Télécharger Imprimer la page

B.Braun Aesculap M-TRAC FF168R Mode D'emploi/Description Technique page 14

Bras de maintien

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 6
nl
®
®
Aesculap
M-TRAC
Draagarm
Legenda
1 Draagarm
2 Proximaal deel van de draagarm
3 Fixeerelement
4 Siliconenring
5 Spangreep
6 Distaal deel van de draagarm
7 Snelkoppeling
8 Huls
9 Instrumentschacht
1.
Over dit document
Opmerking
Algemene risico's van een chirurgische ingreep worden in deze gebruiksaanwijzing niet beschreven.
1.1
Toepassingsgebied
Deze gebruiksaanwijzing is van toepassing op de M-TRAC
Zie B. Braun eIFU bij eifu.bbraun.com voor zowel een product-specifieke gebruiksaanwijzing als informatie over
materiaalcompatibiliteit en levensduur.
1.2
Waarschuwingen
Waarschuwingen vestigen de aandacht op gevaren voor de patiënt, de gebruiker en/of het product die kunnen ont-
staan tijdens het gebruik van het product. Waarschuwingen zijn als volgt gemarkeerd:
WAARSCHUWING
Betekent een mogelijk dreigend gevaar. Als het niet vermeden wordt, kunnen lichte of ernstige letsels het
gevolg zijn.
VOORZICHTIG
Betekent een mogelijk dreigend materiële schade. Als dit niet wordt vermeden, kan het product beschadigd
raken.
2.
Klinisch gebruik
2.1
Toepassingsgebieden en toepassingsbeperking
2.1.1
Gebruiksdoel
®
De M-TRAC
draagarm wordt gebruikt bij minimaal invasieve chirurgie om bijvoorbeeld optische systemen, camera's,
instrumenten en trocarts te ondersteunen.
Daarnaast wordt een bevestigingselement gebruikt aan het proximale uiteinde van de draagarm en een adapter (bv.
NeuroPilot®) aan het distale uiteinde.
Het maximale draagvermogen van de draagarm is 40 N.
2.1.2
Indicaties
Opmerking
Gebruik van het product buiten de genoemde indicaties en/of de beschreven toepassingen, valt buiten de verantwoor-
delijkheid van de fabrikant.
Voor indicaties, zie Gebruiksdoel.
2.1.3
Contra-indicaties
Er zijn geen contra-indicaties bekend.
2.2
Veiligheidsvoorschriften
2.2.1
Klinische gebruiker
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Om beschadiging ten gevolge van ondeskundige voorbereiding en toepassing te vermijden en de garantie en aan-
sprakelijkheid niet in het geding te brengen:
Gebruik dit product uitsluitend overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing.
Volg de veiligheidsinformatie en de onderhoudsinstructies op.
Laat product en toebehoren alleen gebruiken door personen die over de vereiste opleiding, kennis en ervaring
beschikken.
Bewaar nieuwe of ongebruikte producten op een droge, schone en veilige plek.
Controleer de juiste werking en de goede staat van het product voordat u dit gebruikt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een plaats die toegankelijk is voor de gebruiker.
Opmerking
De gebruiker is verplicht alle ernstige incidenten met betrekking tot het product te melden aan de fabrikant en aan de
bevoegde autoriteit van het land waar de gebruiker is gevestigd.
Aanwijzingen voor operatieve ingrepen
De gebruiker draagt de verantwoordelijkheid voor de correcte uitvoering van de operatieve ingreep.
Voorwaarde voor succesvol gebruik van dit product is een bijbehorende medische opleiding en de theoretische en
praktische beheersing van alle vereiste operatietechnieken, met inbegrip van de juiste handhaving van dit product.
De gebruiker is verplicht, informatie bij de fabrikant te achterhalen als er een onduidelijke preoperatieve situatie met
betrekking tot het gebruik van het product bestaat.
2.2.2
Steriliteit
Niet steriel verpakte producten
Het product is bij levering niet steriel.
