FRANÇAIS
L'appareil photo Prise de photos simple
Visualisation d'un diaporama
1. Allumez votre appareil photo en plaçant le sélecteur de
mise sous tension sur le mode
<CAMERA>).
2. Choisissez
(PLAY <PLAY>) à l'aide de la molette
Mode <Mode Dial>.
I
Une image enregistrée s'affiche sur l'écran LCD.
3. Appuyez sur le bouton MENU <MENU>.
I
Le menu principal dans lequel apparaît l'option
(DIAPO <SLIDE>) s'affiche.
4. Appuyez sur la gauche ou la droite du bouton
multidirectionnel pour sélectionner
<DIAPOSITIVE>) puis appuyez sur le bas du bouton.
5. Sélectionnez «INTERVALLE» <INTERVAL> en appuyant
sur le bas ou sur le haut du bouton puis appuyez sur la
droite du bouton.
I
Le curseur se trouve sur Interval <Intervalle>.
6. Choisissez un intervalle en appuyant sur le haut ou le bas
du bouton multidirectionnel.
I
Les valeurs sont comprises entre 1 et 10 secondes.
7. Appuyez sur le côté gauche puis sur le bas du bouton
multidirectionnel pour sélectionner «REPETER» <REPEAT>.
8. Appuyez sur le côté droit du bouton pour sélectionner ON
<ACTIVE> ou OFF <DESACTIVE>.
I
L'option REPETER <REPEAT> est ON <ACTIVEE>
ou OFF <DESACTIVEE>.
9. Appuyez sur la gauche puis sur le bas du bouton
multidirectionnel.
I
START <MARCHE> est sélectionné.
10. Appuyez sur OK <OK> pour lancer le diaporama. Pour interrompre le
diaporama, appuyez sur le bouton
le diaporama, appuyez une nouvelle fois sur le bouton
11. Pour l'arrêter, appuyez sur le bouton OK <OK> ou MENU.
Remarques
✤ La durée du chargement du diaporama varie en fonction de la taille des images.
✤ Le diaporama commence à partir de l'image actuellement affichée.
✤ S'il s'agit d'une séquence animée; seule la première image est affichée.
✤ Le diaporama n'affiche pas les images TIFF.
(APPAREIL PHOTO
(SLIDE
(PLAY/STILL). Pour reprendre
(PLAY/STILL).
De camera:
Het maken van eenvoudige foto's
Een diapresentatie bekijken
1. Schakel het apparaat in door de standschakelaar in de
stand
(CAMERA) te zetten.
2. Zet de standdraaiknop op de stand
<PLAY>).
I
Een opgeslagen foto wordt op het LCD-scherm
weergegeven.
3. Druk op de knop MENU <MENU>.
I
Het hoofdmenu met daarin de optie
<SLIDE>) verschijnt.
4. Druk op de toets LINKS of RECHTS om
<SLIDE>) te selecteren en druk op de toets OMLAAG.
5. Druk op OMLAAG of OMHOOG om (INTERVAL
<INTERVAL>) te selecteren en druk vervolgens op
RECHTS.
I
De cursor bevindt zich op Interval. Selecteer met
de toetsen OMHOOG en OMLAAG een interval
tussen de dia's.
6. Selecteer een interval door op OMHOOG of OMLAAG
te drukken.
I
U kunt een tijdsduur van 1 tot 10 seconden opgeven.
7. Druk op de LINKS en houd vervolgens de knop OMLAAG
ingedrukt om HERHAAL <REPEAT> te selecteren.
8. Druk op RECHTS en selecteer UIT<OFF> of AAN <ON>.
I
De functie HERHAAL <REPEAT> wordt in- of
uitgeschakeld.
9. Druk op LINKS en houd vervolgens de knop OMLAAG
ingedrukt.
I
START <START> wordt geselecteerd.
10. Druk op de knop OK om de diapresentatie te starten. Om de
diapresentatie te onderbreken, drukt u op de toets
STILSTAND <PLAY/STILL>). Om de diapresentatie te hervatten, drukt u
nogmaals op de toets
(AFSPELEN/STILSTAND <PLAY/STILL>).
11. Als u de diapresentatie wilt stoppen, drukt u op de knop OK of MENU.
Opmerking
✤ De laadtijd is afhankelijk van de grootte van de afbeelding.
✤ De diapresentatie begint met de huidige foto.
✤ Bij filmfragmenten wordt alleen het eerste beeldje weergegeven.
✤ In de diapresentatie kunnen geen TIFF-afbeeldingen worden
weergegeven.
NEDERLANDS
(AFSPELEN
(DIA
(DIA
(AFSPELEN/
101
101