■
LET OP
Wanneer op de binnenunit een kamerthermostaat
is aangesloten, zijn de weektimers voor verwarmen
en koelen nooit beschikbaar. Dit heeft geen invloed
op andere weektimers. Voor meer informatie over
de weektimers, zie de gebruiksaanwijzing.
■
Wanneer op de binnenunit een kamerthermostaat
is aangesloten en op de =- of y-knop wordt
gedrukt, knippert de indicator voor gecentrali-
seerde besturing e om aan te geven dat de
kamerthermostaat voorrang heeft en de aan/uit-
werking en het omschakelen bepaalt.
In de volgende tabel vindt u een beknopt overzicht van de vereiste
configuratie en de thermostaatbedrading aan de klemmenstrook in
de schakelkast. De pompwerking staat aangegeven in de derde
kolom. In de drie laatste kolommen wordt aangegeven of de
volgende functie beschikbaar is op de gebruikersinterface (UI) of
door de thermostaat (T) wordt bepaald:
•
ruimteverwarming of koelen aan/uit (y)
•
omschakelen verwarmen/koelen (=)
•
weektimers verwarmen en koelen (pr)
Thermostaat
Configuratie
Geen
• SS2-3 = OFF
thermostaat
• bedrading:
(geen)
X2M
H C L N
1 2 3 4
• SS2-3 = ON
• bedrading:
X2M
H C L N
1 2 3 4
Thermostaat
• SS2-3 = ON
alleen
• bedrading:
verwarmen
X2M
H C
L N
1 2 3 4
th
Thermostaat met
• SS2-3 = ON
• bedrading:
schakelaar
verwarmen/
X2M
koelen
H C
L N
1 2 3 4
H
C
th
th =
C =
H =
L, N =
(a) De pomp wordt gestopt wanneer verwarmen/koelen van ruimten wordt
uitgeschakeld of wanneer het water de op de gebruikersinterface ingestelde
temperatuur heeft bereikt. Wanneer verwarmen/koelen van ruimten is
ingeschakeld, werkt de pomp om de 5 minuten gedurende 3 minuten om de
watertemperatuur op peil te houden.
Montagehandleiding
17
y
y
y
y
=
=
=
=
p p p p r r r r
Pompwerking
bepaald door
UI
UI
UI
uitlaatwater-
(a)
temperatuur
aan wanneer
UI
UI
UI
verwarmen of
koelen van
ruimten aan is
y
(
)
aan bij vraag
T
—
—
voor ver-
warming door
kamer-
thermostaat
aan bij vraag
T
T
—
voor
verwarming of
vraag voor
koelen door
kamer-
thermostaat
Thermostaatcontact
Koelcontact
Verwarmingscontact
230 V wisselstroom
Configuratie van de pompwerking
LET OP
Om de pompsnelheid in te stellen, zie "Pompsnelheid
instellen" op pagina 18.
Zonder kamerthermostaat
Wanneer op de binnenunit geen kamerthermostaat is aangesloten,
wordt de pompwerking bepaald door de uitlaatwatertemperatuur.
Ga als volgt te werk om de pomp continu te laten werken wanneer
geen kamerthermostaat is aangesloten:
-
zet DIP-schakelaar SS2-3 op ON,
-
sluit klem 1-2-4 op de klemmenstrook in de schakelkast kort.
Met kamerthermostaat
Wanneer op de binnenunit een thermostaat is aangesloten, werkt de
pomp continu wanneer de thermostaat een vraag om verwarmen of
koelen stuurt.
Configuratie van de installatie tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik
■
Wanneer geen tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op OFF (standaard)
worden gezet.
■
Wanneer een tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik is geïnstalleerd, moet
DIP-schakelaar SS2-2 op ON worden gezet.
Initieel opstarten bij lage buitentemperaturen
Bij de eerste keer opstarten en wanneer de watertemperatuur laag is,
is het belangrijk dat het water geleidelijk wordt opgewarmd. Anders
kan de betonnen vloer barsten door de plotse temperatuur-
verandering. Neem contact op met de verantwoordelijke aannemer
voor de betonwerken voor meer informatie.
De laagste ingestelde temperatuur van uittredend water kan worden
verlaagd tot op een waarde tussen 15°C en 25°C door de lokale
instelling
[9-01]
(onderste
veranderen. Zie "Lokale instellingen" op pagina 18.
LET OP
Verwarmen tussen 15°C en 25°C verloopt alleen door
de backupverwarming.
Controles vóór ingebruikname
Controle vóór eerste opstart
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
Controleer na de montage van de unit de volgende punten vooraleer
de stroomonderbreker in te schakelen:
1
Lokale bedrading
Zorg dat de lokale bedrading tussen het lokale stroompaneel en
de binnenunit, buitenunit en binnenunit, binnenunit en kleppen
(indien van toepassing), binnenunit en kamerthermostaat
(indien van toepassing), en binnenunit en tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik is uitgevoerd volgens de in hoofdstuk
"Lokale bedrading" op pagina 12 beschreven instructies,
volgens de bedradingsschema's en de Europese en nationale
regelgevingen.
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
1
2
3
1
2
3
limiet
verwarmingsinstelpunt)
RKHBH/X016AB
4PW50205-1A
4
4
te