All manuals and user guides at all-guides.com
Tabel 2. Beperken van de effecten van EMI op een geïmplanteerd
EMI-soort
Geïnduceerde/gekop-
pelde stroom
Stralingsenergie
EMI-richtlijnen voor medische procedures
De neurostimulatoren van Medtronic zijn zo ontworpen dat ze immuun zijn voor de meest
voorkomende bronnen van elektromagnetische interferentie (EMI). Omdat er zo veel
verschillende soorten EMI-bronnen bestaan, is het niet mogelijk hier alle
interferentiebronnen te vermelden. In de volgende secties wordt een beschrijving
gegeven van de meest voorkomende EMI-bronnen, met richtlijnen om de mogelijke
effecten ervan te vermijden.
Neurostimulator uitzetten - In enkele van de onderstaande richtlijnen wordt aanbevolen
om de neurostimulator uit te zetten (met behulp van het patiënten- of
artsenprogrammeerapparaat). Sommige EMI-bronnen kunnen de amplitude van de
uitgangsspanning (stimulatie) van een niet-uitgeschakelde neurostimulator verhogen. Dat
kan leiden tot ongemak voor de patiënt, overstimulatie en beschadiging van weefsel,
waaronder hersenweefsel. Uitzetten van de neurostimulator vermindert het risico op
geïnduceerde of gekoppelde EMI.
Opmerking: Zelfs wanneer de neurostimulator uit staat en geen stimulatiepulsen meer
genereert, zijn de geleidingsdraden en verlengkabels nog steeds aangesloten op de
neurostimulator. Het systeem kan dus nog steeds als geleidingspad voor een EMI-bron
werken.
Het besluit om de geïmplanteerde neurostimulator van een patiënt uit te schakelen ten
behoeve van medische diagnostische of therapeutische procedures kan onverwachte
gevolgen hebben, en moet daarom zorgvuldig worden afgewogen op basis van de
medische gesteldheid van de patiënt. Overleg met de betrokken medici (arts die de
stimulator voorschrijft of implanteert) wordt aanbevolen.
hersenstimulatiesysteem (vervolg)
Aanbevolen richtlijnen
Het geleidingsdraadsysteem van een geïmplanteerd systeem
werkt als een antenne voor elektrische velden. Eventuele lus-
sen in het geleidingsdraadsysteem fungeren als opneemspoel
voor magnetische velden.
De sterkte van een elektrisch of magnetisch veld neemt af
naarmate de afstand groter is. Beperk de mogelijke effecten
van EMI door de afstand tussen de EMI-bron en het geïmplan-
teerde hersenstimulatiesysteem te vergroten.
Een krachtige stralingspuls kan tijdelijke of blijvende schade
toebrengen aan een geïmplanteerde neurostimulator en een
geleidingsdraadsysteem.
Zorg ervoor de neurostimulator en het geleidingsdraadsysteem
niet direct onder de stralingsbundel te plaatsen.
Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01 Nederlands 101