Behandelaarshandleiding voor Precision™ ruggenmergstimulatiesysteem
veroorzaken en invloed hebben op de
stimulatie.
• Blootstelling aan MRI kan leiden tot
verhitting van weefsel, artefacten in
het beeld, geïnduceerde spanning in
de neurostimulator en/of de leads en
losraken van de lead.
• Na verloop van tijd kan er ongewenste
stimulatie optreden als gevolg van
wijzigingen in weefselcellen rond
de elektroden, wijzigingen in de
positie van de elektroden, loszittende
elektrische aansluitingen en/of falen
van de lead.
• De patiënt kan enige weken na de
ingreep pijnlijke elektrische stimulatie
van de borstwand ondervinden ten
gevolge van stimulatie van bepaalde
zenuwwortels.
• Na verloop van tijd kan de stimulator
van de oorspronkelijke positie
losraken.
• Zwakte, onhandigheid, gevoelloosheid
of pijn onder het implantaatniveau.
• Aanhoudende pijn op de plaats van de
IPG of lead.
Verzoek de patiënt in alle gevallen zijn/haar
arts op de hoogte te stellen.
Instructies voor de arts
Geïmplanteerde stimulatie-apparaten.
Indien de patiënt dergelijke implantaten nodig
heeft, moet aan de hand van zorgvuldige
screening worden bepaald dat de veiligheid
is gegarandeerd voordat gelijktijdige
elektrische hulpmiddelen permanent worden
geïmplanteerd.
Clinician Manual
90607862-22 Rev A
240 of 303
Veranderen van houding. Afhankelijk van
de mate van activiteit van de patiënt, kan het
veranderen van de houding invloed hebben
op de intensiteit van de stimulatie. Instrueer
de patiënt de afstandsbediening te allen
tijde bij de hand te houden en zorg dat hij/
zij begrijpt hoe het stimulatieniveau moet
worden aangepast.
Medische hulpmiddelen/therapieën. Indien
de patiënt lithotripsie, elektrocauterisatie,
externe defibrillatie, radiotherapie, ultrasoon
scannen of echografie met hoog vermogen
moet ondergaan:
• Schakel de stimulatie ten minste vijf
minuten voor de ingreep of toepassing
uit.
• Alle apparatuur, ook aardingsplaten
en paddles, moet zo ver mogelijk van
de IPG worden gebruikt.
• Bipolaire elektrocauterisatie wordt
aanbevolen. Pas geen monopolaire
elektrocauterisatie toe.
• Al het mogelijke moet worden gedaan
om velden, met inbegrip van stroom,
straling of ultrasone bundels met
hoog vermogen, weg te houden van
de IPG.
• De apparatuur moet worden ingesteld
op de laagst mogelijke klinisch
geïndiceerde energie-instelling.
• Instrueer patiënten om de werking
van de IPG na de behandeling
te bevestigen door de IPG in te
schakelen en het stimulatieniveau
geleidelijk te verhogen tot het
gewenste niveau.