36 - Operationele problemen oplossen
NL
Controleer het volgende, alvorens contact op te nemen met de technische dienst, om onnodige kosten te vermijden.
Problemen van de oven
Foutcode F1030* or F2030*
verschijnt op het beeldscherm
Een andere F foutcode verschijnt
op het beeldscherm.
Het beeldscherm van de oven
blijft UIT
De koelventilator blijft draaien
als de oven uitgeschakeld is
De ovendeur is gesloten en
ontgrendelt niet, zelfs niet na
afkoelen.
Oven wordt niet warm
Oven bakt niet gelijkmatig.
Ovenlamp werkt niet goed
Ovenlamp blijft aan
De automatische reiniging van
de oven werkt niet goed
Klok en timer werken niet goed
Overmatig vocht
Porselein splinters
De ontsteking werkt niet
Is de voedingskabel
aangesloten?
Is de zekering van het
voedingsnet doorgebrand of
heeft de stroomonderbreker
ingegrepen?
66
Stappen voor probleemoplossing
Er is een probleem met het vergrendelmechanisme. Schakel de stroom uit en
vervolgens na een paar seconden weer opnieuw in. De oven zou dan automatisch
een vergrendelingstest moeten uitvoeren. Noteer de foutcode (in het LOGBOEK) als het
probleem zich blijft voordoen en neem contact op met de technische dienst.
Schakel de stroom uit en vervolgens na een paar seconden weer opnieuw in. Als de
toestand aanhoudt, noteer dan de code en neem contact op met het servicecentrum.
Schakel de stroom uit op de hoofdelektriciteitsvoorziening (zekering of stroomonderbreker).
Schakel de stroomonderbreker weer in. Schakel een geautoriseerde dienst in als het
probleem zich blijft voordoen.
De ventilator gaat automatisch uit als de elektronische componenten voldoende
afgekoeld zijn.
Zet de oven uit bij de stroomonderbreker en wacht een paar seconden. Schakel de
stroomonderbreker weer in. De oven moet zichzelf opnieuw instellen en zal weer
bediend kunnen worden.
Controleer de stroomonderbreker of zekeringkast van uw huis. Zorg ervoor dat de oven
op correcte wijze op de netvoeding is aangesloten. Zorg ervoor dat de oventemperatuur
geselecteerd is.
Controleer de kalibratie van de oven. Pas de kalibratie aan, indien nodig (zie Instelling
temperatuur, pagina 34). Raadpleeg de bereidingstabellen voor de aanbevolen
roosterstand. Verlaag de temperatuur altijd met 25 °F (15 °C) voor bereidingen met de
modus Hetelucht Bakken.
Vervang de lamp als hij defect is of draai de lamp aan als hij los zit. Zie pagina 54.
Vermijd het aanraken van de lamp met uw vingers, aangezien olie van de handen
ervoor kan zorgen dat de lampen eerder uitbranden.
Controleer of iets de ovendeur belemmert. Controleer of het scharnier is verbogen of
dat de deurschakelaar kapot is.
Laat de oven afkoelen alvorens de Automatische reiniging uit te voeren. Verwijder altijd
eerst losse etensresten en gemorste vloeistoffen alvorens de Automatische reiniging uit
te voeren. Zet de oven op een vier uur durende Automatische reiniging als hij erg vuil
is. Zie voor het voorbereiden van de oven op Automatische reiniging, pagina 52.
Zorg ervoor dat de oven op correcte wijze op de netvoeding is aangesloten. Zie het
deel Klok en Timer op pagina 34.
Verwarm de oven eerst voor bij gebruik van de modus Bakken. Hetelucht Bakken of
Hetelucht Roosteren verwijderen al het vocht in de oven (dit is één van de voordelen
van heteluchttoepassing).
De ovenroosters moeten voor hun verwijdering en vervanging altijd worden opgetild
en mogen niet geforceerd worden om afschilfering van het porselein te voorkomen.
Sluit de voedingskabel aan op een geaard stopcontact.
Vervang de zekering of herstel het voedingsnet.