ZOLL Quattro IC-4593AE/8700-0660-40 Mode D'emploi page 28

11. Controleer plaatsing van het lumen door een
spuit aan de distale infuus-luercilinder te
bevestigen en te aspireren totdat vrije stroming
van veneus bloed wordt waargenomen. Sluit de
infuus-luer zoals vereist op de van toepassing
zijnde luer-vergrendelingsleiding aan. De
ongebruikte infuuspoort kan worden
"vergrendeld" door middel van een injectiedop
volgens standaard ziekenhuisprotocol. Er is een
schuifklem meegeleverd op de slang om
stroming door het infuuslumen tijdens
verwisselen van leiding- en injectiedoppen te
occluderen. Voorzorgsmaatregel: Om het risico
van beschadiging aan de slang door overmatige
druk te minimaliseren, moet de klem vóór infuus
door het lumen geopend worden.
12. Let op: De instroom- of uitstroomleidingen
niet afklemmen of occluderen. Dit kan
blokkering en mogelijk falen van de leidingen
tot gevolg hebben.
13. Zet de katheter tijdelijk vast en dek af met
een verband.
14. Bevestig de plaats van de kathetertip met een
röntgenopname van de borst onmiddellijk na het
plaatsen. Het röntgenonderzoek moet laten zien
dat de katheter zich in de IVC bevindt met het
distale uiteinde van de katheter parallel aan de
wand van de vena cava. Als de kathetertip
verkeerd geplaatst is, de katheter opnieuw
plaatsen en de plaatsing opnieuw bevestigen.
15. Een proximale radiopake aanduiding geeft het
proximale uiteinde van ballonnen aan om er
zeker van te zijn dat ballonnen volledig in het
vat zijn. Als de katheter verkeerd geplaatst is,
deze opnieuw plaatsen en de plaatsing opnieuw
bevestigen.
16. Zet de katheter aan de patiënt vast. Gebruik
de zijvleugels van de knooppuntcilinder als
primaire hechtplaats.
17. De ZOLL hechttab en klem kunnen ook
worden gebruikt als extra bevestigingspunt.
Overtuig u ervan dat het katheterlichaam
vastzit en niet schuift.
18. Let op: Alleen de in de kit meegeleverde ZOLL
hechttab en klem gebruiken. De katheter kan
beschadigd worden als andere tabs of klemmen
worden gebruikt.
19. Let op: Niet rechtstreeks aan de buitendiameter
van de katheter hechten om het risico te
minimaliseren dat er in de katheter gesneden
wordt of dat deze beschadigd wordt of dat de
katheterstroming wordt belemmerd.
20. Onderhoud de inbrengplaats door het verband
volgens een aseptische methode regelmatig
nauwgezet te verwisselen.
21. Vermeld op de staat van de patiënt de lengte van
de verblijfskatheter met behulp van de
centimeteraanduidingen op de katheterschacht
als referentie. Er dient regelmatig visueel te
worden vastgesteld dat de katheter zich niet
bewogen heeft.
22. Bevestig een gevoede startkit aan de Quattro
warmtewisselingskatheter door de mannelijke
luer van de startkit op de vrouwelijke instroom-
luer van de Quattro Katheter en de vrouwelijke
luer van de startkit op de mannelijke uitstroom-
luer van de Quattro Katheter aan te sluiten. Witte
"ZOLL" labels worden losjes in de
verlengslangen voor instroom (INFLOW) en
uitstroom (OUTFLOW) geplaatst voor een
goede identificatie. Overtuig u ervan dat er een
voldoende hoeveelheid zoutoplossing aanwezig
is aan de uiteinden van de cilinders om een
luchtvrije verbinding tot stand te brengen.
®
Raadpleeg de CoolGard 3000
®
XP handleiding voor details over de werking
®
van de CoolGard 3000 /Thermogard XP
23. Waarschuwing: Als de startkit niet op de juiste
manier op de katheter wordt aangesloten kan
dit falen van de katheter tot gevolg hebben.
Bevestig de startkit niet aan de bruine luer.
106142-001
IC-4593AE/8700-0660-40 & IC-4593CO/8700-0624-40
24. Let op: De startkit niet aan de distale poort
bevestigen.
25. Let op: Geen plugkranen zetten in een leiding
die per ongeluk uitgeschakeld is. Dit kan
blokkering en mogelijk falen van de leidingen
tot gevolg hebben.
26. Pomp zoutoplossing door de startkit en de
katheter om er zeker van te zijn dat alle
verbindingen stevig zijn en dat er geen lekkage
is. Laat eventuele in het systeem overblijvende
lucht eruit.
De katheter van het CoolGard 3000
Thermogard XP
1. Stop de circulatie van zoutoplossing door
de katheter.
2. Koppel de startkit van de katheter los.
3. Om steriele verbindingen te handhaven
de luerverbindingsstukken van zowel de
katheter als de startkit met steriele luerdoppen
afsluiten of de instroom-luer aansluiten op de
uitstroom-luer.
De katheter weer aansluiten op het
CoolGard 3000
1. Haal de luerdoppen van de
luerverbindingstukken van de katheter en de
startkit af en gooi ze weg of koppel de instroom-
luer los van de uitstroom-luer.
