2.2 Voltmeter
Druk op de drukknop om het laadniveau van de booster weer te geven.
Een half uur nadat de lader van de booster is losgekoppeld, moet de voltmeter een
spanning van 12,8 V of meer aangeven voor een volledige oplaadbeurt.
3. DE BOOSTER OPLADEN
Het opladen van de batterijen van de booster, in overeenstemming met de instructies
beschreven in deze handleiding, verhoogt de efficiëntie en de levensduur! Wacht
NOOIT tot de booster volledig ontladen is voordat u hem oplaadt.
De booster moet absoluut permanent opgeladen worden wanneer hij niet gebruikt
wordt. Want onder 12,4 V beginnen de batterijen van de booster te sulfateren en
verminderen hun prestaties. Hoe lager de spanning en hoe langer de batterijen
ontladen zijn, hoe dieper de sulfatering. Wanneer ze niet gebruikt worden, mogen de
batterijen van de booster nooit onder 12,4 V zakken (naar behoren opgeladen = 13 V).
Gebruik alleen de originele meegeleverde lader om de booster op te laden.
Laad de booster NOOIT op aan een niet-automatische garagelader of aan een
automatische lader die in de stand 'snelladen' of 'boost' staat. U loopt het risico
de booster te overladen en hoger dan 14,7 V kan er zich waterstof vormen in de
batterijen, met explosiegevaar tot gevolg.
3.1 Boostermodel A - B - C - D - E: met AC/DC-lader
Bij de booster wordt een AC/DC-lader meegeleverd. Sluit de lader aan op het
elektriciteitsnet en sluit de lader vervolgens met de 4-polige laadstekker aan op
de booster. We raden ten zeerste aan om de booster permanent aangesloten te
laten op de lader om het juiste laadniveau te behouden.
Raadpleeg voor instructies en technische informatie de gebruikershandleiding die
bij de lader wordt geleverd.
3.2 Booster model F - G: met AC-dockingstation voor werkplaats
Geleverd met een AC/DC-lader. Door de booster gewoon terug te plaatsen (F) of
aan te sluiten (G) op zijn dockingstation, kan hij worden opgeladen. Idealiter moet
de booster permanent opgeladen zijn.
Raadpleeg voor instructies en technische informatie de gebruikershandleiding die
bij de lader wordt geleverd.
Opmerking: Tijdens het opladen blijft een van de 2 spanningsdetectie-LED's branden.
3.3 Booster model F: met DC-dockingstation voor voertuig
Ontwikkeld voor aansluiting op de accupolen van een bergingsvoertuig. Door
de booster gewoon terug te plaatsen op zijn dockingstation, kan hij worden
opgeladen. Voor een goed opgeladen booster moet de spanning tussen 14 en
14,4 V liggen bij een motor die draait aan een toerental van ongeveer 2000 t/min
voor een 12V-voertuig (tussen 28 en 28,8 V voor een 24V-voertuig).
Bij levering is uw station niet aangesloten voor opladen. Volg de onderstaande
instructies voor de aansluiting, afhankelijk van de spanning van het bergingsvoertuig.
DC 12 V- of 24 V-aansluiting op het station
Volg het schema dat op het station is aangebracht.
Waarschuwing: Deze aansluiting moet overeenkomen met de spanning van uw
voertuig. Plaats na het aansluiten van het station op basis van het schema (12 V of
24 V) de metalen beveiligingsplaat.
Aansluiting op het voertuig
Dit moet overeenkomen met de spanning die u hebt gekozen voor het station en
de spanning van het voertuig.
-
Sluit de zwarte kabel aan op de negatieve pool van de accu (of de aarding).
-
Sluit de rode kabel aan op de positieve pool van de accu.
- 108 -