Hoofdstuk
5
Bladzijde
18
5
Bediening
WAARSCHUWING
Voor ieder bedrijf moet de voedseltransportwagen op uiterlijke herkenbare beschadigingen en gebreken
worden gecontroleerd. Voor de inbedrijfstelling moeten de warmhoudcompartimenten van het apparaat
schoon zijn.
5.1
Toewijzing en functie van de bedieningselementen
De bedieningselementen van de voedseltransportwagen zijn aan de voorzijde van het apparaat
aangebracht.
D.m.v. de cijfers aan de regelaars kunnen de warmhoudcompartimenten toegewezen worden.
Afbeelding 3
5.2
Bedrijf
WAARSCHUWING
5.2.1
Op temperatuur brengen
Aan de voorzijde van de voedseltransportwagen zijn de aan-/uitschakelaar en de regelaars voor de
warmhoudcompartimenten aangebracht.
Mocht er een compartiment als koelvak worden gebruikt, dan kunnen als gevolg van de thermische isolatie
de ernaast liggende warmhoudcompartimenten normaal worden bedreven.
Voedseltransportwagen
SPTW-2 | SPTW-3
Gevaar door hete oppervlakken
Als de regelaar op stand 3 of hoger wordt ingesteld, kan de toegestane
maximumtemperatuur van 65°C voor aan te raken apparaatoppervlakken
worden overschreden. Direct contact met de huid kan dan leiden tot
brandwonden.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt door geïnstrueerde personen.
Draag geschikte beschermende werkkleding.
Bedieningselementen aan de SPTW-2
Gevaar door hete oppervlakken
Als de regelaar op stand 3 of hoger wordt ingesteld, kan de toegestane
maximumtemperatuur van 65°C voor aan te raken apparaatoppervlakken
worden overschreden. Direct contact met de onbeschermde huid kan dan
leiden tot brandwonden.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt door geïnstrueerde personen.
Draag geschikte beschermende werkkleding.
Toewijzing en functie van de bedieningselementen
Bediening
4330038_A1