermijding van systemische heparinisatie moet het antistollingsmiddel
worden verwijderd uit elk lumen voorafgaand aan de behandeling Aspiratie
dient gebaseerd te zijn op het protocol van het dialysecentrum. Inspecteer
zorgvuldig alle verbindingen en extracorporale circuits voordat u met de dialyse
begint. Vroegtijdige lekdetectie is belangrijk om bloedverlies of luchtembolie te
voorkomen. Voer frequente visuele inspecties uit voor een zo vroeg mogelijke
detectie. Nadat een lek is gedetecteerd, stopt u met de dialysebehandeling en
voert u alle noodzakelijke herstelacties voordat u de behandeling opnieuw start.
Hemodialyse dient te worden uitgevoerd volgens aanwijzingen van een arts.
Om de doorlaatbaarheid tussen behandelingen door te handhaven moet
er een afsluiting in elk lumen van de katheter worden gecreëerd. Elk moet
volledig worden gevuld om een effectieve afsluiting te waarborgen. Volg de
standaardprotocollen van uw instelling bij het creëren van de afsluiting.
1.
Zorg ervoor dat de injectiespuiten geen lucht bevatten en dat de
verlengstukklemmen gesloten zijn.
2.
Verwijder de doppen van de verlengstukken en spoel de katheter met
zoutoplossing om bloed te verwijderen.
3.
Bevestig een injectiespuit met antistollingsmiddel (volgens het
aangewezen vulvolume dat staat vermeld op de katheter) aan de luer van
elk verlengstuk.
4.
Open de verlengstukklemmen en aspireer om er zeker van te zijn dat
geen lucht in de patiënt kan binnendringen.
5.
Injecteer afsluitingsmiddel in elk lumen door de snelle bolustechniek te
gebruiken, verwijder de injectiespuiten en breng een dop op de luers aan.
VOORZORGSMAATREGEL: Luers dienen van een dop te worden voorzien na
elk gebruik. Luers dienen alleen te worden geopend voor aspiratie, spoelen en
dialysebehandeling.
VULVOLUME
In het volgende diagram worden de vulvolumes voor de Symetrex® katheter
voor langdurige hemodialyse aangegeven. Vanwege de symmetrische aard
van de distale tip van de katheter, is er geen vooraf aangewezen "arterieel"
of "veneus" lumen. Het juiste lumenvolume (per katheterlengte) geldt voor
beide lumens.
-53-