Publicité
5. BEVEILIGINGEN
5.1 Omgekeerde polariteit
Als de polariteit niet juist is, geeft de zoemer onder de volgende omstandigheden
een waarschuwingssignaal:
-
Als de resterende spanning in de accu van het voertuig ten minste 4 V is.
-
Als de spanningskeuzeschakelaar niet is aangesloten.
5.2 Spanningsdetectiesysteem voor de modellen F - G
De booster is uitgerust met een spanningsdetectiesysteem. Nadat de klemmen op
het voertuig zijn aangesloten, geeft een gekleurde LED de spanning als volgt aan:
-
De groene LED naast de 12 V-aansluiting brandt als de door de booster
gedetecteerde spanning tussen 3 V en 14,4 V ligt.
-
De oranje LED naast de 24 V-aansluiting brandt wanneer de booster een
spanning van meer dan 14,4 V detecteert.
5.3 Waterstofuitlaatsysteem
De booster is uitgerust met een waterstofuitlaatsysteem dat het risico op ontploffing
beperkt in geval van verkeerd gebruik. Indien nodig zullen de waterstofgassen uit
de booster ontsnappen dankzij de uitlaatopening.
Zorg ervoor dat de waterstofuitlaatopening altijd schoon en vrij (niet verstopt) is.
Wanneer de booster per ongeluk valt of een klap krijgt, laat hem dan nakijken door
een gekwalificeerd onderhoudstechnicus om er zeker van te zijn dat de interne
buis nog op zijn plaats zit, naar buiten gericht is en niet doorboord of verstopt is.
5.4 Beveiliging met zekering
De booster is uitgerust met een zekering. Deze kan bijvoorbeeld smelten na een
kortsluiting of een te lange startpoging. Methoden om de zekering te controleren:
-
Als de zekering gesmolten is, wijkt de voltmeter niet uit wanneer u op de
drukknop drukt.
-
Controleer de continuïteit van de zekering met een multimeter.
-
Boostermodel B - F - G: Als de zekering gesmolten is, gaat de blauwe LED
onder de zekering niet branden wanneer de drukknop van de voltmeter
wordt ingedrukt.
De booster is eveneens uitgerust met een reservezekering. Voor een snelle
reparatie draait u de bouten los en verwijdert u de gesmolten zekering. Vervang
de zekering door een nieuwe en zorg ervoor dat u de bouten goed vastdraait.
Wanneer u de zekering vervangt, moet u ervoor zorgen dat de zekering steeds
gelijkaardig is aan de originele zekering.
- 110 -
Publicité
