instrument voldoet aan IEC 60601-1 en compatibel is met de FloTrac Jr
-sensor. Als de monitor of het instrument niet aan IEC 60601-1 voldoet en
niet compatibel is met de FloTrac Jr -sensor, kan dit het risico op elektrische
schokken voor de patiënt of bediener verhogen.
•
Het product mag op geen enkele wijze worden gewijzigd of aangepast.
Aanpassingen of wijzigingen kunnen de veiligheid van de patiënt of de
6.0 Specificaties *
FloTrac Jr -sensor
Drukbereik in werking
Temperatuurbereik in werking
Gevoeligheid
Niet-lineariteit en hysterese
Excitatiefrequentie
Excitatie-impedantie
Faseverschuiving
Signaalimpedantie
Gecompenseerde nul
Thermische verplaatsing nul
Uitgangsverplaatsing
Gevoeligheid thermische verplaatsing
Natuurlijke frequentie
Defibrillatortest
Lekstroom
Tolerantie overdruk
Schokbestendigheid
Lichtgevoeligheid
Volumetrische verplaatsing
Stroomsnelheid in spoelinstrument met infuuszak onder druk op 300 mmHg
Blauw Snap-Tab -instrument
*bij 6,00 VDC en 25 °C , tenzij anders aangegeven.
Alle specificaties voldoen aan of overtreffen de AAMI BP22-standaard voor de uitwisselbaarheid van prestaties van bloeddruktransducers van het type weerstandsbrug.
7.0 Procedure
Stap
Procedure
1
Controleer of de kabels compatibel zijn met de gebruikte monitors. Koppel de
herbruikbare kabels aan de monitors en schakel de monitors in om de elektronica
op te laten warmen.
2
Verwijder de sensor en de set met een aseptische techniek uit de steriele
verpakking.
LET OP: De dynamische respons van de FloTrac Jr -set kan worden
verminderd als deze wordt gewijzigd, waardoor de prestaties van de
hemodynamische bewaking worden aangetast.
3
Zorg ervoor dat alle verbindingen stevig, maar niet te strak zijn vastgemaakt.
Verbind de sensorkabel met het rode schild met de herbruikbare kabel die geschikt
4
is voor de drukmonitor.
5
Verbind de sensorkabel met het groene schild met de Edwards FloTrac Jr
-verbindingskabel.
6
Verwijder alle lucht uit de infuuszak met spoeloplossing.
LET OP: Als alle lucht niet uit de zak wordt verwijderd, kan de lucht
geforceerd in het vaatstelsel van de patiënt terechtkomen als de
oplossing op is. Zie het gedeelte Complicaties in deze gebruiksaanwijzing
voor informatie over luchtembolieën.
7
Heparine-antistollingstherapie moet worden toegediend volgens het
ziekenhuisprotocol.
8
Sluit de rolklem op de infuusset en sluit de infuusset aan op de infuuszak met
spoeloplossing. Hang de zak ca. 60 cm (2 ft) boven de patiënt. Deze hoogte levert
ca. 45 mmHg druk om de vulinstellingen voor te bereiden.
9
Vul de druppelkamer tot halverwege met spoeloplossing door in de druppelkamer
te knijpen. Open de rolklem.
De stroming wordt geleverd door aan het Snap-Tab-instrument te trekken en wordt
10
onderbroken door het Snap-Tab-instrument los te laten.
11
Bereid het systeem alleen voor met behulp van zwaartekracht (knijp niet in de zak)
om vloeistofturbulentie te verminderen en luchtbelvorming af te zwakken.
bediener in gevaar brengen en een negatief effect hebben op de werking van
het product.
Raadpleeg het gedeelte Veiligheidsinformatie MRI voor specifieke
•
voorwaarden die de patiëntveiligheid garanderen voor patiënten die een
MRI-onderzoek moeten ondergaan.
-50 tot +300 mmHg
15 tot 40 °C
5,0 μV/V/mmHg ±1 %
±1,5 % van de aflezing of ±1 mmHg , hoogste waarde van beide
dc tot 5000 Hz
350 ohm ±10 % met typerende monitorkabel van Edwards bevestigd
<5°
300 ohm ±5 %
≤ ±25 mmHg
≤ ± 0,3 mmHg/°C
± 1 mmHg per 8 uur na 20 seconden opwarmen
≤ ±0,1 %/°C
40 Hz nominaal voor een standaardset (48 in/12 in) ( 122 cm / 30,5 cm ); >200 Hz voor alleen sensor
weerstaat 5 herhaalde ontladingen van 360 joule binnen 5 minuten afgegeven in een belasting
van 50 ohm
<2 μ ampère bij 120 V RMS 60 Hz
-500 tot +5000 mmHg
bestand tegen 3 keer vallen van 1 meter hoogte
< 1 mmHg bij 6 volt excitatie bij blootstelling aan een 3400 K wolfraam lichtbron op 3000 fc
(32.293 lumen/m 2 )
≤ 0,03 mm 3 / 100 mmHg voor transducer zonder spoelinstrument
3 ± 1 ml /uur
Stap
Procedure
12
Open de ventilatiepoort van de sensor door het handvat van het kraantje te draaien
voor sets met vaste infuussets. Laat de spoeloplossing eerst met behulp van de
zwaartekracht door de sensor lopen en leid deze via de ventilatiepoort van de
sensor naar de rest van de set door aan de juiste kraantjes te draaien. Verwijder alle
luchtbellen.
LET OP: Luchtbellen in de installatie kunnen aanzienlijke vervorming van
de drukgolfvorm of luchtembolieën veroorzaken. Zie het gedeelte
Complicaties in deze gebruiksaanwijzing voor informatie over
luchtembolieën.
13
Vervang alle ventilatiedoppen in de zijpoorten van de kraantjes door doppen zonder
ontluchting.
14
Bevestig de sensor aan een infuusstandaard met de bijbehorende klem en houder.
Klik de sensor in de houder.
15
Knijp na de initiële zwaartekrachtvoorbereiding in de infuuszak met spoeloplossing.
De stroomsnelheid zal verschillen, afhankelijk van de druk op het spoelapparaat.
Stroomsnelheid met de infuuszak onder druk op 300 mmHg: 3±1 ml/uur .
16
Sluit de druklijnen op de katheter aan volgens de instructies van de fabrikant.
17
Spoel het systeem volgens het ziekenhuisbeleid door.
LET OP: Bekijk de druppelkamer na elke snelspoelprocedure om er zeker
van te zijn dat de gewenste continue spoelsnelheid is ingesteld. Zie het
gedeelte Complicaties in deze gebruiksaanwijzing voor informatie over
verstopte katheters, terugloop van bloed en overinfusie.
17
17