Haal een nieuw product uit de transportverpakking en maak het goed schoon, voordat u het voor het eerst ste-
riliseert.
2.3
Montage
WAARSCHUWING
Letsel door instabiele gefixeerde endoscopen, camera's, instrumenten, trocarts, draagarmen en fixeerelemen-
ten!
Houd endoscopen, camera's, instrumenten en trocarts voorzichtig vast en fixeer ze.
Draai de spangreep vast en controleer de fixatie van de draagarm.
De draagarm mag niet worden overbelast.
Zorg ervoor dat de instrumentschacht vastklikt.
Draai de huls na het vastklikken rechtsom.
Zet het fixeerelement op de rail van de operatietafel en de draagarm stevig vast.
Om de steriele zone te scheiden van de onsteriele zone moet de siliconen ring 4 vanaf de onderkant over de stang
worden geschoven.
Bevestig de draagarm 1 met behulp van het bevestigingselement 3 FF151R*, FF280R* of RT090R* op de rail van
de operatietafel, zie Afb. C.
*Optioneel accessoire, maakt geen onderdeel uit van de standaardlevering
Controleer of de draagarm 1goed bevestigd is: Schuif de draagarm 1verticaal en horizontaal.
Plaats de instrumentenschacht 9 in de huls 8, zie Afb. D.
Snelkoppeling 7 wordt automatisch vergrendeld.
®
draagarm FF168R.
Plaats de instrumentschacht 9 in hoeken van 60°, zie Afb. E.
Draai de sleuf 8 met de klok mee om de snelkoppeling 7 te beveiligen tegen onbedoeld openen, zie Afb. D.
2.4
Gebruik
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en/of slechte werking!
Product voor ieder gebruik controleren op losse, verbogen, gebroken, gebarsten, versleten of afgebroken
delen.
Voer voor elk gebruik een functietest uit.
WAARSCHUWING
Letsel door instabiel gefixeerde endoscopen, camera's, instrumenten of trocarts!
Houd endoscopen, camera's, instrumenten en trocarts voorzichtig vast en fixeer ze.
Draai de spangreep vast en controleer de fixatie van de draagarm.
De draagarm mag niet worden overbelast.
VOORZICHTIG
Schade aan de verbindingen van de draagarm!
Draai de spangreep los voordat u de positie van de draagarm wijzigt.
Opmerking
De steunarm 1 is voorzien van isolatie in het distale deel 6 om de aangesloten instrumentschacht 9 te aarden.
Zorg ervoor dat bij HF-toepassingen de isolatie niet wordt omzeild.
Til het distale deel van de draagarm 6 op en maak de klemhendel 5 los door hem tegen de klok in b te draaien,
zie Afb. A.
Plaats de draagarm 1in het operatiegebied.
Draai de klemhendel 5 tegen de klok in a vast.
De verbindingen van de draagarm 1 worden gelijktijdig bevestigd.
Controleer de bevestiging van de draagarm 1.
2.5
Demontage
Verwijder alle optische systemen, camera 's, instrumenten of trocarts die aan de draagarm zijn gekoppeld van de
snelkoppeling 7.
Draai de huls 8 van de snelkoppeling 7 tegen de klok in.
De huls 8 van de snelkoppeling 7 is ontgrendeld.
Trek de huls 8 van de snelkoppeling 7 in de richting van de instrumentschacht9, zie Afb. B.
De instrumentschacht 9 wordt uit de snelkoppeling 7 geduwd.
Verwijder het bevestigingselement 3 en siliconen ring 4 van de draagarm.
3.
Gevalideerd reinigings- en desinfectieproces
3.1
Algemene veiligheidsrichtlijnen
Opmerking
Voer de reiniging en sterilisatie uit in overeenstemming met de nationale wettelijke voorschriften, nationale en inter-
nationale normen en richtlijnen en de eigen hygiënische voorschriften.
Opmerking
Bij patiënten die zeker of vermoedelijk aan de ziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJ) of mogelijke varianten van deze aan-
doening lijden, moeten de nationale voorschriften voor de reiniging en sterilisatie van de producten worden nageleefd.
Opmerking
Machinale reiniging en desinfectie verdienen de voorkeur boven handmatige reiniging met het oog op een beter en