2. Bevestig de startkit aan de Quattro
warmtewisselingskatheter door de mannelijke
luer van de startkit op de vrouwelijke instroom-
luer van de Quattro Katheter en de vrouwelijke
luer van de startkit op de mannelijke uitstroom-
luer van de Quattro Katheter aan te sluiten.
Overtuig u ervan dat er een voldoende
hoeveelheid zoutoplossing aanwezig is aan de
uiteinden van de cilinders om een luchtvrije
verbinding tot stand te brengen.
3. Waarschuwing: Als de startkit niet op de juiste
manier op de katheter wordt aangesloten kan dit
falen van de katheter tot gevolg hebben.
4. Waarschuwing:VOORKOM verwisseling van
de INFLOW- en UITFLOW-lueraansluitingen
voor de standaard infuuspoorten voor de centrale
lijn. Deze zijn UITSLUITEND bestemd voor
aansluiting op het CoolGard 3000
XP
5. Let op: Geen extra plugkranen zetten in een
leiding die per ongeluk uitgeschakeld is. Dit kan
blokkering en mogelijk falen van de leidingen
tot gevolg hebben.
Verwijderen van de katheter:
1. Stop met pompen van de zoutoplossing door
de katheter.
2. Koppel de startkit van de katheter los.
Haal of laat de dop van de instroom- en
uitstroomlumens van het koelcircuit af
(ALLEEN koelcircuit). Hierdoor kan
resterende zoutoplossing binnen het circuit
worden uitgeperst. Terwijl de katheter wordt
teruggetrokken worden de ballonnen in elkaar
gedrukt. De zoutoplossing in de ballonnen moet
uit de ballon kunnen lopen anders loopt de
ballon niet leeg en zal het moeilijk zijn om
de katheter te verwijderen.
3. Laat de patiënt op zijn rug liggen. Verwijder
het verband. Verwijder de hechtingen uit de
hechtplaats.
/Thermogard
®
.
®
/
®
Systeem loskoppelen:
® ®
/Thermogard XP Systeem:
®
/Thermogard
®
systeem.
Revision 7
ZOLL
4. Verwijder de katheter langzaam uit de patiënt.
Oefen met een voor lucht ondoordringbaar
verband, bijv. een gaasje met vaseline, druk uit
op de inbrengplaats terwijl de katheter eruit
wordt getrokken.
5. Waarschuwing: De katheter niet verplaatsen
als er weerstand wordt gevoeld. Controleer
dat de instroom- en uitstroomlumens van het
koelcircuit NIET van een dop voorzien zijn. Als
er een dop opzit, haal deze er dan af en probeer
opnieuw om de katheter te verwijderen. Als er
nog steeds weerstand wordt gevoeld, dient een
röntgenonderzoek uitgevoerd te worden om de
reden van de weerstand te identificeren.
Speciale instructies voor voerdraden
NB: Deze informatie geldt uitsluitend voor het gebruik
van voerdraden bij het plaatsen van een katheter in het
vaatstelsel volgens de Seldinger-methode.
NB: Deze procedure mag uitsluitend worden
uitgevoerd na een grondige doorname van technische
referenties die met veel meer details de nadruk leggen
op voorzorgsmaatregelen, contra-indicaties en risico's.
Deze veervoerdraad is uitsluitend bestemd
voor gebruik bij één patiënt en is voor
eenmalig gebruik.
Het wordt aanbevolen voerdraden na eenmalig gebruik
weg te gooien. Na gebruik kan achtergebleven
materiaal met geen enkel reinigingsmiddel en met geen
enkele reinigingstechniek volledig worden verwijderd.
Volgens de Amerikaanse (federale) wet mag dit
instrument uitsluitend door of op voorschrift van een
arts worden gekocht of gebruikt.
INSPECTIE
Voerdraden dienen regelmatig te worden gecontroleerd
vóór gebruik en te worden weggegooid als ze
vervormd zijn.
Plaatsing van voerdraden dient te geschieden onder
controle van een röntgen- of fluoroscopische
procedure.
LET OP
Vanwege de delicate en breekbare aard van voerdraden
moet extra zorg worden besteed aan de hantering
ervan. Voorkom buigen of knikken.
Voorkom dat tijdens opslag of procedures de
voerdradenworden gewikkeld tot een diameter die
kleiner is dan 8 inch daar een kleinere diameter
onnodige spanning op de voerdraden zet. De
meegeleverde doseerautomaat is de beste manier
om voerdraden op te slaan en te hanteren.
Mocht weerstand worden gevoeld tijdens het inbrengen
de voerdraad NIET vooruitschuiven.
Vermijd terugtrekken van de voerdraad door metalen
naalden; voerdraden kunnen knappen.
De beweegbare kern van de voerdraad mag niet
vooruitgeschoven worden terwijl de draad in de patiënt
is, daar dit schade aan de draad en mogelijk letsel aan
het vat kan veroorzaken.
Er moet voldoende voerdraad zichtbaar blijven zodat
te allen tijde een stevige greep op de voerdraad kan
worden gehouden.
28 of 76