Het wordt aanbevolen om de schutlaag pas te verwijderen wanneer de oppervlakte-elektrode op de patiënt kan worden geplaatst. Probeer de
schutlaag niet opnieuw aan te brengen op de kleefzijde van de oppervlakte-elektrode nadat de schutlaag is verwijderd. Anders kan de schutlaag
vast komen te zitten aan de oppervlakte-elektrode.
Om het risico op elektrische schokken te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat de elektrodes en elektrodeconnectoren niet met elkaar of met de
aarde in contact komen. Wees voorzichtig wanneer u de ECG-elektrodes aan de elektrodeconnectoren bevestigt.
Schuur de huid maximaal één keer om de huid intact te houden en huidirritatie tot een minimum te beperken.
Plaats ECG-elektrodes tijdens chirurgische procedures zo ver mogelijk uit de buurt van de elektrochirurgische locatie om zo weinig mogelijk
RF-stroom door de elektrode te laten geleiden. Anders kan dit leiden tot brandwonden op de plaats van de ECG-elektrode.
Stop met het gebruik van dit product als u ziet dat de patiënt een gevoelige huid heeft.
Als de EnSite™-systeemreferentie-elektrode wordt verwijderd van de buik van de patiënt, moet de elektrode eerst van de patiënt worden verwijderd
voordat de elektrode wordt losgekoppeld van het EnSite™-systeem.
Om het risico op huidbeschadiging te verminderen, trekt u de oppervlakte-elektrode(n) bij verwijdering langzaam met één hand onder een kleine
hoek terug, waarbij u de huid met de andere hand strakhoudt.
Nadat het hulpmiddel al eens is aangebracht, mag u het niet opnieuw aanbrengen.
Vervang zelfklevende elektroden als deze niet meer goed op de huid blijven plakken.
Uit klinische tests is gebleken dat de 3M‡ Red Dot‡-bewakingselektrode MR-voorwaardelijk is. Zie de informatie hieronder als u meer wilt weten
over het gebruik van een 3M‡ Red Dot‡-bewakingselektrode tijdens een MRI-procedure.
Beperkingen
Plaats geen oppervlakte-elektrodes op apparaten zoals pacemakers of ICD's.
De hulpmiddelen mogen alleen worden aangesloten op het EnSite Precision™ cardiale mappingsysteem.
Ongewenste bijverschijnselen
Huidaandoeningen en problemen met het subcutane weefsel, waaronder irritatie, beschadiging, gevoelige huid, brandwonden, ecchymose, ontstekingen
en allergische huidreacties.
MRI-veiligheidsinformatie
Belangrijke opmerkingen
3M‡ MR-voorwaardelijke EKG/ECG-elektroden zijn niet voor aan MRI gerelateerde problemen getest met enig MR-voorwaardelijk
bewakingssyteem. Het is daarom niet bekend wat aanvaardbaar gebruik van de 3M‡ MR-voorwaardelijke EKG/ECG-elektroden is als
deze op een MR-voorwaardelijk bewakingssysteem aangesloten zijn.
Tijdens een MRI-onderzoek kunnen losgekoppelde 3M‡ MR-voorwaardelijke elektroden veilig worden gedragen volgens de
gebruiksomstandigheden die op het label voor MRI-veiligheidsinformatie vermeld zijn. Het afwijken van deze specifieke
omstandigheden kan letsel (dat wil zeggen brandwonden) bij de patiënt tot gevolg hebben.
MR-voorwaardelijk
De 3M‡ Red Dot‡-bewakingselektrode met schuimtape en kleefgel uit de 2570-serie is als MR-voorwaardelijk vastgesteld. Uit niet-klinische tests is
gebleken dat de 3M‡ Red Dot‡-bewakingselektrode met schuimtape en kleefgel uit de 2570-serie MR-voorwaardelijk is. Een patiënt kan onmiddellijk na
plaatsing van deze elektroden veilig worden gescand onder de volgende omstandigheden:
Statisch magnetisch veld van 3-Tesla of minder
Maximaal ruimtelijk magnetisch gradiëntveld van 4.000-Gauss/cm (40-T/m)
Maximale door het MR-systeem gerapporteerde gemiddelde SAR-waarde (specific absorption rate) voor het hele lichaam van 4-W/kg bij een
scanduur van 15 minuten (dat wil zeggen per pulssequentie) in de normale bedrijfsmodus
Er wordt verwacht dat de 3M EKG/ECG-elektrode een maximale temperatuurstijging van 2,5 °C produceert na 15 minuten continu scannen (dat wil
zeggen per pulssequentie) onder de gedefinieerde scanomstandigheden.
Het beeldartefact dat door de 3M EKG/ECG-elektrode wordt veroorzaakt, steekt bij niet-klinische tests ongeveer 3-mm buiten dit hulpmiddel uit bij
beeldvorming met een gradiëntechopulssequentie en een MR-systeem van 3-Tesla.
N.B.: De EnSite™-locatie-elektrodes en de EnSite™-systeemreferentie-elektrodes zijn niet MR-voorwaardelijk verklaard.
Gebruiksaanwijzing
N.B.: Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het EnSite Precision™ cardiale mappingsysteem voordat u deze kit gebruikt.
Voorbereiding huid
N.B.: Schuur de huid niet tijdens het voorbereiden van de locatie op de huid waar de PRS-patch wordt geplaatst.
N.B.: 3M‡ Red Dot‡-elektrodes beschikken over een ingebouwd schuurmechanisme aan de achterkant van de schutlaag dat u kunt
gebruiken om de huid te schuren.
Goede voorbereiding van de huid is van groot belang bij alle elektrofysiologische onderzoeken. Om ruis door het plaatsen van de oppervlakte-elektrode te
beperken, moet u de volgende stappen uitvoeren op de aanbrenglocatie voordat u het hulpmiddel op de huid van de patiënt aanbrengt:
1.
Verwijder overtollig haar.
2.
Schuur de huid voorzichtig met gaas of vergelijkbaar materiaal of met een gel prep (zoals Omni Prep) met kleine korreltjes erin. Controleer of alle
gel van de huid is verwijderd.
3.
Reinig het huidoppervlak met zeep en water. Reinig de huid niet met isopropylalcohol, tenzij de huid erg vet is of als er lotion op de huid is
aangebracht.
4.
Controleer of de huid helemaal droog is en of alle alcohol is verdampt.
Richtlijnen voor het plaatsen
Bij het aanbrengen van de EnSite Precision™-oppervlakte-elektrodes op de patiënt is het belangrijk dat deze op de juiste positie worden aangebracht
(niet alleen ten opzichte van elkaar, maar ook ten opzichte van andere oppervlakte-elektrodes).
Het wordt aanbevolen om de verpakking pas te openen en de schutlaag pas te verwijderen wanneer de oppervlakte-elektrode op de patiënt kan worden
geplaatst. Probeer de schutlaag niet opnieuw aan te brengen op de kleefzijde van de oppervlakte-elektrode nadat de schutlaag is verwijderd. Anders kan
de schutlaag vast komen te zitten aan de oppervlakte-elektrode.
83