Medtronic DBS Mode D'emploi page 115

All manuals and user guides at all-guides.com
indicatiespecifieke addendum bij het informatieboekje voor voorschrijvend artsen voor
aanvullende, indicatiespecifieke bijwerkingen.
Risico's (potentiële bijwerkingen) die verband houden met de implantatie-,
explantatie- of revisieprocedures voor de geleidingsdraad, verlengkabel of
neurostimulator:
▪
Acute intracraniale bloeding of cerebraal infarct, mogelijk symptomatisch, of mogelijk
leidend tot tijdelijk of blijvend neurologisch letsel of de dood
▪
Asymptomatische intracerebrale bloeding of ischemie gerelateerd aan de implantatie
van de DBS-geleidingsdraad, zoals geïdentificeerd door middel van postoperatieve
beeldvorming
▪
Complicaties die verband houden met anesthesie, waaronder allergische reacties,
hypotensie, misselijkheid en braken, hoofdpijn, en andere symptomen
▪
Complicaties of effecten die verband houden met de implantatie- of
verwijderingsprocedure van het systeem, waaronder problemen bij de plaatsing of
verwijdering van de geleidingsdraad, defecten aan de boorgatring of -dop,
mechanische of elektrische systeemcomplicaties, geleidingsdraad buiten doellocatie
waardoor vervanging noodzakelijk is
▪
Complicaties of effecten die verband houden met de tunnelprocedure, waaronder
zenuwletsel (bv. van de nervus accessorius), vaatletsel met een langere
ziekenhuisopname ten gevolg, en het tunnelen door onbedoelde anatomische
structuren (zoals tussen de ribben en in de borstkas)
▪
Weglekken van cerebrospinaal vocht (ook wel CSF-fistel genoemd)
▪
Pneumocefalus
▪
Nieuw optredende convulsies gerelateerd aan de implantatieprocedure van de
geleidingsdraad
▪
Algemene medische complicaties zoals diepveneuze trombose, postoperatieve
koorts en algemeen postoperatief ongemak
Risico's (potentiële bijwerkingen) na de implantatie van geleidingsdraden,
verlengkabels of neurostimulatoren:
▪
Later optredende intracraniale bloeding of cerebraal infarct, mogelijk symptomatisch,
of mogelijk leidend tot tijdelijk of blijvend neurologisch letsel of de dood
▪
Complicaties op de incisie- of operatieplaats, waaronder ontsteking, onvoldoende
wondgenezing, opengaan van de wond, tijdelijke of aanhoudende pijn, seroom- of
hematoomvorming
▪
Infectie van de incisie- of operatieplaats die kan leiden tot sepsis
▪
Meningitis, encefalitis of hersenabces als gevolg van een infectie in de hersenen
en/of het centrale zenuwstelsel
▪
Focaal oedeem rond de geleidingsdraad
▪
Vorming van een aseptische intraparenchymale cyste rond de distale
geleidingsdraadtip, wat enkele weken tot enkele maanden na de implantatie kan
optreden, en wat zich kan manifesteren in de vorm van nieuwe neurologische
symptomen. Door operatieve verwijdering van de geleidingsdraad kan de cyste
96 Nederlands Informatie voor voorschrijvend artsen 2017-05-01