VOORWIEL VERWIJDEREN
1. V-Brake-velgrem Hang de remkabel
kelijker te kunnen verwijderen.
Hydraulische velgremmen: Open de snelspanhendel
grem [OPEN].
2. Hydraulische velgremmen: Verwijder de remcilinder
tilever-sokkel
om de fiets later makkelijker te kunnen verwijde-
173
ren.
3. Uitsluitend bij modellen met voornaafmotor! Trek de motorkabel
aan de stekkerverbinding
176
4. Uitsluitend bij modellen met voornaafmotor! Trek het kapje van de
rechter en linker aszijde af.
5. Maak de moeren, die de vaste zitting van het voorwiel garanderen,
met een sleutel van 18 mm of 15 mm (naargelang de uitvoering).
6. Verwijder de moeren en de onderlegschijven van de as.
7. Trek het voorwiel uit de asopname.
VOORWIEL INBOUWEN
1. Plaats het voorwiel met de motorkabel op de rechterzijde (uitslui-
tend bij modellen met voorwielmotor) recht in de asopname;
2. Steek de onderlegschijven en moeren op de as.
3. Span de asmoeren met behulp van een sleutel van 18 of 15 mm op-
nieuw stevig aan (zie hoofdstuk Draaimomentstandaardwaarden).
4. Plaats beide doppen op de asmoeren.
5. Uitsluitend bij modellen met voornaafmotor! Plaats de motorkabel
in de steekbus
176
6. V-Brake-velgrem Hang de remkabel
Hydraulische velgrem: Plaats de remcilinder
ver-sokkel
.
173
7. Hydraulische velgrem: Sluit de snelspanhendel
hendel te makkelijk kan worden gesloten, moet de snelspanschroef af-
gesteld worden. (zie hoofdstuk Remmen).
8. Controleer of de velgrem correct werkt. Stel ze eventueel opnieuw in
(zie hoofdstuk Remmen).
ACHTERWIEL
De werkwijze bij het monteren en demonteren van het achterwiel is afhankelijk van het ingebouwde
schakelsysteem (zie hoofdstuk Versnellingsmechanisme).
om het loopwiel later mak-
171
.
177
.
177
terug in.
171
van de vel-
173
van de Can-
174
terug op de Cantile-
174
[CLOSE]. Als de
175
WIELEN
171
172
173
175
174
176
177
NL 59