Afbeelding 7: Zak met vulmiddel en drukinfuusapparaat
op de infuusstandaard
Afbeelding 8: Verwijdering van de dop van
de septumpoort van de zak met vulmiddel
Afbeelding 9: Samenstel van de zak met vulmiddel
en de verlengslang
3. Plaatsing van het Elipse-hulpmiddel in de maag
3.1. Leg de capsule helemaal achter op de tong en laat
de patiënt deze zo nodig met water doorslikken.
Zorg dat de patiënt niet in de katheter bijt of erop
kauwt.
Waarschuwing: De mond-keelholte mag nooit
worden verdoofd voordat het hulpmiddel wordt
ingeslikt. Het verdoven van de mond-keelholte met
een spray of een oplossing kan ertoe leiden dat
water of het hulpmiddel worden geaspireerd en dat
ademhalingsstilstand zal optreden.
Waarschuwing: Vóór het inslikken van de capsule
mag geen glijmiddel worden aangebracht en mag
de capsule niet worden bevochtigd.
3.2. Als de patiënt de capsule na diverse pogingen
in enkele minuten niet heeft kunnen inslikken,
moet de in 3.3. beschreven andere methode
worden toegepast.
3.3. Anderszins kan de Elipse-mandrijn in de plaatsings-
katheter worden ingebracht en gebruikt om de patiënt
te helpen met het inslikken door het Elipse-
hulpmiddel voorbij de mond-keelholte te leiden
terwijl de patiënt slikt. Zie afbeelding 10a en 10b
voor de Elipse-mandrijnconstructie.
Mandrijn
Afbeelding 10a: Elipse™-mandrijn bij binnengaan
in de plaatsingskatheter
Afbeelding 10b: Elipse™-mandrijn en plaatsingskatheter
Plaatsingskatheter
63
na aansluiting van de connectors
Waarschuwing: Als de mandrijn wordt gebruikt als
hulp bij gebruik van de plaatsingskatheter, mag de
plaatsingskatheter uitsluitend worden gebruikt nadat
de mandrijn volledig in de katheter is ingebracht en
het aanzetstuk van de mandrijn in de connector van
de plaatsingskatheter is vergrendeld. Gebruik van
een gedeeltelijk ingebrachte mandrijn kan ernstig
letsel bij de patiënt tot gevolg hebben.
Waarschuwing: Wanneer de mandrijn wordt gebruikt
als hulp bij het inslikken van het hulpmiddel, wordt
er zeer lichte kracht op de met de mandrijn
verstevigde katheter uitgeoefend op het moment dat
de patiënt het hulpmiddel inslikt. Overmatige kracht
kan ertoe leiden dat de capsule door de mandrijn
wordt geperforeerd, waardoor de patiënt ernstig
letsel kan oplopen.
Waarschuwing: Wanneer de mandrijn wordt gebruikt
als hulp bij het inslikken van het hulpmiddel, mag het
hulpmiddel niet meer dan 10 cm voorbij de mond-
keelholte (ongeveer 30 cm van de lippen vandaan)
worden opgevoerd. Als het hulpmiddel meer dan
10 cm voorbij de mond-keelholte wordt opgevoerd,
kan dit leiden tot letsel bij de patiënt en kan het
moeilijk blijken om de mandrijn te verwijderen.
Tijdens het verwijderen van de mandrijn moet de
patiënt geïnstrueerd worden om rechtop te zitten
met een neutrale wervelkolom met het hoofd
achterover gekanteld. Tijdens het terugtrekken van
de mandrijn moet deze recht worden gehouden en
moet hij omhoog wijzen en moet de mandrijn zo min
mogelijk worden gebogen. Dit is van wezenlijk
belang om frictie tijdens de terugtrekking te
beperken. Terwijl de arts de mandrijn langzaam
verwijdert, moet een assistent de plaatsingskatheter
vasthouden om te voorkomen dat de katheter
doorbuigt.
3.4. Gebruik de markeringen op de plaatsingskatheter om
de lengte van het ingeslikte gedeelte te beoordelen.
Zie afbeelding 11 voor de markeringslocaties.
Waarschuwing: De lengtemarkeringen op de
plaatsingskatheter zijn bij benadering gegeven en
dienen uitsluitend ter verwijzing. Ze kunnen niet
worden gebruikt in plaats van röntgenfoto's of
doorlichting om de locatie te bevestigen.
Waarschuwing: Om te voorkomen dat de
plaatsingskatheter vroegtijdig losraakt van de ballon,
moet de connector van de mandrijn volledig worden
losgemaakt van de plaatsingskatheter voordat de
mandrijn naar buiten wordt getrokken.
30 cm
40 cm
50 cm
Afbeelding 11: Lengtemarkeringen
op de plaatsingskatheter (niet op schaal).
De lengteafmetingen zijn bij benadering gegeven.