Nederlands (nl)
Model IC-4593AE/8700-0660-40 &
IC-4593CO/8700-0624-40
Omvat:
Aantal
®
1 AE(CO)
Quattro
Catheter
3-Lumen 9,3 French x 45 cm
Drievoudig infuuslumen
Verlengleidingklemmen
Radiopaak polyurethaan
Applause™ met heparine gecoat
2 AE(CO)
Voerdraad 0,032" (0,81 mm) x 90 cm
1 AE(CO)
Vaatdilatator 10,5 F x ,038"
(3.6 mm x 1.0 mm)
1 AE(CO)
Afneembare hechttab en klem
1 AE
18 ga x 2½" (1,3 mm x 63 mm)
Radiopaak OTN katheter
1 AE
5 cc spuit en 22ga x 1½"
(0,7 mm x 38 mm) naald
1 AE
Laken met opening
1 AE
18ga x 2¾" (1,3 mm x 70 mm)
Radiopaak
6 AE
4" x 4" (10 cm x 10 cm) gaasjes
1 AE
000 zijden hechtdraad
1 AE
Nr. 11 lemmet met lang handvat
N.B. – KIT-COMPONENTEN
PER MODEL:
Ieder basismodel is beschikbaar ofwel met een
standaard ondersteunende inbrengkit (AE) of zonder de
standaard ondersteunende inbrengkit (CO). De
componenten welke gebruikelijk zijn voor beide kits
zijn in bovenstaande tabel voorzien van het volgende
label AE(CO). De extra componenten die alleen in de
standaard kit worden aangetroffen zijn voorzien van
het label AE.
Beschrijving van het instrument:
De Quattro Warmtewisselingskatheter is een steriele,
flexibele 9,3 Fr katheter voor eenmalig gebruik,
bestemd voor plaatsing in de inferieure vena cava
vanaf een inbrengplaats in de femorale ader. De
Quattro Katheter moet worden aangesloten op een
®
disposable CoolGard 3000
/Thermogard XP
voor eenmalig gebruik (afzonderlijk geleverd) en het
®
®
CoolGard 3000
/Thermogard XP
systeem. Een
dilatator en voerdraad zijn nodig voor het percutaan
inbrengen van de Quattro Katheter. Drie (3) lumens
zijn beschikbaar voor infuus en het nemen van
monsters:
Poort
Stroomsnelheid
Voerdraad (bruin)
1300 ml/uur
Mediaal (wit)
800 ml/uur
Proximaal (blauw)
1100 ml/uur
Inbrengafmeting
106142-001
IC-4593AE/8700-0660-40 & IC-4593CO/8700-0624-40
Steriliteit
Gesteriliseerd met ethyleenoxide. De Quattro katheter
wordt steriel en uitsluitend voor eenmalig gebruik
geleverd en mag niet opnieuw gesteriliseerd worden.
De verpakking dient vóór het gebruik gecontroleerd
te worden om er zeker van te zijn dat de
steriliteitsbarrière niet aangetast is.
Opslag:
Opslaan bij kamertemperatuur, 15-40ºC.
De Quattro-bloedcontactoppervlakken zijn behandeld
met Applause-heparinecoating. Applause is een
handelsmerk van SurModics Inc., gedeponeerd bij het
Patent and Trademark Office in de V.S.
Indicaties voor gebruik:
De Quattro Katheter in combinatie met het
CoolGard 3000
circulatie van temperatuurgestuurde zoutoplossing
mogelijk via een warmtewisselaar om het bloed van
de patiënt af te koelen / te verwarmen bij patiënten
voor wie de risico's van een centrale leiding
gerechtvaardigd zijn. Maximale gebruiksperiode:
4 dagen.
Veiligheids- en werkzaamheidsoverwegingen:
Centrale veneuze katheterisatie mag uitsluitend worden
uitgevoerd door goed getraind personeel dat goed op de
hoogte is van anatomische oriëntatiepunten en veilige
techniek. Het personeel dient ook op de hoogte te zijn
van mogelijke complicaties.
Product uitsluitend ontworpen voor eenmalig gebruik.
Niet opnieuw steriliseren of gebruiken. De katheter niet
opnieuw inbrengen nadat deze uit de patiënt verwijderd
is. De katheter op geen enkele wijze veranderen.
Mogelijke risico's bij hergebruik van een apparaat voor
eenmalig gebruik zijn onder meer:
Waarschuwing: De katheter mag niet in het rechter
atrium of het rechter ventrikel worden geplaatst.
Plaatsing in het rechter atrium of het rechter ventrikel
kan ernstig letsel of de dood voor de patiënt tot gevolg
hebben.
Contra-indicaties:
De risico's verbonden aan het gebruik van de
1.
katheter zijn in wezen hetzelfde als die van een
centrale leiding. De katheter mag niet worden
gebruikt bij patiënten voor wie de plaatsing van
®
startkit
een centrale leiding niet geïndiceerd is.
2.
Bloedingsdiathese.
3.
Actieve sepsis.
