Veiligheidsaanwijzingen Voor Het Gebruik Van Koelpellets; Veiligheidsaanwijzingen Voor Het Transport; Veiligheidsaanwijzingen Voor De Reiniging En Het Onderhoud; Veiligheidsaanwijzingen Voor Het Verhelpen Van Storingen - Hupfer SPTW-2 Mode D'emploi

Hoofdstuk
2
Bladzijde
10
2.4

Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik van koelpellets

§
Bij het werken in verband met bevroren koelpellets handschoenen voor de bescherming tegen de kou
dragen.
§
De koelpellets altijd in volledig horizontaal liggende positie opslaan.
§
De koelpellets moeten ook in horizontale positie worden ingevroren, daarmee de vulvloeistof zich
gelijkmatig verdeelt.
§
Behandel ingevroren koelpellets voorzichtig, omdat anders breukgevaar bestaat. Sterke stoten en
buigbelastingen voorkomen.
§
Koelpellets moeten volledig doorgevroren zijn om hun volledige capaciteit te kunnen ontwikkelen. Niet
volledig doorgevroren koelvloeistof reduceert de koelcapaciteit aanzienlijk. Koelpellets zijn bij een
constante koeltemperatuur van -18°C na ca. 24 uur volledig doorgevroren.
§
De toestand van de ingezette koelpellet in regelmatige tijdsafstanden controleren. Bij langere
koeltijden regelmatig nieuwe koelpellets inzetten.
§
Bij koeling van ingegeven voedsel moeten de desbetreffende wettelijke voorschriften voor de
opslagvoorwaarden dwingend worden aangehouden.
§
In het geval van een correcte opslag van koud ingegeven voedsel moet vóór het uitserveren het
aanhouden van de voorgeschreven opslagtemperaturen met geschikte meetinstrumenten (bijv. een
thermometer) worden gecontroleerd en worden genoteerd.
2.5

Veiligheidsaanwijzingen voor het transport

Bij het gebruik van de voedseltransportwagen rekening houden met de volgende punten:
§
Bij verlaadwerkzaamheden alleen hijstuig en lastopname inrichtingen gebruiken, die voor het gewicht
van het te tillen apparaat goedgekeurd zijn.
§
Alleen transportvoertuigen gebruiken, die voor het gewicht van de voedseltransportwagen
goedgekeurd zijn.
§
Een beschadigd apparaat in geen geval in bedrijf stellen en onmiddellijk de leverancier informeren.
2.6

Veiligheidsaanwijzingen voor de reiniging en het onderhoud

Bij de reiniging en het onderhoud rekening houden met de volgende punten:
§
Bij reiniging- en onderhoudsmaatregelen de voedseltransportwagen buiten bedrijf stellen,
spanningsvrij schakelen, netstekker trekken en tegen onbevoegd opnieuw inschakelen beveiligen.
§
Om hygiënische redenen moeten de reinigingsaanwijzingen zorgvuldig in acht worden genomen.
§
Verwarmbare apparaten moeten voor de reiniging buiten bedrijf worden gesteld en afgekoeld zijn.
§
Het apparaat niet met dampstraal- of hogedrukreiniger schoonmaken. Als er in de omgeving
werkzaamheden met dampstraal- of hogedrukreinigers staan gepland, moet het apparaat van tevoren
buiten bedrijf worden gesteld en losgekoppeld van het elektriciteitsnet.
2.7

Veiligheidsaanwijzingen voor het verhelpen van storingen

Bij het verhelpen van een storing moeten volgende punten in acht genomen worden:
§
De plaatselijk geldige ongevallenpreventie voorschriften moeten in acht worden genomen.
§
Bij het verhelpen van revisie en een storing de voedseltransportwagen uitschakelen, netstekker
trekken en tegen onbevoegd opnieuw inschakelen beveiligen. Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet het apparaat van het elektriciteitsnet worden gescheiden en moet tegen inschakelen
worden beveiligd. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door een elektricien worden uitgevoerd.
§
Neem bij de omgang met oliën, vetten en andere chemische substanties de voor het product
geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
Voedseltransportwagen
SPTW-2 | SPTW-3
Veiligheidsaanwijzingen voor het gebruik van koelpellets
Veiligheidsaanwijzingen
4330038_A1