All manuals and user guides at all-guides.com
Psychotherapeutische procedures - De veiligheid van psychotherapeutische
procedures waarbij gebruik wordt gemaakt van apparatuur die elektromagnetische
interferentie genereert (bv. elektroconvulsieve therapie), is niet vastgesteld voor patiënten
met een geïmplanteerd DBS-systeem.
Diefstaldetectoren en beveiligingsapparatuur - Diefstaldetectoren in winkels,
bibliotheken enz., en beveiligingsapparatuur op vliegvelden en dergelijke, kunnen het
geïmplanteerde neurostimulatiesysteem spontaan uitschakelen. Gevoelige patiënten of
patiënten met een lage stimulatiedrempel kunnen bovendien een tijdelijke toename in
stimulatie ervaren. Hogere stimulatieniveaus tijdens het passeren van dergelijke
apparatuur worden door sommige patiënten met andere indicaties ervaren als
onaangenaam ("schokken").
Zie "Bijlage A: Elektromagnetische interferentie (EMI) en mechanische interferentie" op
blz. 99 voor meer informatie.
Voorzorgsmaatregelen
Training voor de arts
Raadpleeg het desbetreffende indicatiespecifieke addendum bij het informatieboekje voor
voorschrijvend artsen voor trainingsinformatie met betrekking tot specifieke indicaties.
Implanterend artsen - De implanterend arts dient ervaring te hebben met DBS-
procedures en voorafgaand aan de operatie de procedures door te nemen die in de
implantatiehandleidingen worden beschreven.
Voorschrijvend artsen - De voorschrijvend arts dient ervaring te hebben in het
diagnosticeren en behandelen van DBS-geïndiceerde aandoeningen. Hij/zij dient
bovendien bekend te zijn met het gebruik van het neurostimulatiesysteem.
Coördinatie van medische procedures
Neurostimulator uitzetten - Het besluit om de geïmplanteerde neurostimulator van een
patiënt uit te schakelen ten behoeve van medische diagnostische of therapeutische
procedures kan onverwachte gevolgen hebben, en moet daarom zorgvuldig worden
afgewogen op basis van de medische gesteldheid van de patiënt. Overleg met de
betrokken medici (arts die de stimulator voorschrijft of implanteert) wordt aanbevolen.
Opslag en sterilisatie
Verpakking van onderdelen - Implanteer een onderdeel niet als een van de volgende
situaties zich voordoet:
▪
De verpakking is doorboord of beschadigd. In dat geval is de steriliteit van het
onderdeel niet gegarandeerd en kan infectie optreden.
▪
Het onderdeel is zichtbaar beschadigd. In dat geval zal het onderdeel mogelijk niet
goed werken.
▪
De uiterste gebruiksdatum is verstreken. In dat geval is de steriliteit van het
onderdeel niet gegarandeerd en kan infectie optreden. Ook kan de levensduur van
86 Nederlands Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01