4.
Infectie of actief bloeden bij de inbrengplaats
van de katheter.
5.
Patiënten die geen vasculaire toegang hebben of
bij het vasculaire stelsel geen katheter kan
3
cm
worden ingebracht, waaronder patiënten met
vena cava filters of andere geïmplanteerde
hindernissen voor doorgang van de katheter.
0.6 cc
6.
Patiënten voor wie de vereiste
temperatuurbewaking niet kan worden ingesteld.
0.4 cc
7.
Hypothermie is een contra-indicatie bij patiënten
die hematologische aandoeningen hebben die
0.4 cc
verergerd kunnen worden door hypothermie,
bijv. een aandoening die cryoglobulinemie
produceert, hemoglobinopathie waarin
hemolytische anemie kan worden verhaast door
9,3Fr
kou, waaronder sikkelcelziekte of thalassemie.
®
®
/Thermogard XP
Systeem maakt
Mogelijk levensbedreigende infectie
Toxische shock vanwege
kwaliteitsvermindering van materiaal
Verhoogd risico op trombose
Verminderd vermogen warmtewisseling
Defecten aan apparaat
Revision 7
ZOLL
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen:
1.
De katheter mag uitsluitend door benadering via
een femorale vene geplaatst te worden.
2.
De katheter mag niet in het rechter atrium of het
rechter ventrikel worden geplaatst. De katheter
dient zodanig geplaatst te worden dat de distale
tip van de katheter zich in de inferieure vena
cava onder de overgang naar het rechter atrium
en parallel aan de vaatwand bevindt.
3.
Een röntgenonderzoek dient plaats te vinden om
er zeker van te zijn dat de katheter niet in het
rechter atrium of ventrikel is.
4.
Mogelijke complicaties met centrale veneuze
katheters zijn o.m.: perforatie van atrium of
ventrikel, harttamponade, luchtembolie,
katheterembolie, laceratie van de ductus
thoracicus, bacteremie, septicemie, trombose,
onopzettelijke arteriële punctie,
hematoomvorming, hemorragie, zenuwletsel en
dysritmie.
5.
Alle luer-vergrendelingsverbindingen en deksels
moeten stevig vastgedraaid worden om
luchtembolie of vloeistof- of bloedverlies te
voorkomen.
6.
Verplaats de katheter of voerdraad nooit met
bovenmatige kracht. Als er weerstand wordt
gevoeld, dient een röntgenonderzoek uitgevoerd
te worden om de reden van de weerstand te
identificeren.
7.
Als de voerdraad in het rechter hart komt, kan
dit dysritmie, blokkering van de rechter
bundeltak, perforatie van de vaatwand, perforatie
van atrium of ventrikel veroorzaken.
8.
Gebruik uitsluitend normale zoutoplossing
voor het primen van de katheter en als
circuleringsvloeistof in de katheter.
9.
Er moet regelmatig gecontroleerd worden
dat de stroomsnelheid van de katheter juist
is, dat het verband goed zit, dat de katheter
op de juiste plaats is en dat de luer-
vergrendelingsverbindingen stevig vastzitten.
Gebruik de centimeteraanduidingen om te
identificeren of de plaats van de katheter
gewijzigd is.
10.
Alleen met een röntgenonderzoek kan men er
zeker van zijn dat de kathetertip het hart niet
is binnengegaan of niet langer parallel aan
de vaatwand is. Als de plaats van de katheter
gewijzigd is, een röntgenonderzoek uitvoeren
om de plaats van de kathetertip te bevestigen.
11.
Sluit voor het nemen van bloedmonsters tijdelijk
de resterende infuuspoort af waardoor infuseren
van vloeistoffen wordt uitgevoerd.
12.
Gebruik slechts een 30cc of kleinere
injectiespuit voor een bloedmonster.
13.
Alcohol en aceton kunnen de structuur van het
polyurethaanmateriaal verzwakken. Bij het
infuseren van medicijnen die alcohol bevatten
of wanneer alcohol of aceton wordt gebruikt
bij het uitvoeren van routinematige verzorging
en onderhoud van de katheter moet derhalve
voorzichtigheid worden betracht. Alcohol mag
niet worden gebruikt om de katheter te
ontstoppen.
14.
Gebruik uitsluitend de in de kit
meegeleverde ZOLL hechttab en klem
om schade aan de katheter te voorkomen.
15.
Gebruik van een spuit die kleiner is dan 10 ml
om een verstopte katheter te irrigeren of te
ontstoppen kan intraluminaal lekken of breken
van de katheter tot gevolg hebben.
16.
Infuseer niet in de Luer Lock-aansluitingen
INFLOW en OUTFLOW.
17.
De oorzaak van koorts bij een patiënt kan
zowel infectueus als niet-infectueus zijn.
De afwezigheid van koorts maakt dagelijkse
nauwgezette beoordeling van andere tekenen
van infectie nodig.
18.
Wees voorzichtig bij het infuseren van
medicijnen die beïnvloed kunnen worden
26 of 76