veiliger reinigingsresultaat.
Opmerking
Wij wijzen erop dat een succesvolle reiniging en desinfectie van dit medische hulpmiddel uitsluitend kan worden
gegarandeerd na een voorafgaande validatie van het reinigings- en desinfectieproces. Hiervoor is de gebruiker/het rei-
nigingspersoneel verantwoordelijk.
Opmerking
Indien geen afsluitende sterilisatie plaatsvindt, moet een viricide desinfectiemiddel worden gebruikt.
Opmerking
Zie voor actuele informatie over de voorbereiding en materiaalcompatibiliteit ook B. Braun eIFU op eifu.bbraun.com
Het gevalideerde stoomsterilisatieproces werd in het Aesculap-steriele-containersysteem uitgevoerd.
3.2
Algemene aanwijzingen
Vastgekoekte of afgezette operatieresten kunnen de reiniging bemoeilijken of ineffectief maken en tot de corrosie
leiden. Daarom mag de tijdspanne tussen het gebruik en de voorbereiding voor verder gebruik niet langer dan 6 uur
zijn en mogen er geen fixerende voorreinigingstemperaturen >45 °C noch fixerende desinfectantia (op basis van:
aldehyde, alcohol) worden gebruikt.
Overdosering van neutralisatiemiddelen of basisreinigers kan chemische aantasting en/of verbleking van de laserop-
schriften veroorzaken bij roestvrij staal, waardoor deze visueel of machinaal onleesbaar worden.
Chloor- en chloridehoudende residuen (bijv. in operatieresten, medicijnen, zoutoplossingen, het reinigingswater,
desinfectie en sterilisatie) leiden bij roestvrij staal tot corrosie (putcorrosie, spanningscorrosie) en bijgevolg tot
beschadiging van de producten. Om de resten te verwijderen is een grondige spoeling met gedemineraliseerd water
en een daaropvolgende droging noodzakelijk.
Nadrogen, indien noodzakelijk.
Er mogen alleen proceschemicaliën worden ingezet, die gecontroleerd en vrijgegeven zijn (bijvoorbeeld VAH- of FDA-
toelating, respectievelijk CE-merk) en door de fabrikant van de chemicaliën met het oog op de materiaalverdraag-
zaamheid werden aanbevolen. Alle toepassingsrichtlijnen van de chemicaliënfabrikant moeten strikt worden nage-
leefd. In het andere geval kan dit tot de volgende problemen leiden:
Optische verandering van het materiaal, bijv. verbleken of kleurverandering van titanium of aluminium. Bij alu-
minium kunnen zichtbare oppervlakteveranderingen reeds optreden bij een pH-waarde vanaf 8 in de gebruiks-
oplossing.
Materiële schade zoals corrosie, scheurtjes, barsten, vroegtijdige veroudering of opzetten.
Gebruik voor de reiniging geen metaalborstels of andere middelen met een schurende werking die het oppervlak
kunnen beschadigen, om corrosie te voorkomen.
Overige gedetailleerde aanwijzingen voor een hygiënisch veilige en materiaal beschermende/waardebehoudende
bewerking, zie www.a-k-i.org rubriek "AKI-Brochures", "Red brochure".
3.3
Hergebruikbare producten
Invloeden van de voorbereiding, die tot een beschadiging van het product leiden, zijn niet bekend.
Een zorgvuldige visuele en functionele test vóór het volgende gebruik is de beste manier om een niet meer goed func-
tionerend product te herkennen, zie Inspectie.
3.4
Voorbereiding op de plaats van gebruik
Indien van toepassing, niet zichtbare oppervlakken uit voorzorg met gedemineraliseerd water, bijv. met een weg-
werpspuit, doorspoelen.
Verwijder zichtbare operatieresten zo grondig mogelijk met een vochtige, pluisvrije doek.
Breng het product binnen 6 uur droog in een gesloten afvoercontainer weg voor reiniging en desinfectie.
3.5
Voorbereiding voor de reiniging
Ontmantel het product voor de reiniging, zie Demontage.
Draai de spangreep van de draagarm rechtsom vast.

Publicité

loading