langzaam verwijdert, moet een assistent de plaatsings-
katheter vasthouden om te voorkomen dat de katheter
doorbuigt.
Nadat de mandrijn is verwijderd, moet de patiënt steeds
■
water drinken om de doorvoer van het hulpmiddel door
het distale gedeelte van de slokdarm tot in de maag
te vergemakkelijken.
Om trauma van de slokdarm te voorkomen, mag de
■
ballon pas gevuld worden nadat met röntgenfoto's en/
of onder doorlichting is bevestigd dat de capsule zich
in de maag bevindt.
De lengtemarkeringen op de plaatsingskatheter zijn bij
■
benadering gegeven en dienen uitsluitend ter verwijzing.
Ze kunnen niet worden gebruikt in plaats van
röntgenfoto's of doorlichting om de locatie van het
hulpmiddel te bevestigen.
Bij echo-onderzoek is het niet-gevulde hulpmiddel niet
■
te zien; daarom kan een echo-onderzoek niet worden
gebruikt in plaats van röntgenfoto's of doorlichting om
de locatie van het hulpmiddel te bevestigen.
Om te voorkomen dat de plaatsingskatheter vroegtijdig
■
losraakt van de ballon, mag de plaatsingskatheter niet
worden teruggetrokken wanneer de connector van de
blauwe afsluitkraan wordt aangebracht.
Uitsluitend de met de Elipse-vulmiddelset geleverde
■
vulvloeistof mag worden gebruikt voor het vullen van het
Elipse-hulpmiddel. Gebruik van andere vloeistoffen kan
leiden tot letsel bij de patiënt of beschadiging van het
hulpmiddel.
Alleen het aangewezen drukinfuusapparaat mag worden
■
gebruikt en alle in deze instructies gegeven stappen voor
het vullen moeten worden uitgevoerd voor het vullen van
het Elipse-hulpmiddel. Als een ander hulpmiddel wordt
gebruikt om de druk van de vloeistofzak te regelen, of als
de drukregeling handmatig wordt uitgevoerd, kan dit
leiden tot letsel bij de patiënt of beschadiging van het
hulpmiddel.
De ballon mag pas van de plaatsingskatheter worden
■
losgemaakt wanneer de zak met vulmiddel helemaal leeg
is. Onvolledig legen duidt op onvolledig vullen van de
ballon; dit kan het risico van onbedoelde migratie en/of
obstructie van de pylorus of de darmen vergroten.
Gebrek aan flow zou erop kunnen duiden dat het
■
Elipse-hulpmiddel zich nog in de slokdarm bevindt.
U dient zich ervan te vergewissen dat de capsule zich
in de maag bevindt voordat u overgaat op een andere
methode voor het vullen in stap 4.7 in de paragraaf
Aanbevolen procedure.
De plaatsingskatheter mag niet met grote kracht worden
■
teruggetrokken. Beweging tegen weerstand in kan leiden
tot letsel aan de patiënt of beschadiging van het
hulpmiddel.
Het is mogelijk dat gebruik van endoscopische
■
instrumenten of technieken die buiten de specificaties
van de fabrikant vallen, letsel bij patiënten veroorzaakt.
Voorzorgsmaatregelen
Om de intensiteit van symptomen na de plaatsing zoals
■
misselijkheid, braken en buikpijn te verminderen, worden
er mogelijk antibraakmiddelen, krampstillende middelen
en anticholinergica voorgeschreven. Als patiënten
ongebruikelijk ernstige symptomen of een verergering
van de symptomen ervaren, moeten zij onmiddellijk
contact opnemen met hun arts.
Om zweren te voorkomen, wordt aanbevolen dat de
■
patiënt vóór de plaatsing van het Elipse-hulpmiddel
een programma met via de mond ingenomen
protonpompremmers (PPI's, proton pump inhibitors)
volgt, zodat het maagzuuronderdrukkingseffect op de
dag van de plaatsing maximaal is. Terwijl de Elipse-
ballon op zijn plaats is, moet het gebruik van de PPI
worden voortgezet.
Gedurende de behandeling met het Elipse-hulpmiddel
■
moeten patiënten zorgen dat ze altijd bij moderne
afdelingen voor spoedeisende hulp terecht kunnen
voor het geval dat zich ernstige complicaties voordoen.
Elke patiënt moet worden voorgelicht over de symptomen
van obstructie in en zweren van het maag-darmstelsel
en andere mogelijk ernstige complicaties, en moet
geadviseerd worden om bij aanvang van dergelijke
symptomen onmiddellijk contact op te nemen met
zijn/haar arts.
Gedurende de gehele behandelperiode moeten patiënten
■
beschikbaar zijn voor nacontroles bij hun arts, met name
als zij symptomen ervaren zoals, zonder beperking,
aanhoudende misselijkheid, braken, uitdroging en/of
buikpijn.
Gebruik de producten van het Elipse-maagballonsysteem
■
vóór de 'uiterste gebruiksdatum'.
Het Elipse-maagballonsysteem moet binnenshuis bij
■
kamertemperatuur (ongeveer 20 °C/70 °F) in de
oorspronkelijke verpakking worden bewaard. Langdurige
blootstelling aan zonlicht, hitte of vocht kan beschadiging
van het product tot gevolg hebben.
Vóór gebruik moeten producten op beschadiging worden
■
gecontroleerd. Gebruik geen producten die op enigerlei
wijze zijn beschadigd. Beschadigde producten
veroorzaken wellicht complicaties.
Laat producten vóór gebruik niet weken in
■
desinfecterende middelen.
Niet in een autoclaaf steriliseren.
■
Aanbevolen procedure
1. Elipse-oefencapsule
1.1. Het verdient aanbeveling de Elipse-oefencapsule
in te slikken voordat het Elipse-hulpmiddel wordt
geplaatst. De Elipse-oefencapsule is klaar om door
de patiënt te worden ingeslikt zodra hij uit de
verpakking wordt genomen.
1.2. Laat de patiënt de Elipse-oefencapsule in de mond
plaatsen en zo nodig met vloeistof inslikken.
1.3. Stel de patiënt gerust dat zelfs als het niet lukt om
de oefencapsule in te slikken, het mogelijk is om het
hulpmiddel met behulp van een mandrijn in te slikken.
2. Gereedmaking van het hulpmiddel en de patiënt
2.1. Vergewis u ervan dat de patiënt ten minste 8 uur
vóór de plaatsing geen vast voedsel en ten minste
2 uur vóór de plaatsing geen vloeistoffen heeft
ingenomen. Het Elipse-hulpmiddel is klaar om door
de patiënt te worden ingeslikt zodra het uit de
verpakking wordt genomen.
2.2. Hang de zak met vulmiddel in het drukinfuusapparaat
met de septumpoort van de zak met vulmiddel
omlaag gericht.
2.3. Hang het drukinfuusapparaat aan de infuusstandaard.
Zie afbeelding 7.
2.4. Draai aan de dop op de septumpoort om deze te
verwijderen. Zie afbeelding 8.
2.5. Controleer of de blauwe afsluitkraan gesloten is.
Prik de septumpoort aan met de spike van de
verlengslang. Zie afbeelding 9.
62