All manuals and user guides at all-guides.com
De drie soorten EMI kunnen afzonderlijk en gecombineerd optreden, en daarbij
voldoende interferentie genereren om:
▪
De neurostimulator te herprogrammeren en de neurostimulatorparameters te
wijzigen.
▪
De neurostimulator aan of uit te zetten.
▪
De patiënt een schok te bezorgen.
▪
Via inductie of geleiding een zeer hoge stroom op te wekken in de geleidingsdraad/
verlengkabel, hetgeen kan leiden tot beschadiging van weefsel, waaronder
hersenweefsel.
▪
De uitgangsspanning van de neurostimulator tijdelijk te onderdrukken.
▪
Schade toe te brengen aan geïmplanteerde systeemonderdelen.
Beperken van de effecten van EMI
Tabel 2 bevat informatie over het beperken van de mogelijke effecten van EMI.
Tabel 2. Beperken van de effecten van EMI op een geïmplanteerd
EMI-soort
Geleidingsstroom
100 Nederlands Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01
hersenstimulatiesysteem
Aanbevolen richtlijnen
Bij geleiding volgt de stroom de weg van de minste weerstand.
Die weg kan lopen via lichaamsweefsel en via een eventueel
geïmplanteerd geleidingsdraadsysteem dat zich op die weg be-
vindt.
Beperk de mogelijke effecten van EMI door het geleidingspad
uit de buurt van de geïmplanteerde neurostimulator en het ge-
leidingsdraadsysteem te houden.
Kies bij toepassing van elektrochirurgie bv. voor een stroomcir-
cuit loodrecht op de denkbeeldige lijn tussen neurostimulator-
behuizing en geleidingsdraadelektroden om zo de effecten van
EMI te minimaliseren.