Medtronic DBS Mode D'emploi page 125

All manuals and user guides at all-guides.com
Laserprocedures - Zet de neurostimulator voorafgaand aan laserprocedures uit. Richt de
laser niet op het neurostimulatiesysteem. Laserprocedures kunnen leiden tot verhitting en
weefselbeschadiging van met name het gebied rond de geleidingsdraadelektroden.
Andere voorbeelden van EMI-bronnen: via geleiding
Botgroeistimulatoren - De veiligheid van het gebruik van botgroeistimulatoren is niet
vastgesteld voor patiënten met een geïmplanteerd DBS-systeem. Controleer bij gebruik
van een implanteerbare of externe botgroeistimulator of zowel de botstimulator als het
geïmplanteerde DBS-systeem de gewenste werking heeft.
Externe defibrillatoren - Wanneer voor een patiënt externe defibrillatie vereist is, komt
overleving van de patiënt op de eerste plaats. De veiligheid van externe
defibrillatorontladingen bij patiënten met een geïmplanteerd neurostimulatiesysteem is
niet vastgesteld. Externe defibrillatie kan leiden tot schade aan het
neurostimulatiesysteem of beschadiging van weefsel, waaronder hersenweefsel.
Indien externe defibrillatie noodzakelijk is, moeten onderstaande voorzorgsmaatregelen
worden genomen om de hoeveelheid stroom die door de neurostimulator en het
geleidingsdraadsysteem wordt geleid, te minimaliseren:
▪
Plaats de defibrillatiepeddels zo ver mogelijk bij de neurostimulator vandaan.
▪
Plaats de defibrillatiepeddels loodrecht op de geïmplanteerde neurostimulator en het
geleidingsdraadsysteem.
▪
Gebruik het laagst mogelijke vermogen (joules of wattseconden) dat klinisch
acceptabel is.
Controleer de werking van het neurostimulatiesysteem na een externe defibrillatie.
RF- (radiofrequente) of microgolf-ablatie - De veiligheid van RF- of microgolf-ablatie is
niet vastgesteld voor patiënten met een geïmplanteerd neurostimulatiesysteem. Een
elektrische inductiestroom kan leiden tot verhitting en (hersen)weefselbeschadiging van
met name het gebied rond de geleidingsdraadelektroden.
Registratieprocedures - De veiligheid van registratieprocedures waarbij gebruik wordt
gemaakt van apparatuur die elektromagnetische interferentie genereert
(bv. elektromyografie, elektro-encefalografie of positron-emissietomografie), is niet
vastgesteld voor patiënten met een geïmplanteerd DBS-systeem.
Transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS) - Plaats de TENS-elektroden zo dat
er geen TENS-stroom via de onderdelen van het neurostimulatiesysteem loopt. Als de
patiënt denkt dat de TENS de werking van de geïmplanteerde neurostimulator stoort,
dient de patiënt het gebruik van TENS te staken totdat hij/zij dit met de arts heeft
besproken.
Andere voorbeelden van EMI-bronnen: via inductie
Therapeutische magneten - Therapeutische magneten (zoals die bijvoorbeeld worden
toegepast in armbanden, niergordels, inlegzolen, matrassen en dergelijke) kunnen de
neurostimulator onbedoeld in- of uitschakelen. De patiënt moet derhalve worden
afgeraden deze te gebruiken.
Diefstaldetectoren en beveiligingsapparatuur (zoals die vaak worden gebruikt op
vliegvelden, in openbare bibliotheken en in warenhuizen) - Adviseer de patiënt om
104 Nederlands Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01