Hoofdstuk
4
Bladzijde
16
4
Transport, inbedrijfstelling en stopzetting
4.1
Transport
WEES VOORZICHTIG
De voedseltransportwagen wordt in de gemonteerde toestand geleverd, d.w.z. het is inclusief verwarming
compleet gemonteerd.
Bij verlaadwerkzaamheden alleen hijstuig en lastopname inrichtingen gebruiken, die voor het gewicht van de
voedseltransportwagen goedgekeurd zijn. Alleen transportvoertuigen gebruiken, die voor het gewicht van het
apparaat goedgekeurd zijn.
De desbetreffende leveromvang moet in overeenstemming met het geldige koopcontract op de met levering
bijgevoegde verzendpapieren zijn uitgevoerd.
4.2
Inbedrijfstelling
GEVAAR
De originele verpakking verwijderen en controleren, of het apparaat compleet en onbeschadigd is. Een
beschadigd apparaat in geen geval in bedrijf stellen en onmiddellijk de leverancier informeren.
De voedseltransportwagen bij het uitpakken en ook later altijd op een vaste, zo mogelijk vlakke, ondergrond
neerzetten. De blokkeerremmen op de beide zwenkwielen omlaag drukken om het apparaat tegen wegrollen
te beveiligen.
INFO
Voor de eerste inbedrijfstelling moet de voedseltransportwagen grondig met een zachte doek worden
gereinigd. Voor de inbedrijfstelling moet het apparaat schoon en droog zijn.
In het kader van de inbedrijfstelling moeten volgende apparatuurfuncties worden gecontroleerd:
§
de functie van de blokkeerremmen
§
de functie van de bedieningselementen en de verwarmingen.
Voedseltransportwagen
SPTW-2 | SPTW-3
Apparatuurschade als gevolg van ondeskundig transport
Indien deze bijv. in een vrachtwagen worden vervoerd dienen deze te worden
vastgezet.
De
blokkeerremmen
transportbeveiliging.
Bij niet voldoende beveiligde apparaten bestaat het gevaar van materiële
schade aan het apparaat en personenschade door bekneld raken.
Beveilig alleen staande apparaten tijdens het transport met respectievelijke
transportbeveiligingen.
Gevaar door elektrische spanning
Elektrische spanning kan lijf en leven van personen ernstig bedreigen en tot
letsel leiden.
Controleer voor de inbedrijfstelling, of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning (230V / 50/60 Hz) met de ter plekke aanwezige netspanning
overeenkomt. Stel het apparaat anders niet in bedrijf.
Gebruik in vochtige ruimtes geen verlengkabels.
Afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal
Het
verpakkingsmateriaal
overeenkomstig worden verwijderd. Daarbij moeten de verschillende
materialen gescheiden worden en milieuvriendelijk worden gedeponeerd.
Hiertoe moet in ieder geval de plaatselijke afvalverwerking verantwoordelijke
er mee in worden betrokken
Transport, inbedrijfstelling en stopzetting
alleen
zijn
niet
bestaat
uit
recyclingmateriaal
Transport
voldoende
voor
en
kan
4330038_A1