All manuals and user guides at all-guides.com
kleiner worden, en kunnen de neurologische symptomen als gevolg van de cyste
afnemen.
▪
Huiderosie rond de implantatieplaats van de geleidingsdraad, verlengkabel of
neurostimulator
▪
Migratie of dislocatie van de geleidingsdraad, verlengkabel of neurostimulator
▪
Systeemcomplicaties van de geleidingsdraad, verlengkabel of neurostimulator,
waaronder breuk van de geleidingsdraad of verlengkabel, storing van de
neurostimulator, niet goed vastgedraaide stelschroeven van de neurostimulator en
hoge impedantie
▪
Fibrose (inclusief straktrekken, vastzitten of 'bowstringing') op de plaats van de
verlengkabel of neurostimulator kan zich weken tot jaren na de implantatie voordoen.
Dit kan samengaan met pijn, misvorming en verminderde mobiliteit van het hoofd, en
kan een operatieve ingreep noodzakelijk maken.
▪
Neurologische symptomen, nieuwe symptomen of verergering van bestaande
symptomen, van tijdelijke of blijvende aard, waaronder:
– Visuele stoornissen: diplopie, oculomotorische problemen of andere
gezichtsstoornissen.
– Spraak- en slikstoornissen: dysfagie, dysartrie, dysfasie, kwijlen.
– Bewegingscoördinatie- en evenwichtsstoornissen: akinesie, 'freezing',
bradykinesie, dyskinesie, parese, astenie, spierspasmen en -stijfheid, tremor,
evenwichts-/coördinatieverlies, loopstoornissen, duizeligheid, onwillekeurige
bewegingen, tics, chorea, dystonie, gedeeltelijke verlamming van
aangezichtsspier of ledemaat.
– Zintuiglijke stoornissen: paresthesie, hypo-esthesie, branderig gevoel, hoofdpijn.
– Mentale verslechtering: concentratieverlies, cognitieve gebreken, dysgrafie,
geheugenstoornissen, verwardheid, somnolentie, lethargie.
– Slaapstoornissen: slapeloosheid, abnormale dromen.
– Déjà vu.
▪
Psychiatrische stoornissen en gedragsstoornissen, nieuwe symptomen of
verergering van bestaande symptomen, van tijdelijke of blijvende aard, waaronder:
– Nieuwe depressies of verergering van bestaande depressies,
zelfmoordgedachten, zelfmoordpoging, zelfmoord.
– Angst, paniek, rusteloosheid.
– Prikkelbaarheid, boosheid, agressie, agitatie.
– Veranderingen of fluctuaties in stemming, apathie, vermoeidheid.
– Andere gedragsgebonden manifestaties: veranderingen in eetgedrag, obsessief-
compulsief gedrag, abnormaal gedrag.
– Hyperactiviteit of euforie (hypomanie).
– Psychose, waanbeelden, hallucinaties, delirium, disinhibitie, perseveratie,
abnormaal denkgedrag.
▪
Nieuw optredende convulsies tijdens lopende therapie
▪
Allergische reacties of reacties van het immuunsysteem op de geïmplanteerde
materialen
Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01 Nederlands 97