VERLICHTING
ONGEVALGEVAAR!
• Schakel in het duister en bij slechte zichtbaarheid altijd de verlichting in!
Denk eraan dat u met ingeschakelde verlichting niet alleen beter ziet, maar
WAARSCHUWING
ook door andere weggebruikers beter gezien wordt.
• Bij slechte zichtbaarheid, schemering en in het duister moet de accu worden
gebruikt. Controleer of de accu voldoende is opgeladen.
• Controleer bij elke rit met ingeschakelde verlichting of de lichtstraal correct
is ingesteld. Deze mag in geen geval te hoog zijn aangezien u anders andere
weggebruikers kunt verblinden.
• Alle verlichting aan elektrische fietsen in Duitsland moet voorzien zijn van
het ABGkeuringssymbool (K) voor toegelaten bouwtypes en overeenstem
men met de voorschriften van het SfVZO. Niettoegelaten verlichting kan bij
gebruik te zwak zijn of niet betrouwbaar werken.
LAMPEN INSTELLEN
Stel de lamp in, zoals afgebeeld in afb.
Let op dat de straalbundel in geen geval te
hoog ligt aangezien anders andere wegge-
bruikers verblind kunnen worden.
STANDLICHTFUNCTIE
Voorlicht en achterlicht worden via een accu van stroom voor-
zien. Bij ingeschakelde verlichting biedt dat meer veiligheid
omdat u ook als u stilstaat kunt worden gezien. Als de mo-
torondersteuning van het aandrijfsysteem wordt uitgeschakeld
omdat de accu leeg is, kunt u de verlichting nog minstens 2
uur gebruiken.
ACHTERLICHT MET REMLICHTFUNCTIE
Bij het achterlicht met remlichtfunctie is het achterlicht met
een sensor uitgerust dat bij het remmen een stopsignaal geeft.
VERLICHTING IN-/UITSCHAKELEN
Om de verlichting in te schakelen, moet de accu in de e-bike
worden geplaatst.
1. Schakel het aandrijfsysteem in (zie hoofdstuk Aandrijfsys-
85
.
85
VERLICHTING
86
88
87
89
90
NL 29