Masimo rainbow R1 Serie Manuel De L'utilisateur page 36

INSTRUCTIES
A) De locatie kiezen
• Kies altijd een goed doorbloede plaats die het detectorvenster van de sensor geheel bedekt. Bij het uitlijnen van
de straler en de detector mag de straler niet achter het nagelbed worden geplaatst. Als dit wel het geval is, kan
het nodig zijn om een sensor met een geringer gewicht te gebruiken.
• De plaats moet gereinigd en droog zijn voordat de sensor wordt geplaatst.
rainbow-sensor R1 25L
< 3 kg: de voorkeurslocatie is de hand of voet.
rainbow-sensor R1 20L
3-10 kg: De voorkeurslocatie is de grote teen of duim.
10-30 kg: De plaats van voorkeur is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand. Als alternatief kan de grote
teen worden gebruikt.
rainbow-sensor R1 20
10-50 kg: De plaats van voorkeur is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand. Als alternatief kan de grote
teen worden gebruikt.
rainbow-sensoren R1 25, R1 25L
> 30 kg: De plaats van voorkeur is de middelvinger of ringvinger van de niet-dominante hand.
B) De sensor aanbrengen op de patiënt
1. Open de verpakking en verwijder de sensor. Verwijder de strip van de sensor.
R1 20 (10-50 kg) en R1 25 (> 30 kg)
2. Zie afbeelding 1a. Plaats de sensor zodanig dat de detector eerst kan worden aangebracht op het vlezige gedeelte van
de vinger.
3. Zie afbeelding 1b. Druk de vleugels van de sensortape één voor één op de vinger. Er worden alleen nauwkeurige
gegevens verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
4. Zie afbeelding 1c en 1d. Vouw de sensor met het deksel van de straler (witte kastje) en het vingergedeelte over de
vingernagel en plak de vleugels één voor één vast. Als deze correct zijn aangebracht, zitten de straler en de detector
verticaal op één lijn.
R1 25L VOLWASSENEN (> 30 kg) en R1 20L BABY'S (10-30 kg)
2. Zie afbeelding 2a. Plaats de sensorkabel zodanig dat deze naar de patiënt wijst of langs de bovenzijde van de hand
loopt. Plaats het deksel van de straler (witte kastje) op de achterkant van het nagelbed met de rand van de tape op de
punt van de vinger (niet de punt van de nagel). Er worden alleen nauwkeurige gegevens verkregen als het
detectorvenster volledig is bedekt.
3. Zie afbeelding 2b. Plaats de kleefsensor rond de vinger en zorg ervoor dat het stralervenster is uitgelijnd met de
vingertop tegenover de detector. Controleer de sensor om er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst en plaats de
sensor indien nodig opnieuw. Bevestig de rest van de sensor rond de vinger. Er worden alleen nauwkeurige gegevens
verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt.
R1 20L BABY'S (3-10 kg)
2. Zie afbeelding 3a. Breng de sensorkabel zodanig aan dat deze naar de patiënt wijst of langs de bovenzijde van de voet
loopt. Plaats het deksel van de straler (witte kastje) op de achterkant van het nagelbed met de rand van de tape op de
punt van de grote teen (niet de punt van de nagel). Wikkel de rest van de sensor rond de grote teen.
3. Zie afbeelding 3b. Wikkel de kleefsensor om de grote teen en zorg ervoor dat het stralervenster is uitgelijnd met de top
van de grote teen tegenover de detector. Controleer de sensor om er zeker van te zijn dat deze correct is geplaatst en
plaats de sensor indien nodig opnieuw.
R1 25-L PASGEBORENEN (< 3 kg)
2. Zie afbeelding 4a. Richt de sensorkabel zo dat deze van de patiënt vandaan of langs de zool van de voet loopt. Plaats
de detector op het vlezige gedeelte van de voetzool tegenover de vierde teen. De detector kan eventueel ook op de
bovenkant van de voet worden aangebracht.
3. Zie afbeelding 4b. Wikkel de kleefstrook om de voet zodat de straler (witte kastje) op één lijn ligt met de detector. Zorg
ervoor dat de detector goed met de straler uitgelijnd blijft terwijl u de kleefstrook aanbrengt om de sensor vast te zetten.
Controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel. Wikkel de rest van de kleefstrook rond de voet.
C) De sensor op de patiëntenkabel aansluiten
Zie afbeelding 5a. Steek de sensorconnector volledig in de patiëntenkabelconnector, totdat deze vastklikt.
De sensor opnieuw aansluiten
U kunt de sensor nogmaals bij dezelfde patiënt aanbrengen als het straler- en detectorvenster schoon zijn en de kleeflaag
nog op de huid blijft plakken. Als de kleeflaag niet meer op de huid blijft plakken, moet u een nieuwe sensor gebruiken.
OPMERKING: Koppel de sensor eerst los van de patiëntenkabel voordat u van aanbrengplek verandert of de sensor opnieuw
aanbrengt.
D) De sensor van de patiëntenkabel loskoppelen
Zie afbeelding 5b. Plaats, terwijl u de zijkanten van de kabelconnector vasthoudt, uw duim op de vergrendeling en druk
erop om de sensor te verwijderen.
36
7532E-eIFU-0218