[5] Evenwichtstemperatuur
en
verwarmen van ruimten
Evenwichtstemperatuur
—
'evenwichtstemperatuur'
dienen
backupverwarming.
Wanneer de evenwichtstemperatuurfunctie is geactiveerd, is de
werking van de backupverwarming beperkt tot lage buiten-
temperaturen, d.w.z. wanneer de buitentemperatuur gelijk is aan of
onder de opgegeven evenwichtstemperatuur daalt. Wanneer de
functie gedeactiveerd is, kan de backupverwarming bij alle
buitentemperaturen werken. Deze functie vermindert de bedrijfstijd
van de backupverwarming.
■ [5-00]
Status
evenwichtstemperatuur:
evenwichtstemperatuurfunctie
gedeactiveerd (0) is.
■ [5-01] Evenwichtstemperatuur: buitentemperatuur waaronder
de backupverwarming mag werken.
Voorrangstemperatuur verwarmen van ruimten — Geldt alleen
voor installaties met een tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik. — De lokale instellingen van de 'voorrangstemperatuur voor
verwarmen van ruimten' dienen voor de werking van de 3-wegsklep
en de boosterverwarming in de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik.
Wanneer de voorrangsfunctie voor de verwarming van ruimten
geactiveerd is, wordt de volledige capaciteit van de warmtepomp
alleen gebruikt voor het verwarmen van ruimten wanneer de buiten-
temperatuur gelijk is aan of onder de opgegeven voorrangs-
temperatuur voor het verwarmen van ruimten zakt, m.a.w. een lage
buitentemperatuur. In dat geval wordt het water voor huishoudelijk
gebruik alleen door de boosterverwarming verwarmd.
■ [5-02] Voorrangsstatus van het verwarmen van ruimten:
bepaalt of de voorrang van het verwarmen van ruimten
geactiveerd (1) of gedeactiveerd (0) is.
■ [5-03] Voorrangstemperatuur van het verwarmen van
ruimten: buitentemperatuur waaronder het water voor
huishoudelijk gebruik alleen door de boosterverwarming
wordt verwarmd, m.a.w. lage buitentemperatuur.
LET OP
Als de werking van de boosterverwarming beperkt
is ([4-03]=0) en de buitentemperatuur
dan de lokale instelling waar parameter [5-03] is
op ingesteld, wordt het water voor huishoudelijk
gebruik niet verwarmd.
■ [5-04] Instelpuntcorrectie voor temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik: instelpuntcorrectie voor de gewenste
temperatuur van het warm water voor huishoudelijk gebruik,
te gebruiken bij lage buitentemperatuur wanneer de voorrang
van het verwarmen van ruimten geactiveerd is. Het
gecorrigeerde (hogere) instelpunt zorgt ervoor dat de totale
verwarmingscapaciteit van het water in de tank zo goed als
ongewijzigd blijft door het koudere water op de bodem in de
tank (omdat de warmtewisselaarspiraal niet werkt) te
compenseren door warmer water bovenaan.
T
set
[5-04]
T
U
[5-03]
T
Instelpunttemperatuur warm water voor huishoudelijk gebruik
set
T
Gebruikersinstelpunt (ingesteld op de gebruikersinterface)
U
T
Buitentemperatuur
A
Voorrang van verwarmen van ruimten
Montagehandleiding
21
voorrangstemperatuur
voor
De
lokale
instellingen
van
voor
de
werking
van
bepaalt
of
geactiveerd
(1)
lager is
T
A
T
A
[6] Verschiltemperatuur
huishoudelijk gebruik
de
Alleen van toepassing op installaties met een tank voor warm water
de
voor huishoudelijk gebruik.
De lokale instellingen van de 'verschiltemperatuur voor verwarmen
van water voor huishoudelijk gebruik' bepalen de temperatuur
waarop de warmtepomp het water voor huishoudelijk gebruik begint
te verwarmen (m.a.w. de inschakeltemperatuur van de warmtepomp)
en stopt met verwarmen (m.a.w. de uitschakeltemperatuur van de
warmtepomp).
Wanneer de temperatuur van het warm water voor huishoudelijk
gebruik tot onder de inschakeltemperatuur van de warmtepomp
de
(
) zakt, begint de warmtepomp het water voor huishoudelijk
T
HP ON
of
gebruik te verwarmen. Zodra de temperatuur van het warm water
voor huishoudelijk gebruik de uitschakeltemperatuur van de
warmtepomp (
) of het gebruikersinstelpunt (
T
HP OFF
de warmtepomp met het verwarmen van het water voor huishoudelijk
gebruik (door middel van de 3-wegsklep).
De uitschakeltemperatuur van de warmtepomp, de inschakel-
temperatuur van de warmtepomp en het verband met de lokale
instellingen [6-00] en [6-01] worden verklaard in de onderstaande
afbeelding.
■ [6-00] Start: temperatuurverschil dat de inschakeltempera-
tuur van de warmtepomp bepaalt (
■ [6-01] Stop: temperatuurverschil dat de uitschakeltempera-
tuur van de warmtepomp bepaalt (
T
> T
U
HP MAX
T
U
T(°C)
[6-01] =
[6-00] =
70
T
U
55
T
HP MAX
[6-01]
48
T
HP OFF
[6-00]
41
T
HP ON
T
Door gebruiker ingestelde temperatuur (ingesteld op de
U
gebruikersinterface)
T
Maximale warmtepomptemperatuur aan sensor in tank voor
HP MAX
warm water voor huishoudelijk gebruik (55°C)
T
Uitschakeltemperatuur warmtepomp
HP OFF
T
Inschakeltemperatuur warmtepomp
HP ON
T
is een theoretische waarde. In werkelijkheid
LET OP
HP MAX
bedraagt de maximumtemperatuur voor water in de
tank die kan worden bereikt met de warmtepomp
53°C. Stel T
voor betere prestaties van de warmtepomp in de stand
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
voor
verwarmen
van
water
) bereikt, stopt
T
U
). Zie afbeelding.
T
HP ON
). Zie afbeelding.
T
HP OFF
T
< T
U
HP MAX
= 70°C
T
= 45°C
U
T(°C)
7°C
[6-01] =
7°C
[6-00] =
55
T
HP MAX
45
T
= T
U
HP OFF
38
T
HP ON
bij voorkeur niet hoger in dan 48°C
HP OFF
RKHBH/X016AB
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem
voor
7°C
7°C
[6-00]
4PW50205-1A